De driejarige pilot om verwilderde katten in de provincie Utrecht te vangen en castreren is afgerond. Het gros van de 1249 gevangen en behandelde katten in deze pilot bleek een eigenaar te hebben. Ook wees onderzoek uit dat deze katten maar heel beperkt op beschermde diersoorten jagen. Dat zijn belangrijke redenen voor Gedeputeerde Staten om deze pilot niet te verlengen.
Verwilderde katten zijn katten die niet gesocialiseerd zijn op mensen en voornamelijk buiten het zicht en zonder hulp van mensen leven. Omdat het idee leeft dat deze katten op beschermde en bedreigde diersoorten kunnen jagen heeft de provincie drie jaar lang een pilot uitgevoerd. Afschot was daarvoor als methode niet langer wenselijk en daarom startte in mei 2022 de pilot TNR-C.
Terugdringen aantal verwilderde katten
TNR-C staat voor trap (vangen), neuter (castreren/steriliseren), return/relocate (herplaatsen of terugplaatsen bij eigenaar) en care (structureel monitoren en nazorg verlenen). De pilot werd gesubsidieerd door de provincie, gecoördineerd door de Faunabeheereenheid (FBE) en uitgevoerd door de Stichting Zwerfkatten Nederland (SZN). Utrecht is de enige provincie die zich op deze schaal inzette om het aantal verwilderde katten terug te dringen.
Bestuurder van Stichting Zwerfkatten Nederland Carien Radstake: “Zowel de unieke samenwerking, als ook de resultaten van dit project zijn goed bevallen. De uitkomsten helpen andere provincies en gemeenten en wij krijgen nu minder meldingen in deze provincie. Het blijft belangrijk om zogenaamde schuurkatten in de beschermde natuurgebieden te laten castreren.”
Goede resultaten pilot
Waar er eerder zo’n 400 katten per jaar geschoten werden, zijn er tijdens deze diervriendelijke pilot 1249 katten gevangen en behandeld. Katten die gevangen werden in weidevogelkerngebieden, zouden in eerste instantie herplaatst worden naar een groot afgebakend terrein waar ze geen natuurschade kunnen veroorzaken. Maar in bijna alle gevallen bleek sprake van katten met een eigenaar. Deze zijn binnen de pilot behandeld en bij de eigenaar teruggeplaatst.
Daarnaast lijken de katten een minder grote bedreiging voor beschermde diersoorten dan gedacht. Uit universitair onderzoek naar de uitwerpselen van de katten blijkt dat zij met name fazanten en verschillende soorten muizen eten.
Vervolg
Gedeputeerde Staten besloten de pilot niet te verlengen, omdat (de kosten voor) goede dierverzorging een verantwoordelijkheid is van de diereigenaar en de katten geen wezenlijke bedreiging voor beschermde dieren lijken te vormen. De komende jaren blijft de provincie katten in weidevogelkerngebieden monitoren. De TNRC-methode kan waar nodig alsnog lokaal worden ingezet, in samenspraak met eventuele eigenaren. Zo blijft er ruimte voor actie wanneer beschermde (vogel)soorten of andere Utrechtse natuurdoelen alsnog in het geding komen door verwilderde katten.
Voor persinformatie:
cor.van.der.leemputten@provincie-utrecht.nl
06 14 75 81 45
