Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 03-03-2020

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 17 februari 2020

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Realisatieplan Gebiedsontwikkeling Salmsteke Ontkiemt!

SAMENVATTING: Het gebied Salmsteke is gelegen in de gemeente Lopik en ligt in de uiterwaarden van de Lek, aan de Lekdijk. Het maakt onderdeel uit van het dijkversterkingsprogramma Sterke Lekdijk van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Voor dit gebied zijn de kansen voor het meekoppelen van de ontwikkeling van recreatie en natuur aan de dijkversterking verkend. Op dit moment ligt er een vastgesteld voorkeursalternatief voor de dijk en uiterwaarden en worden met de partners (HDSR, Recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL), Rijkswaterstaat (RWS), Staatsbosbeheer (SBB) en de gemeente Lopik) afspraken gemaakt over de samenwerking voor de volgende fase: de planvorming. HDSR zal dit project namens de samenwerkingspartners gaan trekken. Onderdeel van de afspraken is de financiering. De totale kosten voor planvorming en realisatie zijn €5.595.962,- en worden gedragen door de verschillende partners. Onder voorbehoud van akkoord door PS draagt de provincie €1.388.062,- bij. Van dit bedrag wordt €1.000.000,- bijgedragen vanuit het Integraal Gebiedsontwikkeling Programma (IGP-investeringsbudget). Hiervoor is een besluit van PS (op basis van een IGP-realisatieplan) nodig. Het overige bedrag wordt bijgedragen vanuit het programma ‘Mooie en veilige dijken’. Dit voorstel bevat het IGP- realisatieplan welke na goedkeuring van GS aan de Staten dient te worden voorgelegd. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. het IGP-realisatieplan “Gebiedsontwikkeling Salmsteke Ontkiemt! in concept vast te stellen; 2. het statenvoorstel IGP-realisatieplan “Gebiedsontwikkeling Salmsteke Ontkiemt!” vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan provinciale staten. Hiermee wordt PS gevraagd vooruitlopend op de Zomernota 2020 €1.000.000,- uit de reserve IGP/RAP beschikbaar te stellen voor het IGP-project Salmsteke Ontkiemt!. En na vaststelling van de zomernota 2020 deze €1.000.000,- aan de IGP reserve te onttrekken en over te dragen aan het programma ‘Mooie en veilige dijken’ ten behoeve van de uitvoering van de gebiedsontwikkeling. En een subsidie van €1.388.062,- te verlenen aan Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden voor deze gebiedsontwikkeling (opgebouwd uit de genoemde €1.000.000,- uit de IGP reserve en €388.062,- uit het Programma Mooie en Veilige Dijken); 3. de portefeuillehouder Water en Bodem te mandateren tot het aangaan, vaststellen en ondertekenen van de beschikking.

06 Uitbreiding P+R Breukelen

SAMENVATTING: De P+R Breukelen speelt als knooppunt een belangrijke rol voor de bereikbaarheid van de agglomeraties Utrecht en Amsterdam. De provincie is eigenaar van de P+R en het busstation. Van de gebruikers is 70% afkomstig uit de provincie Utrecht. Ondanks uitbreidingen is de capaciteit (699 plekken) ontoereikend. In de directe omgeving wordt veel fout geparkeerd en dit leidt tot een toenemend aantal klachten. Uit een recente evaluatie is gebleken dat de laatste uitbreiding met 89 plekken 55 spitsmijdingen per dag oplevert. Dit betekent dat een uitbreiding van 200 parkeerplekken resulteert in 122 extra spitsmijdingen per werkdag. Deze P+R levert een bijdrage aan bereikbaarheidsdoelen en knooppuntenbeleid. Nu wordt voorgesteld om P+R Breukelen uit te breiden met 200 plekken in de vorm van een parkeergarage op de P1 locatie. Dit omdat er geen extra gronden beschikbaar zijn voor uitbreiding op maaiveld en parkeergarages op P2 en P3 niet in de (bestemmings-)plannen passen. De kosten van deze uitbreiding worden geraamd op € 5 miljoen en komen ten laste van de investeringsruimte OV. Daarnaast is het van belang om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheid van betaald parkeren. Voor toekomstige besluitvorming rond P+R ontwikkeling als onderdeel van ons knooppuntbeleid wordt een algemene beleidslijn opgesteld. Dit wordt in gezamenlijkheid opgepakt in U Ned-verband samen met een visie op “parkeren op afstand”. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. het voorstel vast te stellen om de P+R Breukelen uit te breiden met 200 plekken in de vorm van een parkeergarage op de P1 locatie, onder voorbehoud van de door PS nog beschikbaar te stellen middelen; 2. het Statenvoorstel inzake uitbreiding P+R Breukelen vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Vergadering IPO Bestuur 5 maart 2020

