Wat groeit en bloeit er in de Gelderse Vallei?
Je kunt slechtere werkdagen treffen dan veldwerker en ecoloog Sietze van Dijk. Hij duikt voor de provincie Utrecht de natuur van de Gelderse Vallei in om te inventariseren wat er groeit en bloeit. Als hij op een zonnige morgen ook nog de zeldzame bandheidelibel bij de Barneveldse Beek aantreft, kan zijn dag niet meer stuk. ‘We hebben dit seizoen soorten gezien die hier dertig jaar geleden niet leefden’, constateert hij verheugd.
Vertrouwde verschijning
Op zijn allerlaatste velddag van het onderzoek treffen we veldwerker Sietze bij de vistrap in de Barneveldse Beek, ten zuidoosten van Kasteel Stoutenburg. Een passerende boer op een tractor steekt zijn hand naar hem op. De veldwerker, gewapend met een groot schepnet, is inmiddels een vertrouwde verschijning in het beekdal rondom Stoutenburg. ‘Ik heb de omgeving heel goed leren kennen’, vertelt Sietze. De ecoloog inspecteert wegbermen, sloten, poelen, houtwallen en (park)bossen en brengt de dieren die er leven in kaart. ‘Denk aan libellen, dagvlinders, sprinkhanen, mieren, zoogdieren, amfibieën en reptielen zoals ringslangen’, somt Sietze op. Hij wijst op de rijkelijk begroeide berm. ‘De vegetatie wordt ook in kaart gebracht, maar dat is het terrein van mijn collega.’ Het Provinciaal Ecologisch onderzoek bracht de veldwerkers dit jaar naar de Gelderse Vallei, in het buitengebied van de gemeenten Amersfoort, Leusden, Woudenberg en Renswoude.
Oranjetipje
Sietze: ‘Ik bel aan bij boeren om toegang tot hun land te vragen. Dan leg ik uit wat ik ga doen en dan vinden ze het meestal wel goed, mits ik de koeien niet van streek maak.’ In het voorjaar zag hij hier rond Stoutenburg de vlindersoort het oranjetipje. ‘Dit vlindertje hebben we op 25 locaties gespot, maar vooral veel hier. Ik ga het liefst op pad als het zonnig is en niet te heet. Dan zijn er veel soorten actief’, lacht hij. Op deze mistige laatste velddag eind september is er van de vrolijke voorjaarsbode het oranjetipje geen spoor. Het enige dat oranje kleurt, zijn de bomen.
Bandheidelibel
Voor Sietze is dit een bijzondere plek. In de omgeving van de Barneveldse Beek trof hij tot zijn blijdschap dit seizoen regelmatig de opvallende bandheidelibel aan. ‘Deze libel heeft donkerbruine banden op zijn doorzichtige vleugels. Bijzonder, want deze soort kwam je hier vijf jaar geleden nog niet tegen. Nog geen veertig jaar geleden kwam de soort niet in Nederland voor’, legt hij uit. ‘Dat ervaar ik als spectaculair. Veel libellensoorten nemen in aantal toe doordat de waterkwaliteit verbetert. Maar ook de klimaatverandering speelt een rol.’ Ook de gebieden Bloeidaal en De Schammer, in hetzelfde beekdal, bezocht hij graag.
Vistrap barneveldse beek
Klaterende beek
Het water in de beek stroomt flink, als gevolg van de regenval van de afgelopen tijd. Sietze verheft zijn stem om zich verstaanbaar te maken, boven het geklater van het water dat langs de trappen van de vispassage stroomt. ‘Goed om het water zo hoog te zien. In mei en juni vielen de sloten droog. En met zulke extreme droogte zien we helaas dat de gewone soorten het niet overleven.’ Geen vis in het vizier vandaag, maar Sietze heeft toch een ‘vangst’. ‘Kijk’, wijst hij op iets bruins in een plukje waterplant, waar elke niet-kenner een iel takje in zou herkennen. Sietze weet beter: ‘Een larve van de weidebeekjuffer. Die komt hier veel voor.’ Sietze zet het insect voorzichtig terug in het water. Geen beschermde of zeldzame soort, maar ook een doodgewone larve telt mee in de rapportage. Sietze pakt zijn tabletcomputer en noteert.
Databank
De inventarisatie van de planten en dieren die leven in de provincie vindt elk jaar in een ander gebied plaats. Provincie Utrecht kan aan de hand van de flora en faunawaarnemingen zien of de maatregelen om de natuur divers te houden, doel treffen en zo nodig beleid aanpassen. De veldwerkers verwerken hun natuurwaarnemingen ter plekke in een tablet. Bij deze invoer bepalen navigatiesatellieten (GPS) hun positie in het veld. De gegevens worden opgeslagen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en zijn daarmee ook beschikbaar voor anderen.