Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 06-06-2019

01 Voorjaarsnota 2019

SAMENVATTING:

De Voorjaarsnota 2019 is de eerste voortgangsrapportage over 2019, gebaseerd op de stand van zaken van het eerste kwartaal met een prognose einde jaar. De voortgang van de beleidsdoelen geeft het overall beeld dat de uitvoering van de beleidsdoelen in de begrotingsprogramma’s conform planning is. Het begrotingssaldo 2019 geeft na de bijstellingen in de Voorjaarsnota een tekort van € 0,539 mln door financieel effect van de nieuwe CAO 2019/2020, in april 2019 definitief vastgesteld. De financiële ontwikkelingen met betrekking tot Vijfheerenlanden vormen naar de huidige inzichten een tekort voor 2019 van € 6,6 mln. Het totaal geraamd tekort neemt daartoe tot € 7,1 mln. Omdat de financiële consequenties met betrekking tot Vijfheerenlanden nog niet definitief zijn en de ontwikkeling van de Saldireserve nog niet is vastgesteld vanuit de jaarrekening 2017 en 2018, wordt in de Najaarsnota 2019 een voorstel gedaan voor dekking van het verwacht tekort.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. voorjaarsnota 2019 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan provinciale staten;
  2. de portefeuillehouder te machtigen in de Voorjaarsnota 2019 en het bijbehorende statenvoorstel eventuele tekstuele wijzigingen aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

02 Kadernota 2020-2023

SAMENVATTING:

De Kadernota 2020-2023 is de “voorloper” van de begroting 2020. Aan de hand van geactualiseerde cijfers wordt een doorkijk gegeven naar de jaren 2020 t/m 2023. Ook worden de (financiële) kaders voor de begroting 2020 bepaald. Op 29 mei 2019 is het Coalitieakkoord 2019-2023 gepresenteerd. Bij het opstellen van de Kadernota was het nieuwe Coalitieakkoord nog niet bekend. De financiële en beleidsmatige consequenties zijn daarom niet in de Kadernota opgenomen. Zoals ook in het Coalitieakkoord is aangegeven worden de plannen en financiële consequenties uitgewerkt in de programmabegroting 2020. De Kadernota is om die reden “beleidsarm”. In het statenvoorstel is de opdracht opgenomen om het Coalitieakkoord door te vertalen in de programmabegroting 2020. De begroting 2019 sloot het meerjarenperspectief 2020-2023 af met positieve saldi na mutaties met de reserves. Door de bijstellingen in de Kadernota 2020-2023 nemen deze positieve begrotingssaldi af door autonome ontwikkelingen, zoals de CAO 2019/2020 en genomen bestuursbesluiten. In 2020 is het begrotingssaldo € 11,1 mln., in 2023 € 27,4 mln.

Rekening houdend met de financiële ontwikkelingen Vijfheerenlanden neemt het begrotingssaldo in 2020 af met € 3,3 mln. tot € 7,9 mln. en in 2023 met € 1,6 mln. tot € 25,8 mln.

Omdat de meerjarige financiële consequenties met betrekking tot Vijfheerenlanden nog niet definitief zijn wordt in de begroting 2020 de kosten geactualiseerd met een voorstel gedaan voor extra dekking gelijk met de uitwerking van het nieuwe Coalitieakkoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. Kadernota 2020-2023 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan provinciale staten.
  2. Provinciale Staten voor te stellen om Gedeputeerde Staten de opdracht geven om het Coalitieakkoord door te vertalen naar de Programmabegroting 2020 en daarbij ook de programma indeling tegen het licht te houden.
  3. de portefeuillehouder te machtigen in de Kadernota 2020-2023 en het bijbehorende statenvoorstel eventuele tekstuele wijzigingen aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

03 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 18 juni 2019,

voorzitter,

secretaris,