Zeven afspraken

De stikstofproblematiek betreft meerdere overheden en partners en heeft gevolgen voor de uitvoerende bevoegdheden van de provincies (vergunningverlening, toezicht en handhaving). De Minister van LNV is hierbij verantwoordelijk. Overheden en partners hebben na de PAS uitspraken gezamenlijk afspraken gemaakt over de directe omgang met vergunningverlening, toezicht en handhaving en Gedeputeerde Staten zijn hiermee op 16 juli 2019 akkoord gegaan. Het gaat om de volgende afspraken:

  1. Provincies zien, in elk geval tot aan het vaststellen van nieuwe beleidslijnen, af van actieve handhaving op de gerealiseerde meldingen en vergunningsvrije activiteiten. Dit geldt ook voor de aanpak op de tweejaarstermijn ontwikkelingsruimte. Provincies wijzen er wel op dat niet gerealiseerde activiteiten in het kader van meldingen vergunningplichtig zijn, en dus niet zonder vergunning gerealiseerd mogen worden.

  2. Provincies wijzen initiatiefnemers van vernietigde vergunningen er actief op dat, als de initiatiefnemer het project nog steeds wil realiseren, er een nieuwe aanvraag nodig is.
  3. Als initiatiefnemers vooruitlopend op een onherroepelijke vergunning het project toch gerealiseerd hebben, kunnen provincies een handhavingstraject starten. Bij dergelijke trajecten kan maatwerk in oplossing en tijd per project worden geboden.
  4. Provincies informeren gemeenten over het niet meer legitiem zijn van onder het PAS afgegeven Verklaringen Van Geen Bedenkingen.
  5. Provincies onderzoeken per besluit waartegen nog een beroepsprocedure loopt of het mogelijk is om via een wijziging van het besluit alsnog een rechtsgeldige situatie te creëren.
  6. Provincies zullen in het lopende beweidings- en bemestingsseizoen niet actief handhaven op de vergunningplicht voor beweiden en bemesten.
  7. Provincies stellen samen met de overige bevoegde gezagen een instrumentarium beschikbaar waarmee, zolang er geen nieuw programma is toch, waar mogelijk, toestemmingen op het gebied van stikstofdepositie verleend kunnen worden.

De overwegingen per afspraak zijn als volgt:

(Voormalig) vergunningsvrije activiteiten; de meldingen (afspraak 1)

De vergunningsvrije activiteiten vallen uiteen in verschillende categorieën:

  1. De activiteiten die onder het PAS geen melding nodig hadden. De omvang van deze categorie is niet in beeld bij de bevoegde gezagen vanwege het meldingsvrije aspect.
  2. Activiteiten die gemeld zijn en die ook al gerealiseerd zijn.
  3. Activiteiten die gemeld zijn, maar die nog niet gerealiseerd zijn.

Door de uitspraak mogen al deze activiteiten niet meer zonder vergunning uitgevoerd worden. Aangezien de initiatiefnemers te goeder trouw gehandeld hebben op basis van de toen geldende wet- en regelgeving, geldt voor alle categorieën dat er niet actief gehandhaafd wordt. Op verzoeken tot handhaving zal wel gereageerd moeten worden. Om meer duidelijkheid te geven over planning en doorlooptijd van vergunningverlening moeten eerst beleidslijnen voor interne en externe saldering en ADC-toetsing uitgewerkt worden en moet AERIUS calculator herzien worden (zie afspraak 7).

Vernietigde vergunningen (afspraken 2 en 3)

Initiatiefnemers waarvan de vergunning door de Raad van State of een van de rechtbanken vernietigd is, hebben nu niet de mogelijkheid hun activiteiten te ontplooien. De provincies wijzen deze initiatiefnemers erop dat een aangepaste vergunningsaanvraag nodig zal zijn voordat een nieuw besluit genomen kan worden.

Voor initiatiefnemers die vooruitlopend op een onherroepelijke vergunning toch hun activiteiten ontplooid hebben, geldt dat er op dit moment sprake is van een illegale situatie. Provincies zijn in die gevallen genoodzaakt handhavend op te treden. Er kunnen van geval tot geval maatwerkoplossingen aan de orde zijn, zoals het in de oorspronkelijke staat herstellen van de situatie of het aanpassen van de situatie zodanig dat deze alsnog vergunbaar is. Hierbij worden redelijke termijnen passend bij de situatie gehanteerd.

Besluiten die niet onherroepelijk zijn (afspraken 4 en 5)

Aan gemeenten zijn, voorafgaand aan de uitspraak, door de provincies op het PAS gebaseerde Verklaringen Van Geen Bedenkingen (VVGB’s) verstrekt. Hoewel deze verstrekt zijn, kan hierop geen omgevingsvergunning gebaseerd worden door de gemeenten. Provincies zullen gemeenten hierover informeren.

Voor verleende besluiten waartegen (nog) beroep is ingesteld, onderzoeken provincies of met een wijziging van het besluit het mogelijk is om alsnog de mogelijkheid te creëren om het project doorgang te laten vinden.

Beweiden en bemesten (afspraak 6)

Het zoeken naar een nieuwe oplossing voor het weiden van vee en het bemesten van landbouwgronden zal bewerkelijk zijn en vergt een zorgvuldige onderbouwing. Daarom zullen provincies in het lopende bemestings- en beweidingsseizoen niet actief handhaven op de vergunningsplicht. Er wordt alles op alles gezet om voor het volgende bemestings- en beweidingsseizoen voor deze activiteiten een aanpak beschikbaar te hebben.

Vergunningsverlening zonder pas (afspraak 7)

Het is van belang om tijdelijke instrumenten beschikbaar te maken om in de komende periode, waarin geen sprake is van een collectief beoordelingssysteem, waar mogelijk toch toestemmingen te kunnen verlenen. Dit gaat om nieuwe initiatieven, het legaliseren van voormalig vergunningsvrije activiteiten, het legaliseren van vernietigde vergunningen en het legaliseren van niet vergunde bestaande situaties (“interimmers”). Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een nieuwe versie van AERIUS Calculator en beleidskaders waaraan aanvragen voor (externe) saldering en ADC-toetsing moeten voldoen. Overigens zal de praktijk moeten uitwijzen voor hoeveel gevallen deze instrumenten daadwerkelijk tot een oplossing kunnen leiden.