01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 10 maart 2020
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
01C Openbaar verslag Extra GS-vergadering i.v.m. coronamaatregelen
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
03 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 17 maart 2020, Voorzitter, Secretaris, mr. J.H. Oosters mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
04 Vaststellen Ontwerp Omgevingsvisie provincie Utrecht, Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht en bijbehorende planMER
Essentie / samenvatting: Met de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening provincie Utrecht leggen Provinciale Staten van Utrecht eind 2020 de integrale lange termijn ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving van de provincie Utrecht vast. Hiervoor zijn de Ontwerp Omgevingsvisie, Ontwerp Omgevingsverordening en bijbehorende milieueffectrapport (planMER) vastgesteld. Het planMER geeft inzicht in de effecten van het nieuwe beleid uit de Omgevingsvisie op de leefomgeving. En is opgesteld ter ondersteuning van de visievorming en de besluitvorming over de Omgevingsvisie en -verordening. Ter voorbereiding van de Ontwerp Omgevingsvisie en Ontwerp Omgevingsverordening zijn op 17 december 2019 concept Ontwerpen van beide documenten vastgesteld. Deze zijn besproken met PS en met diverse samenwerkingspartners. Dit heeft geleid tot diverse wijzigingen in de Ontwerpen. De publicatie van de genoemde documenten volgt na 1 april en nadat Gedeputeerde Staten hebben besloten over een passend vervolgproces in verband met het coronavirus. Beslispunten: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de Ontwerp Omgevingsvisie provincie Utrecht, de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht en het planMER omgevingsvisie provincie Utrecht vast te stellen; 2. de Ontwerp Omgevingsvisie provincie Utrecht (met planidentificatienummer NL.IMRO.9926.2020OWVISIE-OW01) en de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Utrecht (met planidentificatienummer NL.IMRO.9926.2020OWVERORDENING-OW01) in april in de plannenviewer ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl aan te bieden om de documenten digitaal te kunnen raadplegen; 3. de Reactienota vast te stellen en deze, zodra de hiervoor genoemde documenten online staan, aan de reactanten toe te sturen; 4. kennis te nemen van de Transponeringstabel (was/wordt-lijst bij ontwerp Omgevingsverordening); 5. portefeuillehouder Van Essen in de periode tot het online zetten van de documenten te machtigen tot het aanbrengen van redactionele wijzigingen in de onder beslispunten 1 t/m 4 genoemde documenten.
05 Ondertekening Samenwerkingsovereenkomst Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) en Samenwerkingsovereenkomst MRA-Elektrisch 2020-2024
SAMENVATTING: De provincie Utrecht werkt sinds 2014 samen met de gemeenten Amsterdam en Almere, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Vervoerregio Amsterdam in het samenwerkingsverband Metropoolregio Amsterdam-Elektrisch (MRA-E). Doel van de samenwerking is het stimuleren van elektrisch vervoer en realisatie van openbare laadinfrastructuur. Dit is in de periode 2014-2019 succesvol verlopen. De MRA-E is landelijk koploper. Op grond van de positieve ervaringen verlengen de betrokken overheden de samenwerking voor de periode 2020-2024. In het kader van het klimaatakkoord stimuleert het ministerie van IenW ook het elektrisch vervoer. Op initiatief van het Rijk werken overheden en marktpartijen samen in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Het Rijk heeft landelijk 15 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld voor de periode van 3 jaar om via regionale samenwerking het elektrisch vervoer te stimuleren. Door ondertekening van een Regionale Agenda Laadinfrastructuur kunnen de MRA-E partijen hier aanspraak op maken. Dit zal gebeuren tijdens een landelijke bijeenkomst op 23 maart 2020. BESLUIT: Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning besluiten: 1. de Samenwerkingsovereenkomst MRA-Elektrisch 2020-2024 tussen de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, Vervoerregio Amsterdam en de gemeenten Amsterdam en Almere vast te stellen en aan te gaan; 2. de provincie Noord-Holland in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst MRA-Elektrisch als penvoerder te laten optreden en de daarvoor benodigde middelen uit het Projectbudget MRA-Elektrisch conform het werkprogramma te besteden; 3. de provincie Noord-Holland conform artikel 4.7 van de Samenwerkingsovereenkomst MRA-Elektrisch te mandateren en te machtigen om mede namens de provincie Utrecht subsidieaanvragen in te dienen voor de uitvoering van de activiteiten van MRA-E; 4. de provincie Noord-Holland te mandateren en te machtigen om de Samenwerkingsovereenkomst Regionale Aanpak Laadinfrastructuur vast te stellen en aan te gaan; 5. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten; 6. gedeputeerde van Essen te mandateren om redactionele aanpassingen in het nieuwsbericht en de Statenbrief door te voeren.