SAMENVATTING: Het IPO bestuur vergadert op 5 maart 2020 en vanuit de provincie Utrecht is er een annotatie op de agenda voor deze bestuursvergadering opgesteld. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: In te stemmen met: 1. 2a. ‘Evaluatie Interbestuurlijk Programma’, met inachtneming van de opmerking in het advies; 2. 2b. ‘Impulsregeling klimaatadaptatie’, met inachtneming van de opmerking in het advies; 3. 2c. ‘Ideeënschets mobiliteit Groeifonds’; 4. 2d. ‘Voordracht opvolger de heer Van de Donk als HNP-voorzitter’ (mondeling); 5. 3a. ‘Verzoek machtiging wetsvoorstel wijziging Financiële verhoudingswet en provinciewet’; 6. 3b. ‘Financiële oplossing voor kostenverhogingen bij omvorming ProRail’, met inachtneming van de opmerking in het advies; 7. 3c. ‘Zienswijze woningbouwimpuls’; 3d. ‘Intrekken arbeidsvoorwaardenregeling 2017’.

08 Ontwerp Natuurbeheerplan 2021

SAMENVATTING: Het Ontwerp Natuurbeheerplan 2021 is geactualiseerd. De begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland NNN is bijgewerkt en de gerealiseerde natuurterreinen zijn op kaart toegevoegd. Het Natuurbeheerplan vormt het kader voor de uitvoering van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL). De provincie Utrecht subsidieert via dit subsidiestelsel het beheer van natuurgebieden en landschapselementen, agrarisch natuur- en waterbeheer, de functieverandering en inrichting voor omvorming van aangewezen agrarische gronden naar natuur en kwaliteitsverbetering van bestaande natuurgebieden. Het Natuurbeheerplan bestaat uit kaarten met toelichting. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. het Ontwerp Natuurbeheerplan 2021, met bijbehorende kaarten, vast te stellen en het besluit te publiceren; 2. de Statenbrief vast te stellen en met het Ontwerp Natuurbeheerplan ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten; 3. de Portefeuillehouder te mandateren kleine wijzigingen door te voeren.

09 Advies Mijnbouwwet: opsporingsvergunningaanvraag aardwarmte Eemland

SAMENVATTING: Op 7 oktober 2019 hebben GS van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) het verzoek ontvangen om in het kader van de Mijnbouwwet advies te geven over de opsporingsvergunningaanvraag aardwarmte (geothermie) Eemland. De aanvraag heeft betrekking op grondgebied van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg en Zeist. Aardwarmte kan bijdragen aan de transitie naar schone energie en de uitfasering van aardgas. Er is nog weinig bekend over de potentie van aardwarmte in de regio en er zijn er weinig alternatieve grote duurzame warmtebronnen beschikbaar. Daarom zijn GS voorstander van onderzoek naar aardwarmte en in het advies bieden GS aan om mee te denken in het vervolg van het aardwarmteproject. De zoektocht naar aardwarmte en later eventueel de exploitatie vraagt wel om zorgvuldigheid. In dit advies zijn daarom ook diverse aandachtspunten opgenomen, die ervoor moeten zorgen dat de opsporing en winning van aardwarmte veilig en verantwoord plaatsvinden, lokale en regionale regels en belangen worden meegenomen in de opsporingsvergunning (en in de activiteiten die daaruit voortvloeien) en de omgeving zo goed mogelijk in het onderzoek en de realisatie wordt betrokken. Verder adviseren GS aan EZK in de vergunning aandacht te hebben voor een koppeling met de concrete afspraken van warmteafname (via. een warmtenet) in het opsporingsgebied. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. het advies opsporingsvergunningaanvraag aardwarmte Eemland vast te stellen; 2. de portefeuillehouder gedeputeerde Bruins Slot te mandateren het advies namens GS te ondertekenen en verzenden aan EZK; 3. de statenbrief ‘voortgang aardwarmte maart 2020’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

10 Stand van zaken Opvolging familiebedrijven

SAMENVATTING: In de Statenvergadering van 5 februari 2018 is naar aanleiding van het initiatiefvoorstel “Aandacht voor familiebedrijven” het beleid rondom opvolging MKB (familiebedrijven) van de provincie Utrecht vastgesteld. Dit heeft in 2019 concreet gestalte gekregen. De belangrijkste activiteit in dit jaar is de start, uitvoering en evaluatie van een 1e pilot. In deze pilot zijn 10 bedrijven begeleid in hun opvolgingsvraagstuk en heeft de Hogeschool Utrecht onderzocht welke interventies effectief zijn bij het helpen van ondernemers bij opvolging en/of verkoop van hun bedrijf. Op basis van de aanbevelingen van de pilot is besloten een 2e pilot uit te voeren in 2020. Na deze pilot vindt een definitieve evaluatie plaats. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. kennis te nemen van de evaluatie ‘MKB Bedrijfsopvolging Utrecht: een interventie pilot studie 2019’; 2. de statenbrief over Stand van zaken opvolgingsproblematiek MKB (familiebedrijven) en de evaluatie vast te stellen en aan PS te sturen.

11 Voortgangsrapportage Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht 2018-2019 en Rapportage Luchtkwaliteit 2018

SAMENVATTING: De Voortgangsrapportage Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht 2018-2019 informeert over de voortgang van de maatregelen van de Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht. De Rapportage Luchtkwaliteit Provincie Utrecht 2018 geeft inzicht in de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in de Provincie Utrecht. De realisatie van de Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht is voortvarend opgepakt in samenwerking met de betrokken partners. Vrijwel alle 30 maatregelen die zijn bedacht om de luchtkwaliteit te verbeteren, zijn in uitvoering. Drie maatregelen zijn inmiddels afgerond. De besteding van de middelen was (nog) niet helemaal conform de begroting, onder meer omdat een aantal maatregelen zijn opgepakt door het Rijk. De provincie blijft zoeken naar meer commitment, eigenaarschap en uitvoering vanuit Utrechtse gemeenten en andere samenwerkingspartners. De concentraties van fijnstof en stikstofdioxide in de lucht zijn in de afgelopen jaren gedaald. In de provincie liggen de concentraties fijnstof nog grotendeels, en de fijnere fractie van fijnstof in zijn geheel, boven de WHO advieswaarden. Volgens de prognose van het RIVM is dit in 2020 ook nog het geval. Met uitzondering van enkele locaties in drukke stedelijke gebieden voldoen de concentraties in 2030 wel aan deze advieswaarden. Daarvoor is het nodig dat vaststaand en voorgenomen Nederlands en Europees beleid wordt uitgevoerd en er geen tegenvallers zijn in de effecten van het beleid. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de Voortgangsrapportage Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht 2018 - 2019 vast te stellen; 2. de Provinciale Rapportage Luchtkwaliteit 2018 vast te stellen; 3. de Statenbrief vast te stellen en met de Voortgangsrapportage Uitvoeringsagenda Gezonde Lucht en de Provinciale Rapportage Luchtkwaliteit 2018 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

12 Voorbereiding nieuwe concessie(s) 2023

SAMENVATTING: De huidige OV-concessies in de provincie Utrecht lopen tot eind 2023. Dit betekent dat in de komende jaren de nieuwe concessieverlening wordt voorbereid. Hiermee geeft de provincie invulling aan haar wettelijke taak voor het verlenen van concessies voor regionaal openbaar vervoer, zoals is vastgelegd in de Wet personenvervoer 2000. Bij de voorbereiding van de nieuwe concessie(s) worden (leer)ervaringen binnen en buiten de provincie zoveel mogelijk betrokken. Met deze Statenbrief wordt ingegaan op de voorbereiding van de nieuwe concessie(s) en de wijze waarop de Staten in dit meerjarige proces betrokken worden. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief vast te stellen en deze te versturen naar Provinciale Staten.

13 Afzien van uitvoering Plan van Aanpak voor verplaatsing tankstations te Maarsbergen

SAMENVATTING: In maart 2017 is de Westelijke variant met gesloten Tuindorpweg vastgesteld als voorkeursvariant voor de spooronderdoorgang N226 Maarsbergen. In het PS-besluit van maart 2017 werd de opdracht meegegeven te onderzoeken of de tankstations in Maarsbergen verwijderd konden worden. Dat onderzoek, uitgevoerd door het Q-team in samenspraak met de bewoners en met de inzet van bureau Hosper (landschapsarchitectuur), wees uit dat verwijderen van de tankstations niet nodig was voor een goed ontwerp van de onderdoorgang, maar wel een grote kwaliteitsimpuls voor Maarsbergen zou zijn om de tankstations te verwijderen. Dit was ook het advies van het Q-team. Provincie en gemeente hebben het commitment uitgesproken om samen op te trekken bij het uitwerken van het Plan van Aanpak Tankstations om de tankstations uit de kern van Maarsbergen te verwijderen en in gelijke mate bij te dragen aan de daaruit volgende activiteiten en financiën. In de Stuurgroep Maarsbergen in december 2019 heeft de wethouder bevestigd dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug gelet op de schuldpositie, ondanks de ambitie geen mogelijkheid heeft om de verplaatsingen te realiseren. De gemeente heeft gekozen om definitief geen geld en capaciteit vrij te maken voor uitvoering van het plan van aanpak voor de verplaatsing van de tankstations. Daarmee is de basis voor het gezamenlijk uitvoeren van het plan van aanpak verdwenen en hebben de wethouder en gedeputeerde gezamenlijk besloten geen gevolg te geven van de uitwerking van het plan van aanpak voor de verplaatsing van de tankstations BESLUIT: Gedeputeerde Staten: 1. nemen kennis van het wegvallen van de basis voor een gezamenlijke aanpak voor het verplaatsen van de tankstations te Maarsbergen; 2. besluiten af te zien van het uitvoeren van het plan van aanpak voor de verplaatsing van de tankstations, omdat de gemeente Utrechtse Heuvelrug haar toezegging niet gestand kan doen; 3. stellen de bijgevoegde Statenbrief vast en zenden deze aan toe aan Provinciale Staten.

14 Uitgangspunten kadernota 2021-2024

SAMENVATTING: De begroting 2021 wordt opgesteld op basis van de (financiële) uitgangspunten die vastgesteld worden bij de kadernota 2021-2024. De uitgangspunten voor de concept Kadernota worden aan GS ter besluitvorming voorgelegd, zodat het proces van de kadernota eenduidig en helder kan verlopen. De kadernota 2021-2024 geeft inzicht in het meerjarenperspectief passend binnen de vastgestelde uitgangspunten. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. in te stemmen met de volgende financiële uitgangspunten voor de kadernota 2021-2024: - Reguliere loon- en prijscompensatie te hanteren gebaseerd op het coalitieakkoord. - Een geprognosticeerde loonstijging van 3% te hanteren voor het jaar 2021, gebaseerd op de gemiddelde landelijke CAO loonstijging - De overige structurele programmabudgetten te indexeren met het indexcijfer voor de overheidsconsumptie (raming CPB) of het overeengekomen contactuele percentage van activiteiten. Het effect en de budgettaire consequenties hiervan in meerjarenperspectief plaatsen. - Een eventuele indexatie voor bijdragen aan partnerinstellingen niet automatisch toe te kennen, doch slechts op verzoek en alsdan te dekken binnen het programma. - De door het Rijk toegekende bijdrage van € 4,4 miljoen voor de uitbreiding van taken voor de gemeente Vijfherenlanden vooralsnog als taakstellend budget te zien en mogelijkheden hiertoe te onderzoeken voor het vaststellen van de Kadernota 2021-2024. - De kapitaalslasten voor het mobiliteitsprogramma te actualiseren conform de laatste inzichten en planning en deze lasten op te nemen in de jaarschijven 2021-2023. De maximale geactualiseerde kapitaalslast voor het Mobiliteitsprogramma wordt structureel opgenomen in de laatste jaarschijf van het meerjarenbeeld. Dat deel van de kapitaalslasten dat nog niet nodig is in het jaar 2024 valt incidenteel vrij. - Geen extra formatieve claims in te dienen vanwege de al toegekende 100 fte of bij verzoek om extra formatie aan te geven welke formatie voor andere taken vrij gespeeld kan worden. 2. in te stemmen met de voorgestelde aanpak en uitwerking van de doelenboom en geeft de Provincie Secretaris / Algemeen directeur de opdracht een concept doelenboom aan GS voor te leggen; 3. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur opdracht te geven op basis van de jaarrekeningen 2016 tot en met 2019 te beoordelen welke exploitatiebudgetten meerjarige onderbesteding kennen en te bezien of dit kan bijdragen aan de dekking van bestaande en nieuwe ambities. 4. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur opdracht te geven alle reserves door te lichten op de actuele onderbouwing van de omvang van de benodigde reserve en voorstellen voor te bereiden voor een eventuele vrijval ten gunste van de algemene reserve; 5. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur opdracht te geven ‘de nader uit te werken voorstellen’ van de begroting 2020 te voorzien van een verdere onderbouwing en kosten- of investeringsraming; 6. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur de opdracht te geven op basis van de interne realisatiecijfers tot en met april 2020 in kaart te brengen welke autonome ontwikkelingen of activiteiten vragen om bijsturing en eventuele (meerjarige) financiële claims hiervan in beeld te brengen en te betrekken bij de bespreking van de Kadernota. Bij de claims wordt aangeven of ze onvoorzien, onuitstelbaar of onvermijdelijk zijn en/of het gevolg van genomen GS- of PS besluiten. Uitgangspunt bij deze claims is het principe “nieuw voor oud” waarbij de dekking voor de nieuwe claims gezocht dient te worden bij het stoppen van “oude” activiteiten; 7. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur de opdracht te geven een overzicht op te stellen van beklemde reserves die zouden kunnen vrijvallen onder gelijktijdige opname van de kapitaalslast in de exploitatiebegroting en GS hierover separaat te informeren; 8. aan de Provincie Secretaris / Algemeen directeur de opdracht te geven om de meerjarenbegroting in structureel en incidenteel op te bouwen in economische categorieën om beter inzicht te krijgen in de materiële budgetten.

