Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 02-07-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 25 juni 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

06 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende de Raad van State uitspraken van 29 mei 2019 aangaande het PAS (Programma Aanpak Stikstof)

SAMENVATTING:

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State twee uitspraken gedaan aangaande de legitimiteit van het Programma Aanpak Stikstof. De afdeling Bestuursrechtspraak heeft in de eerste uitspraak de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS onvoldoende verklaard. Hierdoor is toestemmingverlening en vrijstelling van projecten op basis van het PAS niet langer mogelijk. Dit heeft gevolgen voor lopende procedures. In de andere uitspraak heeft de afdeling de provinciale vrijstellingen aangaande bemesten en beweiden onverbindend verklaard, waardoor voor deze activiteiten nu vergunningplicht geldt indien zij significante stikstofeffecten hebben op Natura 2000-gebieden. De PAS partners hebben toestemmingverlening reeds stil gelegd vanaf het moment dat de uitspraakdatum bekend was, namelijk vanaf 23 mei 2019.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Keller van Partij voor de Dieren, de Statenleden Koelewijn en Westerlaken van CDA en het Statenlid Van Elteren van GroenLinks betreffende drie sets vragen aangaande de PAS uitspraken vast te stellen en te verzenden.

08 Stand van zaken Lage Weide – Onderwijs en Arbeidsmarkt

SAMENVATTING:

De Provincie Utrecht ziet een meervoudig belang voor Lage Weide gezien de strategische functie van het gebied in Utrecht. Het gaat onder andere om het bieden van veel werkgelegenheid aan middelbaar en lager opgeleiden, het bieden van kansen voor duurzame ontwikkelingen en het ontwikkelen van slimme logistieke (stads)distributiesystemen en kansen voor experimenten. In het kader van het onderwerp behoud en versterken van de werkgelegenheid op Lage Weide heeft PS op 6 november 2017 de Motie ‘Lage Weide in ontwikkeling’ aangenomen. Provincie Utrecht en gemeente Utrecht hebben in 2018 ieder 50.000 bijgedragen voor de oprichting van de Werkstichting Lage Weide. Daarmee is de motie uitgevoerd. Daarnaast is provincie Utrecht mede opdrachtgever geweest voor een haalbaarheidsonderzoek naar mogelijkheden voor het beroepsonderwijs op Lage Weide. Het haalbaarheidsonderzoek is afgerond en biedt samen met de voorgenomen plannen van de Werkstichting en de ontwikkelingen in het gebied voldoende aanknopingspunten voor ons als provincie om in gezamenlijkheid met de andere stakeholders vervolgstappen te bekijken.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de statenbrief Lage Weide – stand van zaken, vast te stellen en ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten;
  2. in gezamenlijkheid met de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht en de werkstichting Lage Weide te bekijken welke rol de overheden, bedrijfsleven en onderwijs kunnen spelen bij het verder vorm geven van de samenwerking onderwijs-bedrijfsleven;
  3. het moment van publiceren van de statenbrief gelijktijdig te laten plaatsvinden met de publicatie van het bericht aan de Raad van de gemeente Utrecht over de stand van zaken van Lage Weide.

09 Intentieverklaring Schapenweide USP Bilthoven n.a.v. Economische missie naar Pune, India

SAMENVATTING:

Van 10 tot 14 juni 2019 heeft er een economische missie naar de stad Pune in India plaatsgevonden onder leiding van de burgemeester van De Bilt. De missie werd georganiseerd onder de regio Utrecht vlag, samen met het Utrecht Science Park (USP), USP Bilthoven en de provincie. De missie is ingestoken vanuit relatiemanagement naar het Serum Institute of India (SII), groot werkgever en investeerder in de regio. Aanleiding voor de economische missie was de beoogde bestemmingswijziging en ontwikkeling van de Schapenweide, dat aansluit op het terrein in Bilthoven. Tijdens deze missie is een intentieovereenkomst getekend waarin wordt afgesproken dat bovenstaande partijen, inclusief de provincie, gezamenlijk streven om de Schapenweide te bestemmen voor life sciences and health (LSH) gerelateerde bedrijvigheid. Dit convenant kwam te laat in beeld om ambtelijk input op te leveren vanuit PU en om vooraf te bespreken in Gedeputeerde Staten. Daarom wordt voorgesteld de intentieverklaring achteraf te tekenen. De verklaring past binnen het provinciaal ruimtelijk beleid en laat ruimte voor nadere gemeentelijke afweging.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de intentieverklaring voor de ontwikkeling van de Schapenweide te Bilthoven vast te stellen en aan te gaan.

10 Statuut gegevensbescherming

SAMENVATTING:

In het statuut gegevensbescherming worden de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de functionaris gegevensbescherming (FG) zoals dit is vastgelegd in artikel 13b van het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004, nader uitgewerkt. De FG is een wettelijk verplichte interne toezichthouder en wordt binnen concerncontrol gepositioneerd. Daarnaast wordt ingegaan op de functionele relatie met andere functionarissen die een rol spelen bij de bescherming van persoonsgegevens.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het statuut gegevensbescherming vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad;
  2. de werking van het statuut in 2021 te evalueren en het statuut zonodig te verbeteren.