06 Vervanging elektrische bussen lijn 2
SAMENVATTING: De elektrische bussen op lijn 2 (de ‘binnenstadslijn’) van U-OV zijn al enige tijd onbetrouwbaar, en worden steeds onbetrouwbaarder. Vervoerder Qbuzz verwacht niet de performance van deze bussen te kunnen verbeteren. Qbuzz stelt daarom voor om voor eigen rekening en risico deze bussen te vervangen door nieuwe elektrische bussen, mits de provincie bereid is een overnameregeling af te spreken, waardoor de bussen na afloop van deze concessie overgaan naar de volgende concessie. Met dit besluit wordt hiermee ingestemd, waarmee een duurzame en voor de reiziger betrouwbare oplossing voor de problemen op lijn 2 wordt geboden. De levertijd voor de nieuwe bussen voor lijn 2 is circa een jaar. Om reizigers gedurende dit jaar niet met onnodige uitval/vertragingen te belasten, stelt Qbuzz voor om tot die tijd te rijden met bussen op HVO, een plantaardig hernieuwbaar alternatief voor diesel, dat in de volledige keten 90% minder CO2 uitstoot dan diesel. Met voorliggend besluit wordt ook met dit voorstel ingestemd. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. Qbuzz toestemming te geven om tot uiterlijk 1 april 2021 op lijn 2 bussen in te zetten die rijden op HVO in plaats van elektriciteit; 2. de gedeputeerde Mobiliteit te mandateren om een overnameregeling voor de nieuwe elektrische bussen voor lijn 2 te ondertekenen; 3. bijgevoegde Statenbrief vast te stellen en toe te sturen aan Provinciale Staten.
06 Vervanging elektrische bussen lijn 2
SAMENVATTING: De elektrische bussen op lijn 2 (de ‘binnenstadslijn’) van U-OV zijn al enige tijd onbetrouwbaar, en worden steeds onbetrouwbaarder. Vervoerder Qbuzz verwacht niet de performance van deze bussen te kunnen verbeteren. Qbuzz stelt daarom voor om voor eigen rekening en risico deze bussen te vervangen door nieuwe elektrische bussen, mits de provincie bereid is een overnameregeling af te spreken, waardoor de bussen na afloop van deze concessie overgaan naar de volgende concessie. Met dit besluit wordt hiermee ingestemd, waarmee een duurzame en voor de reiziger betrouwbare oplossing voor de problemen op lijn 2 wordt geboden. De levertijd voor de nieuwe bussen voor lijn 2 is circa een jaar. Om reizigers gedurende dit jaar niet met onnodige uitval/vertragingen te belasten, stelt Qbuzz voor om tot die tijd te rijden met bussen op HVO, een plantaardig hernieuwbaar alternatief voor diesel, dat in de volledige keten 90% minder CO2 uitstoot dan diesel. Met voorliggend besluit wordt ook met dit voorstel ingestemd. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. Qbuzz toestemming te geven om tot uiterlijk 1 april 2021 op lijn 2 bussen in te zetten die rijden op HVO in plaats van elektriciteit; 2. de gedeputeerde Mobiliteit te mandateren om een overnameregeling voor de nieuwe elektrische bussen voor lijn 2 te ondertekenen; 3. bijgevoegde Statenbrief vast te stellen en toe te sturen aan Provinciale Staten.
07 Regionale Innovatie Slimme Specialisatie Strategie (RIS3) West-Nederland 2021-2027
SAMENVATTING: Sinds 2006 werkt de provincie Utrecht samen met de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht en de vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, en Utrecht in het EFRO programma Kansen voor West. In voorbereiding op de nieuwe periode 2021-2027 is een Regionale Innovatie Slimme Specialisatie Strategie (RIS3) voor West Nederland opgesteld. Deze strategie is door de Europese Commissie als een voorwaardelijke conditie gesteld om in de nieuwe periode de EFRO gelden wederom op innovatie te mogen inzetten. In de RIS3 wordt inzichtelijk gemaakt welke uitgangspunten in West worden gehanteerd om het innovatievermogen in de regio te versterken. Vanuit Utrecht zijn de uitgangspunten van de Regionale Economische Agenda ingebracht en opgenomen in de RIS3. Bij de totstandkoming van de RIS3 is de regio uitgebreid geconsulteerd. Het college van Gedeputeerde Staten wordt gevraagd in te stemmen met het hanteren van de RIS3 als basis en inhoudelijk kader voor de inzet voor innovatie binnen het Operationeel EFRO programma Kansen voor West III voor 2021-2027. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de Regionale Innovatie Slimme Specialisatie Strategie voor West-Nederland vast te stellen als basis en inhoudelijk kader voor de inzet voor innovatie binnen het Operationeel EFRO programma Kansen voor West III voor 2021-2027; 2. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
08 Actualisatie Uitvoeringsverordening Economic Board Utrecht 2016
SAMENVATTING: Jaarlijks wordt de Uitvoeringsverordening Economic Board Utrecht 2016 geactualiseerd. Voor 2020 betreft de wijziging hoofdzakelijk het voortzetten van de bestaande MKB-Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) in het jaar 2020 en het op nul zetten van de subsidieplafonds van de regeling Algemeen (hoofdstuk 1), regeling Groen, Gezond, Slim Fonds en regeling Duurzame Warmtemarktintroductiefonds in verband met de komst van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) en de daarmee veranderende rol voor het Economic Board Utrecht. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de wijzigingen op de Uitvoeringsverordening Economic Board Utrecht 2016 vast te stellen; 2. de aanvraagformulieren en het begrotingsformat behorend bij de Uitvoeringsverordening Economic Board Utrecht vast te stellen; 3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
09 Verslag werkbezoek aan Gent op 17 en 18 februari 2020
SAMENVATTING: De colleges van de gemeente Utrecht en van de provincie Utrecht brachten op maandag 17 en dinsdag 18 februari 2020 samen een bezoek aan de stad Gent, België. Op basis van de Gedragscode integriteit commissaris van de Koning en gedeputeerden provincie Utrecht 2017 is de buitenlandse reis met een statenbrief aan PS (4 februari 2020) gemeld. Ook worden PS eveneens op basis van de gedragscode met een verslag geïnformeerd over de buitenlandse reis naar Gent. Het verslag is thans opgesteld en wordt ter informatie aan PS gezonden. Het verslag bevat informatie over de ontmoeting met de besturen van Gent en van de provincie Oost-Vlaanderen; de fietstocht door diverse stadswijken (Bloemekenswijk) en langs diverse stadsvernieuwingsprojecten, de werksessie van beide colleges en het bezoek aan De Krook (multifunctioneel gebouw waarin onder meer de centrale stadsbibliotheek is gehuisvest). BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief vast te stellen waarin verslag van de buitenlandse reis aan Gent op 17 en 18 februari 2020 wordt gedaan, en ter informatie aan Provinciale Staten te sturen.
09A Inwerkingtreding Stikstofregistratiesysteem
SAMENVATTING: Het stikstofregistratiesysteem (SSRS) is een volgende stap in het mogelijk maken van natuurvergunningen voor nieuwe initiatieven met stikstofuitstoot. Via het SSRS zal de stikstofruimte als gevolg van (in eerste instantie) de snelheidsverlaging naar 100 km/u op autosnelwegen op gestructureerde wijze worden gereserveerd en toegekend aan woningbouwprojecten en 7 infrastructuurprojecten uit het zogenoemde MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). In de afgelopen maanden hebben Rijk en provincies het SSRS gezamenlijk voorbereid: de minister van LNV is verantwoordelijk voor de Ministeriële Regeling op basis waarvan het SSRS in werking treedt; de provincies zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening voor woningbouwprojecten met gebruikmaking van de stikstofruimte uit het SSRS (voor MIRT-projecten is dat de minister van IenW). BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. in te stemmen met het als provincies starten met het in behandeling nemen van en beschikken op vergunningaanvragen voor woningbouwprojecten o.b.v. de Ministeriële Regeling (MR) en met gebruik van het SSRS met ingang van 19 maart 2020, onder de randvoorwaarde dat de minister zorgt voor een ecologisch passende beoordeling inclusief bestuurlijke afspraken over de oplossing voor de 3 gebieden waar significante negatieve effecten niet zijn uit te sluiten, voordat de provincies daadwerkelijk (ontwerp)beschikkingen zullen afgeven; 2. mandaat te geven aan de BC Stikstof om te bewaken en te beoordelen of de minister tijdig aan de onder 1. genoemde uitsluitende randvoorwaarde zal voldoen (c.q. heeft voldaan), hiervoor de noodzakelijke acties te ondernemen en de colleges van GS hiervan op de hoogte te houden; 3. de Statenbrief “Inwerkingtreding stikstofregistratiesysteem” vast te stellen en aan Provinciale Staten toe te sturen; 4. de portefeuillehouder te machtigen tot het aanbrengen van tekstuele en redactionele wijzigingen.