15 Beslissing op bezwaren vervoerplan 2020

SAMENVATTING: Op basis van uitgangspunten die de provincie Utrecht meegeeft, stelt U-OV (net als Syntus) jaarlijks een vervoerplan op. Het U-OV vervoerplan voor 2020 is door GS vastgesteld op 17 september 2019. Met betrekking tot dit vervoerplan zijn buiten de bezwaartermijn twee bezwaren ingediend, over de gewijzigde route van buslijn 7 (oude lijnnummer: 4) in Zuilen (Schaakwijk) in Utrecht en het niet meer bedienen van de halte Vredenburg door lijn 28. De Awb-adviescommissie heeft geadviseerd beide bezwaren niet-ontvankelijk te verklaren. Door middel van de afdoeningsbrieven, waarin wordt verwezen naar het advies van de Awb-commissie, worden de bezwaren kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Over alternatieven voor de Schaakwijk is de provincie nog wel in gesprek met de vervoerder. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de ingediende bezwaren d.d. 22 november 2019 (kenmerk BZW.19.110.001) en d.d. 27 november 2019 (kenmerk BZW.19.110.002) kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren; 2. de afdoeningsbrieven vast te stellen, te verzenden en voor de motivering van hun beslissing op bezwaar -met toepassing van artikel 3:49 van de Awb- te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

16 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende onderzoeken naar meet- en rekensystematiek ten aanzien van stikstofdepositie

SAMENVATTING: Door de fracties PVV en SGP zijn individueel vragen gesteld over twee onderzoeken die de gegevens die ten basis liggen aan het huidige stikstofbeleid in twijfel trekken. De onderzoeken zijn ter beoordeling voor de Minister van LNV, die daarvoor een onafhankelijk Adviescollege Meten en Rekenen in het leven heeft geroepen. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Van den Dikkenberg (SGP) en Dercksen (PVV) betreffende stikstofonderzoeken vast te stellen en te verzenden.

17 Afhandeling toezeggingen PS 19 januari 2020 inzake stikstof

SAMENVATTING: In de PS vergadering van 29 januari 2020 is door portefeuillehouder natuur en landbouw een toezegging gedaan aangaande de stikstofproblematiek. Toegezegd aan de fractie PVV is om inzicht te verschaffen in de planten die beschermd dienen te worden in het kader van stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de memo ‘Uitleg stikstofgevoeligheid habitats en planten’ vast te stellen en te agenderen voor de commissie RGW van 18 maart 2020 ter invulling van de toezegging in PS van 29 januari 2020 inzake de stikstofproblematiek.

19 Beantwoording schriftelijke vragen, gesteld door mevrouw H. Keller van de fractie PvdD betreffende “mogelijk schadevergoeding grasland”

SAMENVATTING: Naar aanleiding van Fries onderzoek stelt de PvdD vragen over de schadetaxaties bij ganzenschade in Utrecht. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Keller van de Partij voor de Dieren betreffende “schadevergoeding grasland” vast te stellen en te verzenden.

20 Actualisatie Vervangingsbesluit secretaris

SAMENVATTING: Op 1 januari jl. is een wijziging van het Mandaatbesluit secretaris in werking getreden, waarmee de aanduiding van de domeinen Leefomgeving 1 en Leefomgeving 2 is veranderd in Stedelijke Leefomgeving respectievelijk Landelijke Leefomgeving. Dit voorstel strekt ertoe het Vervangingsbesluit secretaris te actualiseren in die zin dat als vervangers van de secretaris worden vermeld: de concernmanager van het domein Stedelijke Leefomgeving en de concernmanager van het domein Landelijke Leefomgeving. Voorzien is in terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020. Vanwege de komst van een nieuwe concernmanager Landelijke Leefomgeving is de vervangingsvolgorde aangepast. Cor Bontje blijft de eerste plaatsvervanger. Voorgesteld wordt dat de concernmanager Mobiliteit tweede vervanger van de secretaris wordt en de concernmanager Landelijke Leefomgeving laatste vervanger. Om de vervanging door de huidige concernmanager Landelijke Leefomgeving in de periode van 1 januari tot de publicatie van het voorgestelde besluit te dekken, is daarin opgenomen dat zij gedurende die periode bevoegd was om als tweede vervanger van de secretaris te fungeren. BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten het besluit tot wijziging van het Vervangingsbesluit secretaris, nummer 8203926B, vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad.

33 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 10 maart 2020, Voorzitter, Secretaris, mr. J.H. Oosters mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen