01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 24 september 2019
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
05 Financiering IPO informatieproducten Natuur en Externe Veiligheid Omgevingswet
SAMENVATTING:
In het bestuursakkoord implementatie Omgevingswet dat Rijk, VNG, Unie van Waterschappen en IPO in 2015 hebben ondertekend, zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarin is ook de ambitie uitgesproken om informatiehuizen te bouwen. Een informatiehuis is een voorzieningen die digitale informatie over een bepaalt thema aan het DSO levert en bruikbaar is voor de uitvoering onze taken. De informatiehuizen zijn in 2018 bij een herijking uit de scope van het DSO gehaald. Omdat de beschikbaarheid van informatie van goede kwaliteit cruciaal is om de maatschappelijke baten van de Omgevingswet te realiseren, willen de provincies hun verantwoordelijkheid nemen voor de informatiehuizen Natuur en Externe Veiligheid door te investeren in de ontwikkeling en het beheer van goed bruikbare informatieproducten voor deze twee onderwerpen. Deze informatieproducten zijn aansluitbaar op het DSO en ook zonder de Omgevingswet zijn deze producten nodig voor de uitvoering van de taken van de provincie (no regret).
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten onder voorbehoud van goedkeuring van de programmabegroting 2020 (30 oktober a.s).:
Voor de jaren 2020 en 2021 per jaar € 215.750,- , dus in totaal € 431.500,- , ter beschikking te stellen voor de ontwikkeling van informatieproducten Natuur en Externe Veiligheid, inclusief het beheer daarvan in 2020 en 2021.
06 Aanwijzing DAEB tbv financiering Trajectplan Duurzame Landbouw met Natuur
SAMENVATTING:
In november 2017 hebben acht partijen het Actieplan Duurzame Landbouw met Natuur aangeboden aan ede provincie, als gezamenlijke inbreng voor de nieuwe landbouwvisie van de provincie. De provincie Utrecht heeft het Actieplan integraal in haar Landbouwvisie 2018 overgenomen. Voor de uitvoering van het Trajectplan vraagt NMU, namens alle initiatiefnemers van het actieplan, subsidie aan bij de provincie Utrecht. De provincie wil samen met partners een transitie naar een duurzame landbouw bewerkstelligen. Dit Trajectplan sluit door de samenwerking tussen landbouworganisaties en groene organisaties, de ambities voor natuurinclusieve landbouw én de voorgestelde uitvoering, goed aan bij de doelen en ambities van enerzijds de Landbouwvisie en de Samenwerkingsagenda Landbouw (SAL) en anderzijds de Realisatiestrategie Natuur. Om te borgen dat de provinciale subsidie rechtmatig is, wordt voorgesteld om NMU voor dit Trajectplan een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) op te leggen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het DAEB-aanwijzingsbesluit Trajectplan Duurzame Landbouw met Natuur vast te stellen;
- het DAEB-aanwijzingsbesluit Trajectplan Duurzame Landbouw met Natuur te publiceren in het Provinciaal Blad.
07 Werkbezoek Ronald McDonaldhuis
SAMENVATTING:
Het UMC Utrecht staat voor een grote verbouwing, waardoor het Ronald McDonaldhuis moet verhuizen. Afgelopen jaar is hierover ambtelijk en bestuurlijk gesproken en zijn vijftien locaties onderzocht, samen met de betrokken gebiedspartners. Dit proces heeft niet tot consensus over een mogelijke nieuwe locatie geleid. Het UMC Utrecht heeft van meet af aan ingezet op een locatie buiten de rode contour en in het genomineerde gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit is in strijd met het provinciale beleid. Ook de gemeente Utrecht heeft bezwaren bij de voorkeurslocatie van het UMC Utrecht. Om het dilemma aan de politiek duidelijk te maken, wordt op 9 oktober 2019 een werkbezoek voor de Staten en de gemeenteraad van Utrecht georganiseerd. Op dit werkbezoek zal ruimte zijn om de verschillende belangen toe te lichten. In een gezamenlijke statenbrief/raadsbrief worden Staten en gemeenteraad vooraf geïnformeerd.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- kennis te nemen van het doorlopen proces;
- Provinciale Staten informeren over de dilemma’s middels bijgevoegde statenbrief, ter voorbereiding op het werkbezoek op 9 oktober 2019.
08 Brief aan ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over voortgang jaarrekening 2018
SAMENVATTING:
Informeren van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de voortgang van de jaarrekening 2018 en de jaarrekening 2019.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de brief aan BZK over de voortgang van de jaarrekening 2018 vast te stellen;
- een afschrift van de getekende brief te verzenden aan Provinciale Staten.
