De Rijksoverheid geeft gemeenten steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Vooral kleine gemeenten hebben moeite met de invoering en uitvoering van nieuwe taken. Indien samenwerken in de regio geen duurzame oplossing biedt, dan kan een gemeentelijke herindeling een optie zijn.
Een gemeentelijke herindeling is een ingrijpend proces. Is de beslissing tot een herindeling eenmaal genomen, dan moet de herindeling volgens allerlei wettelijke bepalingen verlopen. Die staan in de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi).
De procedure in grote lijnen:
- stap 1 (open overleg): Gedeputeerde Staten (GS) nodigen de betreffende gemeenten uit voor een eerste ronde open overleg en als het nodig is voor een tweede ronde open overleg.
- stap 2 (herindelingsontwerp): de provincie verwerkt de uitkomsten van het overleg en informatie over de gemeenten (profiel, functioneren, opgaven en dergelijke) in een herindelingsontwerp. GS stellen dat ontwerp vast.
- stap 3 (toezending en formele procedure): GS sturen het ontwerp naar de colleges van B&W van de betrokken gemeenten. Die leggen het ontwerp binnen 2 weken ter inzage voor de inwoners en andere belanghebbenden. Vervolgens hebben zij 8 weken de tijd om reageren. Tijdens die periode kunnen de gemeenten informatiebijeenkomsten houden.
- stap 4 (besluit gemeenteraden): binnen 3 maanden nadat ze het ontwerp hebben ontvangen, delen de gemeenten hun besluit mee aan GS.
- stap 5 (vaststelling herindelingsadvies): de provincie verwerkt de reacties van de gemeenten, inwoners en belanghebbenden en stelt een concept-herindelingsadvies op. Provinciale Staten behandelen het advies en stellen het vast.
- stap 6 (toezenden aan minister): de provincie stuurt het advies naar de minister van Binnenlandse Zaken. Hierna volgt een wetsontwerp dat behandelt wordt in de ministerraad, de Raad van State, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.
Toestemming Rijk nodig
Een herindeling vindt altijd plaats per 1 januari van het jaar dat volgt op de toestemming van het Rijk. Lees meer over de Arhiprocedure
Een gemeentelijke herindeling leidt tot een grotere gemeente. Hierdoor is het mogelijk de gemeentelijke taken over meer mensen te verdelen en gespecialiseerde medewerkers in te zetten. Ook wordt de kwetsbaarheid van de organisatie kleiner. Hierdoor kan een nieuwe gemeente taken beter uitvoeren. Ook in regionaal verband kan een grote, stevige gemeente meer bijdragen dan een kleinere gemeente.
Het kabinet Rutte II kiest voor gemeentelijke herindelingen van onderop. In het nieuwe Beleidskader gemeentelijke herindeling (2013) worden de toetsingscriteria benoemd en toegelicht.
Toetsing van herindelingsvoorstellen
Het kabinet beoordeelt elk herindelingsvoorstel als uniek geval, rekening houdend met lokale en regionale omstandigheden, ontwikkelingen en context. In ieder geval wordt getoetst aan de volgende vijf criteria:
- Draagvlak
- Interne samenhang/dorps- en kernenbeleid
- Bestuurskracht
- Evenwichtige regionale verhoudingen
- Duurzaamheid
1 Draagvlak
Draagvlak voor een herindeling is belangrijk. Het streven moet zijn gericht op herindelingen die op een zo groot mogelijk draagvlak kunnen rekenen. Het kabinet juicht voorstellen toe die op de steun van alle betrokken gemeenten en (een meerderheid van) hun inwoners kunnen rekenen. Maar dit betekent niet dat unanimiteit bij gemeentebesturen (of inwoners) voor het kabinet vereist is om een herindelingsadvies over te nemen. Het kabinet zal de mate van draagvlak volgens dezelfde maatstaven beoordelen als in de voorgaande kaders: lokaal bestuurlijk, maatschappelijk en regionaal. Het kabinet vraagt gemeenten en provincies daarom bij een herindeling de omliggende of anderszins betrokken gemeenten te vragen een zienswijze in te dienen. Indien gemeenten besluiten een negatieve zienswijze van een omliggende gemeente niet over te nemen, vraagt het kabinet om een onderbouwing waarom hiervoor gekozen is.
2 Interne samenhang/dorps- en kernenbeleid
Het is van betekenis dat de nieuwe gemeente een interne samenhang kent, die identiteit geeft aan de nieuwe bestuurlijke eenheid zonder het belang van dorpen en kernen te miskennen. De aard van interne samenhang van de nieuw te vormen gemeente kan verschillende uitingsvormen hebben: cultureel, sociaal, economisch, geografisch, enzovoort. Van de betrokken gemeentebesturen mag een gemeenschappelijke visie worden gevraagd op welke wijze de nieuw te vormen gemeente burgers, maatschappelijke organisaties en gemeenschappen zal betrekken bij de vormgeving en (indien gewenst) bij de uitvoering van beleid.
3 Bestuurskracht
In essentie kan worden gesteld dat gemeenten bestuurskrachtig zijn als zij in staat zijn hun maatschappelijke opgaven op te pakken en wettelijke taken adequaat te vervullen waarbij recht wordt gedaan aan en in het belang van hun maatschappelijke omgeving wordt gehandeld. Gedacht kan worden aan:
- besluitvorming, uitvoering en verantwoording van beleid;
- de ambtelijke organisatie;
- regionale maatschappelijke opgaven en taken;
- regierol naar partners en medeoverheden;
- financieel perspectief van de gemeente.
4 Evenwichtige regionale verhoudingen
Het kabinet vraagt gemeenten in het herindelingsadvies aan te geven:
- hoe hun gemeente zich verhoudt tot de andere gemeenten in de regio;
- welk effect hun schaal heeft op de regionale verhoudingen en de positie van de gemeente;
- hoe de schaal zich verhoudt tot het regionale opgavenprofiel;
- wat de positie van een eventuele regio-/centrumgemeente is.
5 Duurzaamheid
De nieuwe gemeente hoort duurzaam in staat te zijn de gemeentelijke taken (zelfstandig) uit te voeren. Voorkomen moet worden dat de nieuwe gemeente binnen afzienbare termijn wederom bij een herindeling wordt betrokken. Het kabinet geeft aan dat het voorstelbaar is dat in urgente situaties de noodzaak voor het versterken van de gemeentelijke bestuurskracht sterker is dan het aspect duurzaamheid.
Herindelingsscan
Om de discussie en het herindelingsproces op lokaal niveau te faciliteren, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met de provincies de herindelingsscan ontwikkeld. Deze scan kan worden uitgevoerd door de betrokken provincie in samenwerking met het ministerie op verzoek van alle gemeenten die betrokken zijn bij een herindelingsproces. Het ministerie zorgt voor het beschikbaar stellen en onderhoud van het databestand ten behoeve van de herindelingsscan. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit kan het ministerie ook deelnemen aan de uitvoering van herindelingsscans. Voor de herindelingsscan wordt uitgegaan van de nieuw te vormen (fictieve) gemeente.
Toelichting
Een uitgebreide toelichting op de criteria is te vinden in het Beleidskader. Deze bevat eveneens de bepalingen omtrent de planning van herindelingsverkiezingen.
Contact
Afdeling Bestuurs- en Directieondersteuning.
Telefoon: (030) 258 90 15