12 Vaststellen regelingen veilige uitvoering van werkzaamheden aan of nabij de lokale spoorweg

SAMENVATTING:

De Wet lokaal spoor (Wls) bepaalt dat GS (nadere) regels mogen stellen voor de veilige uitvoering van werkzaamheden aan of in de directe nabijheid van de lokale spoorweg. Dit voorstel voorziet in een besluit tot vaststelling van de regelingen Wijziging in buurt van Tramweg (WijT), Kader Werkzaamheden Tramweg (KWT) en het Elektrotechnisch Veiligheidshandboek (EVH). Deze moeten worden aangepast op basis van ontwikkelingen in de spoorbranche en nieuwe verkeerssituaties in verband met de komst van de Uithoflijn (nieuwe tramverbinding tussen Utrecht Centraal Station en P+R Utrecht Science Park).

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de regelingen “Kader Werkzaamheden Tramweg (KWT) 815C1053”, “Elektrotechnisch veiligheidshandboek (EVH) 815C1051” en “Procedure Wijziging in buurt van Tramweg (WijT) 815BFFC7” als regels voor de veilige uitvoering van werkzaamheden aan of in de directe nabijheid van de lokale spoorweg vast te stellen;
  2. de documenten te publiceren in het provinciaal blad;
  3. de documenten in werking te laten treden per 2 juli 2019;
  4. de voorgaande besluiten (8171BD98 van 17 november 2015, 815BFFC7 van 4 oktober 2016, 81E6BE48 van 12 februari 2019) in te trekken;
  5. de Statenbrief vast te stellen en te verzenden aan de griffie.

13 Ingebrekestelling provincie in ontgrondingstraject in Woudenberg

SAMENVATTING:

In maart 2015 hebben Gedeputeerde Staten aan een inwoner van Woudenberg een last onder dwangsom opgelegd vanwege een overtreding van o.a. de Ontgrondingenwet. Bezwaarde stelt daartegen een bezwaarschrift te hebben ingediend, maar kan dat niet aantonen. Het bezwaarschrift is niet bij de provincie bekend. Bezwaarde heeft 4 jaar geleden aantoonbaar wel aan de last onder dwangsom voldaan en bij de provincie alsnog een vergunning aangevraagd. Daarmee was de last onder dwangsom uitgewerkt. Bezwaarde heeft recent de provincie in gebreke gesteld vanwege een nog niet ontvangen reactie op zijn vermeende bezwaarschrift. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat de Awb-adviescommissie de ingebrekestelling ten onrechte heeft aangemerkt als een (overigens niet-ontvankelijk) bezwaarschrift. Gedeputeerde Staten besluiten de ingebrekestelling als onjuist aan te merken en af te zien van een beslissing op bezwaar. In plaats daarvan leggen zij in een brief aan bezwaarde uit dat de indertijd opgelegde last onder dwangsom, als gevolg van de door daarop door bezwaarde ingediende vergunningaanvraag, al sinds 29 april 2015 is uitgewerkt.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van zowel de ontvangen ingebrekestelling d.d. 25 maart 2019 als het advies van de Awb-adviescommissie d.d. 16 mei 2019;
  2. het onder punt 1 genoemde Awb-advies niet op te volgen, de ingebrekestelling als onjuist aan te merken en geen beslissing op bezwaar vast te stellen;
  3. bezwaarde middels een brief uitleg over de juridische situatie te geven;
  4. de antwoordbrief vast te stellen en te verzenden.

14 Beslissing op een bezwaarschrift naar aanleiding van een verleende ontheffing voor het dempen van een dwarssloot te Linschoten

SAMENVATTING:

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft GS op grond van de ‘Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017’ ontheffing verleend voor het dempen van een dwarssloot op de locatie Liefhovendijk nabij nummer 27 te Linschoten.

Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 26 juli 2018 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 13 september 2018 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van GS en PS. Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 26 september 2018 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, maar de uitslag van een gebiedsonderzoek van de gemeente Montfoort af te wachten voordat op het bezwaarschrift wordt beslist.

De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige natuurwetenschappelijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden, in redelijkheid de ontheffing heeft verleend.

Inmiddels is de uitslag van het gebiedsonderzoek van de gemeente Montfoort bekend en kan er op het bezwaarschrift worden beslist.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift naar aanleiding van hun besluit van 13 juli 2018 ongegrond te verklaren;
  2. niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding;
  3. het bestreden besluit van 13 juli 2018 in stand te laten;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 26 september 2018 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

15 Beslissing op een bezwaarschrift naar aanleiding van een geweigerde ontheffing voor het dempen van een lengtesloot te Montfoort

SAMENVATTING:

Bij besluit van 8 november 2018 heeft GS op grond van de 'Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017’ ontheffing geweigerd voor het dempen van een lengtesloot op de locatie achter Willeskop 11 te Montfoort.

Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 18 december 2018 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 11 april 2019 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS.

Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 9 mei 2019 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding, bezwaarmaker daarvan schriftelijk in kennis te stellen en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van GS en PS.

De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden, in redelijkheid de ontheffing heeft geweigerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift naar aanleiding van hun besluit van 8 november 2018 ongegrond te verklaren;
  2. niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding;
  3. het bestreden besluit van 8 november 2018 in stand te laten;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 9 mei 2019 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

19 Communicatie

Geen opmerkingen.

22 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 9 juli 2019,

voorzitter,

secretaris,