Aardgasvrij: niet alleen leren, maar vooral realiseren!

'Geef ons meer middelen, anders gaat het ons niet lukken om in 2030 1,5 miljoen huizen aardgasvrij te maken.' Die noodkreet stuurde de veertig grootste gemeenten afgelopen week aan de Tweede Kamer. Wij onderschrijven die oproep.

Rijtjeshuizen

Om gemeenten financieel te helpen gebouwen aardgasvrij te maken, heeft het Rijk op dit moment alleen de regeling ‘Proeftuinen Aardgasvrije Wijken’ (PAW), die van 2018 tot 2028 loopt. In totaal is 435 miljoen euro beschikbaar. Dat is veel te weinig om op grote schaal huizen aardgasvrij te maken. Terwijl er genoeg plannen liggen. Aan de inzet van gemeenten ligt het niet: 71 gemeenten dienden in de tweede ronde ‘Proeftuinen’ een plan in om een wijk of dorp aardgasvrij te maken. Het Rijk honoreerde slechts 19 voorstellen, 52 dus niet.

Zeven gemeenten in de provincie Utrecht dienden plannen in om in totaal zo’n 8800 woningen en andere gebouwen aardgasvrij te maken. Ze vielen buiten de boot, soms voor de tweede keer. Niet omdat ze een slecht uitgewerkt of onrealistisch plan hadden. Maar omdat het plan bijvoorbeeld onvoldoende vernieuwend is t.o.v. andere proeftuinen. Of omdat er twijfels waren of inwoners wel zover willen gaan om zelf mee te investeren in het isoleren van hun woningen.

In de Amersfoortse wijk Schothorst-Zuid kan een warmtenet zo’n 2200 woningen verwarmen. De omslag naar een aardgasvrije woning zou dankzij een rijksbijdrage van 5 miljoen euro (op een totaal bedrag van 25 miljoen) voor alle bewoners kostenneutraal kunnen zijn, wat belangrijk is voor het draagvlak. 40 procent van die huizen is particulier bezit. Als je al deze inwoners wilt overtuigen dat het zinvol is om over te schakelen op het warmtenet, dan helpt een tweede afwijzing van de aanvraag voor een proeftuin niet.

In Wijk bij Duurstede en Leusden zijn – net als bij een groot deel van de bebouwing in Nederland – warmtenetten niet de oplossing. Te dun bevolkt, te veel afstand tussen de woningen en andere gebouwen. Hier zijn individuele oplossingen nodig waaraan ook huiseigenaren mee betalen. De huizen moeten geïsoleerd worden en verwarming gaat dan m.b.v. een warmtepomp. Als Wijk bij Duurstede en Leusden hun aanvraag gehonoreerd hadden gezien, zouden ze samen zo’n 3000 woningeigenaren hebben kunnen helpen. Beide gemeenten zetten hun plannen overigens door, alleen zal de uitvoering veel langer duren zonder rijksbijdrage.

Doel van ‘s Rijks proeftuinen is het leren van de ervaringen. En hoewel het prima is om te investeren in innovatie willen veel gemeenten juist realiseren. Er liggen genoeg goede, uitvoerbare plannen waarbij een deel van de investeringen zich terugverdient met een lagere energierekening. Maar die plannen hebben allemaal een onrendabele top. En hiervoor bestaat bij het Rijk nog geen regeling. Als je als gemeente dan naast de subsidie voor een proeftuin grijpt, blijf je met lege handen achter. Bovendien: door meer te realiseren ontstaat schaalvergroting en leren we hoe de uitvoering efficiënter kan. Dat geeft zowel kostendalingen als operationele innovatie.

Daarom een oproep aan het toekomstige kabinet: geef meer dan geld voor een paar proeftuinen alleen. We moeten niet alleen leren, maar ook realiseren. De transitie naar aardgasvrij wonen en werken vraagt om één overheid. Dit is geen opdracht voor de gemeenten en onze inwoners alleen, maar een gezamenlijke opgave volgend uit het Klimaatakkoord en uit de afspraken op nationaal niveau om de gaskraan in Groningen dicht te draaien. Aardgasvrij maken vraagt grote investeringen en daarom ook om eenduidig optreden vanuit de overheid. En hoewel een deel van de investeringen zich terugverdient, zijn er onrendabele toppen waarvoor een rijksbijdrage onontbeerlijk is. De provincie op haar beurt ondersteunt gemeenten financieel met proceskosten. Alleen samen kunnen we voorkomen dat de verduurzaming leidt tot hogere woonlasten en maken we het ook voor mensen met een minder dikke portemonnee mogelijk om mee te doen. Alleen met middelen van het Rijk kunnen de vele goede plannen die nu samen met inwoners zijn voorbereid, worden uitgevoerd. Zo kunnen we serieus vaart maken met het aardgasvrij maken van onze woningen.

Huib van Essen, gedeputeerde provincie Utrecht

Astrid Janssen, wethouder Amersfoort

Anne Brommersma, wethouder De Bilt

Erik van Beurden, wethouder Leusden

Rob Jorg, wethouder Utrechtse Heuvelrug

Hans Marchal, wethouder Wijk bij Duurstede

Wouter Catsburg, wethouder Zeist