09 Normenkader rechtmatigheid 2019
SAMENVATTING:
De accountant gaat bij de controle van de jaarrekening na of de provincie financieel rechtmatig handelt. Dat doet de accountant aan de hand van een normenkader. Hierin is alle voor de financiële rechtmatigheid van belang zijnde wet- en regelgeving opgenomen. Omdat wet- en regelgeving voortdurend verandert, wordt het normenkader jaarlijks geactualiseerd en opnieuw vastgesteld en ter kennisname aan PS gezonden. De wijzigingen zijn gespecificeerd in de bijlage overzicht wijzigingen normenkader 2019.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het normenkader rechtmatigheid 2019 vast te stellen;
- het normenkader voor het voorwaardencriterium te beperken tot die bepalingen die het recht op de hoogte en/of duur van besteding of inning van gelden betreffen. Dit betekent dat:
a. de in de diverse verordeningen opgenomen termijnen worden beschouwd als termijnen van orde; b. aan het niet naleven van deze bepalingen, alsmede andere bepalingen die niet het recht op, de hoogte en/of duur van de besteding of inning van gelden betreffen geen gevolgen voor het rechtmatigheidsoordeel worden verbonden. 3. de bij de accountantscontrole te hanteren goedkeuringstolerantie gelijk te stellen aan die genoemd in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) van 28 augustus 2003; 4. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
10 Rechtmatigheidsverantwoording door college van GS - ambitieniveau
SAMENVATTING:
Door een wetswijziging van de provinciewet zullen Gedeputeerde Staten vanaf het boekjaar 2021 een rechtmatigheidsverantwoording moeten afleggen in de jaarstukken. Een expliciete financiële rechtmatigheidsverantwoording onderstreept de politieke aanspreekbaarheid op de mate waarin zij rechtmatig handelt en kan een kwaliteitsverhogend effect hebben op de financiële bedrijfsvoering bij provincies. In de huidige situatie geeft de accountant in haar controleverklaring over de jaarrekening expliciet een oordeel over zowel de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid.
In het coalitieakkoord 2019-2023 is opgenomen dat de (verbijzonderde) interne controlefunctie moet worden versterkt. Dit kan op verschillende manieren. Het concernmanagementteam en concerncontrol stellen nu voor om de verbijzonderde interne controle te versterken dusdanig dat deze functioneert als beheersmaatregel. Het doel hiervan is om met een hoge mate van zekerheid te kunnen verklaren dat de uitgaven rechtmatig zijn geweest danwel de omvang van onrechtmatigheid te bepalen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- kennis te nemen van het feit dat er een wetswijziging in voorbereiding is, welke ingaat per 2021. Hierbij geldt dat GS vanaf het boekjaar 2021 een rechtmatigheidsverantwoording moet opnemen in de jaarstukken;
- akkoord te gaan met de keuze om de verbijzonderde interne controle te versterken dusdanig dat deze functioneert als interne beheersingsmaatregel (onder voorbehoud van de vaststelling van de begroting 2020). Het doel hiervan is om met een hoge mate van zekerheid te kunnen verklaren dat de uitgaven rechtmatig zijn geweest danwel de omvang van onrechtmatigheid te bepalen.
11 Beantwoording Statenvragen China-reis
SAMENVATTING:
De PVV-fractie uit Provinciale Staten heeft vragen gesteld over het nut van de voorgenomen China-reis van gedeputeerde Strijk, de CO2 footprint die dit oplevert, de mensenrechten in China en Hong Kong, de handelspraktijken van China en de positie die het land inneemt in Afrika.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid, de heer R. Dercksen van de PVV-fractie betreffende de China reis vast te stellen en te verzenden.
12 Besluit wijziging Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004
SAMENVATTING:
Onderdeel van de CMT-notitie ‘Nieuwe tijden: CMT pakt de handschoen op’ is het aanpassen van de rollen en rolverdeling binnen het CMT. Dit impliceert o.a. een aanpassing van de topstructuur door het schrappen van de laag van directeur en het uitbreiden van het aantal domeinmanagers (in het vervolg aangeduid als concernmanagers). In het voorliggend besluit tot aanpassing van het Organisatiebesluit is de aanpassing van de topstructuur uitgewerkt en kan daarmee worden geformaliseerd door een besluit van het college. In aansluiting daarop zal in het Mandaatbesluit secretaris de bevoegdheidsverdeling worden aangepast (besluit provinciesecretaris).