11 Organisatie erfbegeleiders/landbouwcoaches
SAMENVATTING: Gedeputeerde Staten hebben 21 januari 2020 de uitgangspunten voor de inzet van erfbegeleiders/landbouwcoaches vastgesteld. Hiermee worden eigenaren/ondernemers ondersteund bij het maken van keuzes over de toekomst van hun erf/bedrijf, een transitie naar een circulaire, klimaatneutrale en natuurinclusieve agrarische sector met behoud van een economisch gezond bedrijfsmodel en/of versnelling van de aanpak van asbestdaken. Gedeputeerde Staten hebben een marktconsultatie uitgevoerd om te onderzoeken op welke wijze de inzet van erfbegeleiders/landbouwcoaches het best kan worden georganiseerd. Op basis hiervan hebben Gedeputeerde Staten gekozen voor een hybride organisatievorm. Hierbij vervult de provincie een actieve regisserende rol, wordt de operationele organisatie uitbesteed en de begeleiders/coaches ingehuurd. Met deze organisatievorm kan de doelgroep het best worden bereikt en zijn er voldoende mogelijkheden om tijdens de uitvoering aanpassingen en verbeteringen aan te brengen. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de inzet van erfbegeleiders/landbouwcoaches te organiseren op basis van een hybride organisatiemodel.
12 Beantwoording schriftelijke vragen over cookies en volgmethodes provinciale website
SAMENVATTING: Uit onderzoek van de Volkskrant in samenwerking met de Fontys Hogeschool blijkt dat de websites van verschillende Nederlandse gemeenten gebruik maken van agressieve volgmethoden. Het gaat om sociale media- / advertentietrackers, van onder meer commerciële bedrijven als Facebook en Google. Overheidssites functioneren dan als ‘doorgeefluik’ van bezoekersdata ten behoeve van commerciële doeleinden. In de beantwoording wordt aangegeven dat in de contracten met de leveranciers is vastgelegd dat deze bedrijven bezoekersinformatie niet mogen gebruiken voor commerciële doeleinden. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Groen van GroenLinks betreffende cookies en volgmethoden op de provinciale website vast te stellen en te verzenden.
13 Beantwoording schriftelijke vragen van de SGP over de verkeersveiligheid voor fietsers op de parallelweg N233
SAMENVATTING: SGP geeft aan signalen te hebben gekregen dat de parallelweg langs de N233 van Rhenen naar Veenendaal (Lijnweg/Cuneraweg) in toenemende mate gebruikt wordt als sluiproute voor verkeer dat vaststaat op de N233. Voorheen was dit gewoon een fietspad, later is de route vanaf de Zuidelijke Meentsteeg tot en met de Rondweg Oost in Veenendaal veranderd naar een parallelweg. Dit heeft veel gevaarlijke situaties tot gevolg, niet alleen voor fietsende forenzen, maar ook voor de vele scholieren die dagelijks gebruik maken van deze route. In de beantwoording wordt aangegeven dat we in nauw overleg met de gemeente Rhenen zoeken naar oplossingen. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van den Dikkenberg van SGP betreffende de verkeersveiligheid voor fietsers op de parallelweg N233 vast te stellen en te verzenden.
14 Beantwoording vragen van de Partij OS (gemeenteraad Soest) over de duiding provincieregels inzake Oude Tempel in Soest
SAMENVATTING: Naar aanleiding van de brief die GS hebben verstuurd aan het college van de gemeente Soest over de duiding van de provinciale regels inzake Oude Tempel in Soesterberg, heeft Partij OS van de gemeenteraad in Soest op 14 februari aanvullende vragen gesteld over het provinciale beleid voor oude bosgroeiplaatsen. De opmerkingen gemaakt door GS op 10 maart zijn verwerkt in de beantwoording. In de reactie geven GS per vraag een toelichting op het provinciale beleid in relatie tot de ontwikkeling van Oude Tempel. De Provinciale Ruimtelijke Verordening biedt geen belemmeringen voor de woningbouwontwikkelingen. Daarnaast is het houtopstandenbeleid van de provincie hier niet van toepassing aangezien Oude Tempel ‘binnen de bebouwde komgrens houtopstanden’ ligt. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten in te stemmen met de beantwoording van de brief van Partij OS (gemeenteraad Soest) d.d. 14 februari 2020.
24 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 24 maart 2020, Voorzitter, Secretaris, mr. J.H. Oosters mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen