Provinciale Staten stellen op hoofdlijnen het provinciebeleid vast en controleren of het dagelijks bestuur dat goed uitvoert. Om hun taken goed te kunnen uitvoeren, beschikken Provinciale Staten over verschillende instrumenten.
Amendement
Als Gedeputeerde Staten een besluit in de vorm van een ontwerpbesluit voorleggen aan Provinciale Staten, dan kunnen de Statenleden nog wijzigingen in dit besluit aanbrengen. Dit heet een amendement. Deze wijziging kan vele vormen aannemen. Het kan toevoeging van tekst zijn, of het verwijderen van overbodige, onjuiste of gedateerde informatie. Als de meerderheid van de Staten voor het amendement stemmen, dan wordt het oorspronkelijk ontwerpbesluit gewijzigd.
In dit overzicht vindt u alle amendementen die vanaf 2001 door Provinciale Staten zijn aangenomen.
Motie
Een motie is een schriftelijke uitspraak, wens of verzoek van een Statenlid (of meerdere leden) aan Gedeputeerde Staten om iets te doen of juist te laten. Moties worden in een vergadering behandeld bij het agendapunt over het betreffende onderwerp. Als een meerderheid van de Statenleden voor de motie stemt, hebben Gedeputeerde Staten de opdracht de inhoud van de motie uit te voeren.
In dit overzicht vindt u alle moties die vanaf 2001 door Provinciale Staten zijn aangenomen.
Actualiteitenmotie
Een Statenlid kan - op de maandag voor een Statenvergadering - een ‘actualiteitenmotie’ indienen bij de griffier. Deze motie moet aan een aantal criteria voldoen. Zo dient de motie urgent en van provinciaal belang te zijn. Daarnaast mag het onderwerp niet al op de agenda staan voor de Statenvergadering of voor de eerstvolgende commissievergadering.
Tijdens de Statenvergadering doet de voorzitter bij het agendapunt ‘vaststellen van de agenda’ een voorstel voor behandeling van de ingediende ‘actualiteitenmotie’. Als een meerderheid van de Statenleden voor de motie stemt, hebben Gedeputeerde Staten de opdracht de inhoud van de motie uit te voeren.
Artikel 47 Schriftelijke vragen
Een Statenlid heeft de mogelijkheid om Gedeputeerde Staten een of meerdere vragen te stellen over het beleid dat zij uitvoeren. Dit kan ook buiten de vergaderingen om. De mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen is vastgelegd in Artikel 47 van het Reglement van Orde. Daarom spreken we van Artikel 47 vragen. Gedeputeerde Staten moeten de vragen uiterlijk binnen dertig dagen beantwoorden. Alle Statenleden worden op de hoogte gebracht van zowel de vragen als de antwoorden.
In dit overzicht vindt u alle schriftelijke vragen die vanaf 2008 door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten zijn gesteld.
Mondelinge vragen (vragenhalfuurtje)
Het vragenhalfuurtje is een (standaard) onderdeel van de Statenvergadering en is bedoeld om informatie of een uitspraak te krijgen van Gedeputeerde Staten over een actueel onderwerp dat niet op de agenda van de vergadering staat. Dit zijn korte duidelijke vragen met een korte toelichting.
Interpellatie
Interpellatie is een middel om informatie te vragen van Gedeputeerde Staten over een onderwerp dat niet op de agenda van de Statenvergadering staat. Het verschil met mondelinge vragen is dat er bij interpellaties ook moties kunnen worden ingediend.
Initiatiefvoorstel
Met een initiatiefvoorstel kan een Statenlid een eigen voorstel voorleggen aan Provinciale Staten. Dit gebeurt door het initiatiefvoorstel schriftelijk aan de voorzitter van de Staten te sturen. Dan wordt bepaald of het voorstel rechtstreeks naar de Statenvergadering wordt gestuurd of dat het eerst in de vakinhoudelijke Statencommissie wordt besproken.
Statenonderzoek
Een Statenlid kan voorstellen om een onderzoek te doen naar het gevoerde beleid van Gedeputeerde Staten. Een onderzoek of enquête wordt alleen gebruikt bij onderwerpen die zwaar wegen. Het onderzoek wordt altijd uitgevoerd door een onderzoekscommissie die bestaat uit minimaal drie Statenleden. Bij ieder onderzoek stellen Provinciale Staten regels vast voor dat betreffende onderzoek.