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning besluiten:
- kennis te nemen van de instemming van de ondernemingsraad van 2 juli 2019 over de doorontwikkeling samenstelling concernteam/herijking topstructuur;
- het besluit tot wijziging van het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004, nummer 81F902C8, vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad (zie bijlage 1: Besluit tot wijziging van het Organisatiebesluit, nummer 81F902C8);
- op voorstel van de provinciesecretaris/algemeen directeur volgordelijk C.P. Bontje, H.M.J. Kuijsters, J.W.H. Hoogeland, H. Heijnemans, M. Meijer en R. Sijm aan te wijzen als vervanger van de provinciesecretaris;
- het besluit tot aanwijzing van de vervangers van de secretaris, nummer 81F9226D, vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad (zie bijlage 2: Besluit tot aanwijzing van de vervangers van de secretaris, nummer 81F9226D);
- kennis te nemen van het geconditioneerde positieve advies van de ondernemingsraad van 11 september 2019 over aangepast Mandaatbesluit secretaris (zie bijlage 3: Reactie OR van 11 september 2019 op Adviesaanvraag aangepast mandaatbesluit secretaris);
- kennis te nemen van het besluit van de provinciesecretaris/algemeen directeur tot vaststelling van het Mandaatbesluit secretaris, nummer 81F902C7 (zie bijlage 4: Besluit tot vaststelling Mandaatbesluit secretaris, nummer 81F902C7).
13 Awb-bezwaarschrift tegen opgelegde last onder dwangsom vanwege overtreding van de Verordening natuur en landschap 2017 (Kaasboerderij ‘De Staelenhoef’)
SAMENVATTING:
Een Kaasboerderij in Soest heeft bezwaar aangetekend tegen een opgelegde last onder dwangsom vanwege een met de Verordening natuur en landschap 2017 strijdig (reclame)bord. De provinciale Awb-adviescommissie heeft in haar advies geen aandacht besteed aan het feit dat het bedrijf al eerder (in 2014) voor hetzelfde feit een last onder dwangsom in het vooruitzicht is gesteld. Dat handhavingstraject is toen niet doorgezet. Bezwaarde heeft nadien gedurende 5 jaar niets meer van de provincie vernomen. Gebleken is dat in 2014 namens de provincie geen concrete toezeggingen zijn gedaan waarop bezwaarde kon vertrouwen. Ook is er in 2014 geen gedoogbesluit genomen. Uitgangspunt is dat eigenaren van (reclame)borden in gebieden buiten de bebouwde kom gelijk behandeld worden. Precedentwerking moet waar mogelijk worden vermeden. Bovendien kan het betwiste bord worden vervangen door een verwijzingsbord dat wél voldoet. Gedeputeerde Staten besluiten om bezwaarde niet in het gelijk te stellen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het tegen de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 ingediende bezwaarschrift als ongegrond aan te merken;
- de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 niet te herroepen;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 26 augustus 2019.
14 Awb-bezwaarschrift tegen opgelegde last onder dwangsom vanwege overtreding van de Verordening natuur en landschap 2017 (Eemland diervoeders)
SAMENVATTING:
Een bedrijf in dierverzorgende producten in Soest heeft bezwaar aangetekend tegen een opgelegde last onder dwangsom vanwege een met de Verordening natuur en landschap 2017 strijdig (reclame)bord. De provinciale Awb-adviescommissie heeft in haar advies geen aandacht besteed aan het feit dat het bedrijf al eerder (in 2014) voor hetzelfde feit een last onder dwangsom in het vooruitzicht is gesteld. Toen, in 2014, heeft de provincie het handhavingstraject voorshands niet doorgezet. Daarna heeft bezwaarde gedurende 5 jaar niets van de provincie vernomen. Navraag leert, dat er in 2014 namens de provincie geen concrete toezeggingen zijn gedaan waarop bezwaarde kon vertrouwen. Gedeputeerde Staten hebben in 2014 geen gedoogbesluit genomen. Bezwaarde heeft inmiddels wel aan de last onder dwangsom voldaan. Uitgangspunt is dat eigenaren van (reclame)borden in gebieden buiten de bebouwde kom gelijk behandeld worden. Precedentwerking moet waar mogelijk worden vermeden. Bovendien kan het betwiste bord worden vervangen door een verwijzingsbord dat wél voldoet. Dat heeft bezwaarde inmiddels ook al gedaan. Gedeputeerde Staten besluiten om bezwaarde niet in het gelijk te stellen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het tegen de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 ingediende bezwaarschrift als ongegrond aan te merken;
- de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 niet te herroepen;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 25 juli 2019.
25 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 7 oktober 2019,
voorzitter,
secretaris,