Provinciale Milieuverordening 2013

Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) is de provincie verplicht een verordening ter bescherming van het milieu vast te stellen. De provincie geeft aan deze verplichting invulling via de Provinciale Milieuverordening Utrecht 2013 (PMV).
Meer over Provinciale Milieuverordening 2013
Grondwaterbescherming en stiltegebieden
Artikel 1.2 van de Wm bepaalt dat de PMV regels moet stellen:
- voor de grondwaterbescherming met het oog op de waterwinning bij de PMV aangewezen gebieden.
- voor het voorkomen of beperken van geluidhinder bij de PMV aangewezen gebieden, de zogenaamde stiltegebieden.
De milieuregels voor stiltegebieden zijn opgenomen in de Provinciale milieuverordening 2013 (PMV). Ook de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) bevat regels voor stiltegebieden. Het provinciale beleid en achtergrondinformatie kunt u lezen in het dossier Stiltegebieden.
Milieuregels
Hoofdstuk 3 van de PMV bevat regels voor stiltegebieden. Deze regels zijn in drie categorieën te onderscheiden:
- Bijzondere zorgplicht
- Verbodsbepalingen
- Richtwaarden voor geluid
Hieronder een korte uitleg van de regels. In de PMV vindt u de regels en de toelichting hierop.
Bijzondere zorgplicht
De bijzondere zorgplicht om de akoestische kwaliteit van stiltegebieden te beschermen (art. 23) is 'bijzonder' en wijkt af van de algemene zorgplicht voor het milieu (art. 1.1a Wet milieubeheer (Wm)). In stiltegebieden is sprake van een kwetsbare kwaliteit. Van personen en instanties die activiteiten ondernemen, die de stilte in deze gebieden kunnen verstoren, is extra alertheid en zorgvuldigheid gewenst.
Bekijk de regels in art. 23 PMV en art. 1.1a Wm.
Verbodsbepalingen
- De PMV bevat verbodsbepalingen voor bijvoorbeeld het gebruik van een omroepinstallatie of modelvliegtuig, het organiseren of deelnemen aan gemotoriseerde toertocht(en), het varen met een waterscooter en het starten/landen met een helicopter
- Voor gebiedseigen en noodzakelijke activiteiten (agrarische activiteiten, gebiedsonderhoud of bouwactiviteiten) geldt een vrijstelling
- Ontheffing is onder bepaalde voorwaarden mogelijk in de bufferzone en in zeer uitzonderlijke gevallen ook in de stille kern
Bekijk de regels in art. 28-30 en 32 PMV en paragraaf 2.3.1 van de toelichting.
Lees in het dossier stiltegebieden meer over de verbodsbepalingen.
Richtwaarden geluid
- Het gewenste totale geluidsniveau in de stille kern van een stiltegebied is maximaal 40 dB(A)*
- In de bufferzone is dit maximaal 45 dB(A)*
- Het geluidsniveau mag niet te hoog worden, de provincie hanteert daarom een richtwaarde voor geluid.
De richtwaarde bedraagt 35 dB(A)* op 50 meter van de geluidsbron
Bij besluitvorming op grond van de Wro, de APV, de Wabo, de Wm en verkeersbesluiten op grond van de Wegenverkeerswet moet hier rekening mee worden gehouden
Bekijk de regels in art. 25-27 PMV en paragraaf 2.3.1 van de toelichting.
Lees in het dossier stiltegebieden meer over de richtwaarden voor geluid.
*dB(A) is een eenheid van geluid, vergelijkbaar met meter of seconde. In het dagelijkse spraakgebruik wordt vaak decibel gezegd.
Downloads
Contact
Secretariaat beleidsafdeling Fysieke Leefomgeving
T: (030) 258 90 11
E: secretariaat.leefomgeving@provincie-utrecht.nl