Dames en heren,
Een goed, gelukkig en gezond nieuwjaar voor u allen!
2021 was niet het jubeljaar waarop we hadden gehoopt na het moeilijke jaar 2020. Een jubeljaar zoals in 1666, toen een jonge Isaac Newton die ene appel van de boom zag vallen en zo zijn wet van de zwaartekracht kon formuleren. Een mijlpaal in de geschiedenis van de wetenschap. Hij had er alle tijd voor, want zijn universiteit, Cambridge, was gesloten vanwege een uitbraak van de pest. Ook toen al een lockdown.
De zure appel waar wij als samenleving doorheen bijten, is langdurig en hardnekkig. Anderzijds vormde 2021 wel het bewijs dat onze samenleving veerkrachtig is. Binnen de beperkingen slagen we erin om de moed erin te houden en ons leven aan te passen. We leren weer leven met de seizoenen. Seizoenen met beperkingen wisselen af met periodes waarin we elkaar kunnen ontmoeten en erop uitgaan.
We verlangen vurig naar het oude normaal, maar wanneer dit terugkeert - niemand die het weet. Dit gebrek aan een perspectief voelt als een zware last. Ondernemers, zorgpersoneel, theatermakers en jongeren verdienen de solidariteit van ons allen. Maar afkalvend begrip voor maatregelen en het polariserende debat over de gekozen oplossingen tast ons vermogen om solidair te zijn aan. We bekvechten over details, verliezen ons in onaangenaam gedrag en verliezen de nuance. Je zou haast vergeten dat we met z'n allen in hetzelfde schuitje zitten: willen we niet allemáál zo snel mogelijk van deze crisis af? Ons geduld en begrip blijken niet oneindig elastisch.
Juist nu is het belangrijk om elkaar de hand te reiken en eensgezind het jaar in te stappen waarin we de pandemie achter ons laten. Dat is mijn uitdrukkelijke wens voor 2022!
2022 in velerlei opzicht een herdenkingsjaar
2022 is in velerlei opzicht in onze provincie een herdenkingsjaar.
Op 31 augustus is het precies 500 jaar geleden dat de Utrechtse timmermanszoon Adriaan Floriszoon Boeyens als Adrianus de VI in Rome tot paus werd gekozen. Aan deze markante persoonlijkheid hebben we het prachtige Paushuize te danken van waaruit ik u toespreek. We hebben dezer dagen veel aan zijn heldere levensmotto: 'Wees geduldig en hou stand'. Een zeer toepasselijk motto voor het jaar dat voor ons ligt.
350 jaar geleden leek ons land 'redeloos, radeloos en reddeloos'. In 1672 - het rampjaar - werden wij overrompeld door een gecombineerde aanval van de Franse Koning, de Engelse Koning en de bisschoppen van Munster en Keulen. Langs de Oudhollandse Waterlinie in het westelijk deel van onze provincie werd hevig strijd geleverd, werden kastelen en buitenplaatsen gebrandschat en dorpen en stadjes bezet of vernietigd. Door vroegtijdige overgave werd de rest van het Sticht enigszins gespaard. Het was een onzekere, perspectiefloze en gepolariseerde tijd.
Met het hijsen van een vlag voor het stadskantoor op 2 januari heeft burgemeester Sharon Dijksma het startsein gegeven voor de 900-ste verjaardag van de Domstad. Sinds 1122 heeft Utrecht stadsrechten en vormt de stad het trotse middelpunt van de provincie.
De stadsrechten werden mogelijk door de eerste stappen in het georganiseerd waterbeheer. In 1122 werd de Vaartse Rijn gegraven om de stad beter bereikbaar te maken over het water. Sinds 1322, dus 700 jaar geleden, kennen we het hoogheemraadschap Lekdijk Benedendams, de rechtstreekse voorganger van De Stichtse Rijnlanden. Ook toen al zorgde een georganiseerd waterbeheer voor een veilig en welvarende woon- en leefomgeving in onze regio. Goed om bij stil te staan, want de klimaatverandering maakt deze taak actueler dan ooit.
In tijden waarin de samenleving onzeker is omdat perspectief ontbreekt, verhoudingen op scherp staan en er meerdere niet-beïnvloedbare bedreigingen van buiten zijn, is het goed om onze geschiedenis te kennen. Het is nuttig om te weten waar je vandaan komt en hoe land en provincie, met vallen en opstaan, zijn opgebouwd. De vele herdenkingen dit jaar kunnen in dat opzicht ook houvast bieden voor de dag van vandaag. Wij zijn niet de eerste generatie die voor grote opgaven is komen te staan. Al voelt dat soms wel zo.
Uitdagingen en opgaven voor 2022
De uitdagingen en opgaven voor 2022 liegen er inderdaad niet om. In voorbereiding op de Tweede Kamerverkiezingen en de daaropvolgende kabinetsformatie formuleerden overheden en maatschappelijke partners in Midden-Nederland het Utrechts Aanbod. De gedachte is dat de sterke Utrechtse regio, centraal gelegen in het land, een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van de huidige maatschappelijke vraagstukken. Provincie, gemeenten, regio's, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties in het Utrechtse staan klaar om in goede samenwerking met de Rijksoverheid vaart te maken met de woningbouwopgave, mobiliteit, natuur, verduurzaming van de landbouw en klimaat en energie.
Het heeft even geduurd, de formatie. Maar, het regeerakkoord lezend mag je concluderen dat er grote overeenkomsten bestaan tussen onze ambities en die van het nieuwe kabinet. Het Utrechtse uitgangspunt dat 'groen moet meegroeien' met de ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening, is zelfs letterlijk overgenomen. Ook is er een luisterend oor getoond voor de vanuit de regio aangedragen alternatieven voor de verbreding van de A27 bij Amelisweerd. En ook op andere domeinen is er veel overlap.
De vraag is nu op welke wijze en met welke toerusting de nieuwe ministersploeg de hand aan de ploeg slaat. Dat maar liefst vier kersverse bewindslieden hun GS-colleges in Groningen, Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht verlaten om vanuit Den Haag te opereren, is een goed teken. De provinciale bestuurders weten als geen ander hoe ze complexe opgaven, in overleg met publieke en private partijen, een plek moeten geven in de samenleving. Deze coördinerende rol stimuleert draagvlak bij bestuurlijke partners, en vanzelfsprekend ook bij belanghebbenden en inwoners.
De inmiddels beproefde gebiedsgerichte aanpak is het bestuurlijke instrument van de provinciale overheid. Of het nieuwe kabinet dit en volle erkent, en er vol op wil inzetten, is natuurlijk niet alleen afhankelijk van de herkomst en ervaring van bewindslieden. Belangrijk is wat men erover schrijft in het regeerakkoord en hoe men zal gaan handelen. Twee dagen na de start van dit kabinet is het een goed moment om hierover als provincie Utrecht duidelijkheid te geven. Op inhoud delen we de ambities voor klimaat, energie, woningbouw, mobiliteit, natuurontwikkeling en landbouw. Er is echter meer nodig. Ik noem: voldoende middelen, voldoende ruimte, voldoende instrumenten en voldoende vertrouwen.
Op deze punten stelt het regeerakkoord nog niet gerust.
De rijksbegroting reserveert weliswaar forse bedragen voor genoemde domeinen, maar de uitvoerende overheden - gemeenten en provincies - lijken onvoldoende voor de klus te worden toegerust. De financiële positie van gemeenten is zorgelijk, en zal vooralsnog niet structureel verbeteren. Dat zou een showstopper kunnen worden. Onze basisbestuurslaag verdient een solide financiële positie. Als het gaat om benaderbaarheid en dienstverlening zijn het de decentrale overheden die het imago van 'de overheid' bepalen. Wanneer zij niet in staat zijn hun taken goed uit te voeren, zal het vertrouwen van inwoners wegblijven en ontberen we het benodigde draagvlak voor de benodigde transities.
Ook blijft het regeerakkoord vaag over de eigenstandige positie van provincies en gemeenten in de ruimtelijke ordening. Het kabinet spreekt over meer centrale regie en wil vaker zijn 'aanwijzingsbevoegdheid' benutten. Onze gedecentraliseerde eenheidsstaat biedt echter ruimte voor bestuurlijke afwegingen die we maken vanuit lokale betrokkenheid en kennis. Dit is zelfs een voorwaarde voor een effectieve uitvoering. Ingrijpende besluiten die voortvloeien uit 'blauwdrukdenken' of 'grote-stappen-snel-thuis'- daar krijg je de handen niet voor op mekaar.
Een centrale commandostructuur zal de woningbouw of energietransitie ook niet versnellen. Snelheid ontstaat juist door eendrachtig samenwerkende overheden met een gedeelde visie, en door een taakverdeling op basis van competentie in plaats van concurrentie. Het kabinet zal duidelijk moeten aangeven wat het van provincies en gemeenten verwacht en op welke wijze de ondersteuning vorm krijgt. Het Utrechts Aanbod is een open uitnodiging tot samenwerking. Wij gaan ervan uit dat het kabinet deze uitgestoken hand niet zal weigeren!
Daarnaast is een goed wettelijk en juridisch instrumentarium een voorwaarde om decentraal vaart te maken met de plannen. Afgelopen periode is gebleken dat een adequate juridische onderbouwing van bijvoorbeeld de stikstofaanpak of de plaatsing van windturbines nog op orde moet komen. Dit levert onzekerheid op bij belanghebbenden en betrokkenen, en plaatst provincie en gemeenten in een ongemakkelijke positie. En het vertraagt. Dus, kabinet, kijk wat meer met een staatsrechtelijke en juridische blik naar de aanpak en uitvoering!
Goede en open verhouding tussen overheden is essentieel
Een goede en open verhouding tussen de overheden in ons land is essentieel voor een goed overheidsbestuur. Het vorige kabinet heeft samen met decentrale overheden ingezet op het zogenaamde interbestuurlijk werken. Nu, vier jaar later, blijkt dit een wisselend succes. We zijn er nog niet. Vooral veel Rijksdepartementen hebben problemen met delegeren. Voor provincies en gemeenten is samenwerken in de regio overigens ook nog een hele opgave. Interbestuurlijk werken biedt weliswaar de vereiste integraliteit en zet overheden in hun kracht, maar er moet nog geoefend worden in het 'zaken overlaten aan elkaar' en 'de ander iets gunnen'.
Ook provincies kunnen winnen in een meer zelfbewuste rol als middenbestuur. Juist bij het interbestuurlijk werken is de coördinerende en faciliterende rol van de provincie onmisbaar. Met de discussie over Groeisprong 2040 laat de provincie Utrecht zien dat we werk maken van onze rol!
De coronacrisis is van een ongekende aard van omvang, en laat zich op het eerste gezicht lastig interbestuurlijk aanpakken. Centrale sturing mag dan nodig zijn voor een slagvaardige crisisbeheersing - het moet wel tijdelijk zijn. Zowel bij de stikstofcrisis, het asielvraagstuk als bij de aanpak van de woningnood houdt de Rijksoverheid gemakkelijk vast aan centrale crisisstructuren. Een directieve aanpak zonder gedeelde visie of perspectief, met spoedoverleggen en ministeriële aanwijzingen. Al met al weinig transparant. Zou het niet veel beter zijn om vast te houden aan de bestaande taak- en rolverdeling tussen de overheden en te vertrouwen in elkaars competenties? En zou het niet goed zijn om dit aan het begin van de nieuwe kabinetsperiode als overheden naar elkaar uit te spreken? Nogmaals, snelheid en slagvaardigheid bereik je eerder met een betere samenwerking dan met een afstandelijke centrale regie. Die 'paardenmiddelenaanpak' moeten we exclusief reserveren voor noodsituaties. De overige bestuurlijke vraagstukken - hoe groot en urgent ook - kunnen uitstekend binnen de bestaande bestuurlijke verhoudingen tot oplossingen worden gebracht.
Het nieuwe kabinet kiest voor een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is. Prachtig! De praktijk is dat we nog veel stappen te zetten hebben - als overheden gezamenlijk en elke overheid afzonderlijk. Dat geldt ook voor onze eigen provincie. In het Utrechts Aanbod heeft de regio haar ambities helder uitgesproken. Voor de belangrijkste kopzorgen van de Utrechter willen wij snel oplossingen bieden. Woningen, mobiliteit, duurzame energie, groen dat meegroeit, natuurherstel, vitale en gezonde landbouw en een klimaatbestendige woon- en leefomgeving. Wij willen dat samen en slagvaardig doen. Wel op een wijze die de overheid waardig is, en waarin besluiten democratisch en voor eenieder inzichtelijk tot stand komen.
Een onzekere samenleving verdient een slagvaardig en betrouwbaar bestuur. 2022 is het jaar waarin we dat met elkaar kunnen realiseren!
Utrecht is trots dat onze Hanke Bruins Slot nu minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is. In haar bestuurlijk werk voor onze mooie provincie herkennen wij de kernwaarden van goed bestuur. Wij wensen haar alle succes en verheugen ons op de voortzetting van de samenwerking!
Hoe mooi Paushuize ook is, ik voel me hier toch wat alleen, zo sprekend voor een camera. Graag herhaal ik mijn wens voor 2022: juist nu is het belangrijk om elkaar de hand te reiken en samen in dei nieuwe beloftevolle jaar de crisis achter ons te laten. Dat gaat ons lukken!
Om met Adrianus te spreken: Wees geduldig en hou stand!
Commissaris van de Koning Hans Oosters, 12 januari 2022.