Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 01-08-2019

01 Beantwoording schriftelijke (vervolg)vragen SGP-fractie inzake lozing alpha-methylstyreen op riolering gemeente Woudenberg

SAMENVATTING:

Eind november 2018 zijn er als gevolg van een menselijke fout bij een risicovol bedrijf in Woudenberg schadelijke stoffen in de riolering beland. Naar aanleiding van antwoorden op toen door Provinciale Staten gestelde vragen, zijn er nu vervolgvragen binnengekomen. Provinciale Staten willen weten waarom het door het bedrijf opgestelde incidentenonderzoek lang op zich liet wachten. Ook de inhoud ervan roept vragen op. Gedeputeerde Staten maken in hun antwoord duidelijk dat bij onderzoeken als deze zorgvuldigheid vóór snelheid gaat. Om herhaling van een dergelijke ernstige overtreding te voorkomen, zijn aan het bedrijf 2 forse preventieve lasten onder dwangsom opgelegd van elk € 50.000,-. Wat betreft het toegezegde evaluerende gesprek met het bedrijf en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, wachten Gedeputeerde Staten nog even op de resultaten van het strafrechtelijk vooronderzoek. In het komende gesprek zal ook het communicatietraject met omwonenden aan de orde worden gesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vervolgvragen ex art. 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van het Statenlid B. C. van den Dikkenberg van de SGP, betreffende lozing alpha-methylstyreen op de riolering in de gemeente Woudenberg, vast te stellen en te verzenden.

02 Awb-bezwaarschrift tegen 2 opgelegde lasten onder dwangsom vanwege overtredingen van het Waterbesluit

SAMENVATTING:

Een producent van frisdranken in de gemeente Utrecht heeft voor het derde achtereenvolgende jaar te laat opgave gedaan van het grondwaterverbruik. Al in 2017 is het bedrijf er op gewezen hoe en binnen welke termijnen jaarverbruikcijfers moeten worden ingediend. Met een last onder dwangsom hebben Gedeputeerde Staten bewerkstelligd dat de rapportage over 2018 alsnog is toegezonden. Met een tweede last onder dwangsom is het bedrijf dringend verzocht om in 2020 en volgende jaren de verbruiksrapportage wél tijdig in te dienen. Het daartegen door het bedrijf ingediende bezwaarschrift is volgens de Awb-adviescommissie ongegrond. Wel moet de tweede last onder dwangsom tekstueel wat worden aangepast. Gedeputeerde Staten volgen het advies op.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het tegen twee lasten onder dwangsom d.d. 13-2 en 3-5-2019 ingediende bezwaarschrift als ongegrond aan te merken;
  2. de last onder dwangsom d.d. 3-5-2019 middels de beslissing op bezwaar juridisch deels te corrigeren;
  3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb- adviescommissie van PS en GS van 4 juni 2019.

03 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO aan het College van GS, gesteld door J. Bart (Groen Links) en H. Chidi (D66) betreffende Ontwikkelingen omtrent vliegverkeer

SAMENVATTING:

Op dit moment wordt er landelijk gewerkt aan een nieuwe Luchthavennota en de herindeling van het luchtruim. De resultaten hiervan zijn van invloed op de geluidhinder en luchtkwaliteit in de provincie Utrecht. Groen Links en D66 hebben vragen gesteld naar de risico’s en de effecten van de wijzigingen op de gezondheid en de betrokkenheid van de Utrechtse gemeenten bij het proces. De gevolgen, ook voor de geluidhinder en de luchtkwaliteit in de provincie Utrecht, van de te maken keuzes moeten uitgebreid aan de orde komen in de Milieu Effectenrapportages die opgesteld worden ten behoeve van de besluitvorming. Ten behoeve van de besluitvorming heeft het ministerie een uitgebreid participatieproces opgesteld voor zowel de burgers als de verschillende bestuurslagen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Bart van Groen Links en Chidi van D66 betreffende de ontwikkelingen omtrent vliegverkeer vast te stellen en te verzenden.

04 Beantwoording schriftelijke vervolgvragen PVV-fractie betreffende biowarmtecentrale, Lage Weide, gemeente Utrecht

SAMENVATTING:

De PVV-fractie uit Provinciale Staten heeft vervolgvragen gesteld over aard, onderlinge samenstelling en herkomst van recent in de biowarmtecentrale Lage Weide (gemeente Utrecht) verbrande biomassa. De PVV-fractie wil ook weten wat de effecten zijn op de natuur/biodiversiteit, nu zulk snoeihout niet meer in de natuur achterblijft. Gedeputeerde Staten antwoorden dat de installatie op dit moment nog de testfase doorloopt. Zodra de biowarmtecentrale aan Eneco is overgedragen, moet de installatie gaan draaien conform de vergunningvoorschriften. Gedeputeerde Staten beschikken niet over info of er bomen zijn gekapt voor de recent benutte biomassa. Dat zijn vragen die geen relatie hebben met toetsingsgronden voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het oprichten van, in dit geval, een biowarmtecentrale. Daarom moeten Gedeputeerde Staten het antwoord op die vragen schuldig blijven.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid, de heer R. Dercksen van de PVV-fractie betreffende de biowarmtecentrale op Lage Weide (gemeente Utrecht) vast te stellen en te verzenden.

05 Beantwoording schriftelijke vragen door Partij van de Dieren betreffende het afsteken van vuurwerk in het broedseizoen

SAMENVATTING:

De Partij voor de Dieren uit Provinciale Staten heeft vragen gesteld naar aanleiding van een (uiteindelijk afgelast) vuurwerkevenement in het Máximapark in de gemeente Utrecht. Geïnformeerd wordt of eerder aangekondigd landelijk onderzoek al heeft geleid tot aanpassing van het provinciale vuurwerkbeleid. Gedeputeerde Staten antwoorden dat het landelijk onderzoek inderdaad heeft plaatsgevonden en dat de uitkomsten van het onderzoek zich nu in een testfase bevinden. Inhoudelijk doet de provincie al wel haar voordelen met de uitkomsten van het onderzoek. Zeker waar het betreft de uit het onderzoek voortgekomen maatstaf waarmee (significante) kansen op verstoring van vogelsoorten door vuurwerkactiviteiten in beeld gebracht kunnen worden. Wanneer, naast de diverse wettelijke criteria, ook aan deze nieuwe maatstaf wordt voldaan, achten Gedeputeerde Staten het niet misplaatst om ook in het broedseizoen vuurwerk te laten afsteken.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid dhr. W. van der Steeg (PvdD) vast te stellen en te verzenden.

06 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 3 september 2019,

voorzitter,

secretaris,