Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 10-09-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 3 september 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Beslissing op de bezwaren tegen de ontheffing van verbodsbepalingen genoemd in de Wet natuurbescherming die is verleend ten behoeve van Windpark Goyerbrug in de gemeente Houten

SAMENVATTING:

Aan Windpark Goyerbrug BV is, op basis van de Wet natuurbescherming, ontheffing verleend van het verbod tot het doden van vogels en vleermuizen. Tegen deze ontheffing is door het Windpark, een aantal Stichtingen en Verenigingen en omwonenden bezwaar gemaakt. De Awb-adviescommissie van PS en GS heeft twee adviezen uitgebracht. Gedeputeerde Staten beslissen grotendeels conform, maar ook deels in afwijking, van één advies en volgt het andere advies volledig. De ontheffing wordt deels herroepen, de voorschriften worden opnieuw vastgesteld en voor het overige wordt de ontheffing in stand gelaten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het besluit van 14 december 2018, Z-WNB-RI-REG-2018-0945, deels te herroepen, de voorschriften opnieuw vast te stellen en voor het overige in stand te laten;
  2. de afdoeningsbrief vast te stellen, te verzenden en voor de motivering van de beslissing, voor zover niet wordt afgeweken, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar de adviezen, van 4 juli 2019 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

06 Vergadering IPO Bestuur 17 september 2019

SAMENVATTING:

Het IPO Bestuur vergadert op 17 september 2019. Er is een annotatie vanuit de provincie ter voorbereiding van dit IPO Bestuur opgesteld

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

In te stemmen met:

  1. 2a ‘Appreciatie Klimaatakkoord’, met inachtneming van de kanttekeningen in het advies;
  2. 2b. ‘Invulling kopgroepen (mondeling);
  3. 2c. ‘Conceptreactie aanvullingsbesluit geluid’;
  4. 2d. ‘Herbenoeming Nederlandse delegatie Congres Raad van Europa’ (mondeling).

07 Informeren statenleden over een subsidie voor de afbouw van 10 energiezuinige woningen in de gemeente Utrecht

SAMENVATTING:

Provinciale Staten worden nader geïnformeerd over een subsidie die verstrekt is voor tien woningen (in particulier bezit) aan de Bernadottelaan en Auriollaan in Kanaleneiland. Het gaat om tien woningen, waarvan er negen worden verbouwd naar Nul-op-de-meter (NOM) en één naar NOM-ready. Het project loopt al vanaf 2015 maar dreigde niet afgebouwd te worden door liquiditeitsproblemen bij de hoofdaannemer en betalingsdiscussies tussen de hoofdaannemer en de bewoners. De provincie heeft samen met de gemeente, aannemer en bewoners een passende oplossing kunnen vinden door een subsidie te verstrekken vanuit het programma Binnenstedelijke Ontwikkeling.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief vast te stellen en naar provinciale staten te versturen.

08 Plan van aanpak RES U16

SAMENVATTING:

De Regionale Energiestrategie (RES) is een instrument om met maatschappelijke betrokkenheid te komen tot regionale keuzes voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag- en energie-infrastructuur. De RES is ook een manier om de samenwerking tussen alle regionale partijen (overheden en maatschappelijke organisaties) te organiseren in voorbereiding op concrete projecten die voortkomen uit de RES. Tot slot is de RES een product waarin staat beschreven welke strategie de RES-regio hanteert om lokale/regionale energiedoelstellingen te bepalen en te behalen. De RES heeft een horizon van 2030 met een doorkijk naar 2050.

De RES-regio U16 is één van de drie RES-regio’s binnen de grenzen van de provincie Utrecht. Na de startnotitie heeft deze regio nu een plan van aanpak opgesteld. Waar de startnotitie de bestuurlijke opdracht en commitment behelst, beschrijft het plan van aanpak hoe er invulling wordt gegeven aan de opdracht om te komen tot de RES 1.0 van de RES-regio U16. Aan Gedeputeerde Staten wordt gevraagd om dit plan van aanpak vast te stellen, onder voorbehoud van het ondertekenen van het Nationaal Klimaatakkoord. De bijdrage van de provincie Utrecht aan de RES U16 wordt daarbij geschat op totaal € 200.000 voor boekjaar 2020 en 2021 (1/4 van de totale kosten te verdelen over de deelnemende lokale overheden). De provincie Utrecht is zowel bestuurlijk als ambtelijk (mede-)opdrachtgever voor de RES U16.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het plan van aanpak van de RES-regio U16 vast te stellen, onder voorbehoud van het tekenen van het Nationaal Klimaatakkoord en de toekenning van middelen voor de RES’en door Provinciale Staten in de begroting voor 2020.

09 Evaluatie (in)formatieproces 2019

SAMENVATTING:

Na de verkiezingen van 20 maart 2019 is het proces gestart om te komen tot een coalitieakkoord en een nieuw college. Op woensdag 29 mei hebben de onderhandelaars van GroenLinks, CDA, D66, PvdA en ChristenUnie het akkoord ‘Nieuwe energie voor Utrecht’ gepresenteerd. In de zomer is een evaluatie van het (in)formatieproces uitgevoerd. Het doel van de evaluatie is terugblikken op het proces en leerpunten benoemen voor een volgende keer. De evaluatie heeft het karakter van een zelfevaluatie en geen onafhankelijk onderzoek. De resultaten van de evaluatie zijn vastgelegd in een rapportage. Het document heeft een ambtelijke status en wordt ter informatie aangeboden aan Gedeputeerde en Provinciale Staten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Evaluatie (in)formatieproces 2019 voor kennisgeving aan te nemen;
  2. de Statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te sturen aan Provinciale Staten.

10 Tweede kwartaalrapportage 2019 werkend tramvervoerssysteem Uithoflijn

SAMENVATTING:

Ieder kwartaal wordt gerapporteerd over de voortgang van de realisatie van de Uithoflijn. Dit betreft de tweede kwartaalrapportage van 2019. Zoals afgesproken worden ook de ontwikkelingen gedeeld die na de sluiting van het kwartaal zijn gebeurd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de kwartaalrapportage werkend tramvervoerssysteem Uithoflijn over Q2 2019 vast te stellen;
  2. de Statenbrief vast te stellen en deze met de kwartaalrapportage toe te zenden aan Provinciale Staten.

11 Realisatie vrijliggend fietspad nabij ’t Burgje - N410 c.a. en aanpassing kruising N410 – N229 door de gemeente Bunnik

SAMENVATTING:

Op 20 maart 2018 is er een bestuursovereenkomst ‘Integraal maatregelpakket Bunnik-Houten’ tussen de provincie Utrecht, de gemeente Bunnik en gemeente Houten getekend om de leefbaarheid en verkeersveiligheid in het buitengebied tussen de gemeente Bunnik en gemeente Houten te verbeteren. Dit maatregelpakket bestaat uit een zevental deelprojecten waaronder het verbeteren van de fietsvoorzieningen tussen Bunnik en Houten langs of nabij de provinciale weg N410 door een vrijliggend fietspad. De maatregel “het verbeteren van de fietsvoorzieningen tussen Bunnik en Houten langs of nabij de provinciale weg N410 door een vrijliggend fietspad” wordt gerealiseerd door de provincie. Vooruitlopend hierop wil de gemeente Bunnik omwille van een veilige fietsverbinding tussen de uitbreiding ’t Burgje, ten noorden van de N410, en de N229, dit gedeelte van het vrijliggend fietspad realiseren. Tussen de gemeente Bunnik en de provincie Utrecht is hiervoor een bestuursovereenkomst opgesteld. Doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de afspraken tussen de provincie Utrecht en gemeente Bunnik.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de overeenkomst “aanleg vrijliggend fietspad nabij ’t Burgje - N410 c.a. en aanpassing kruising N410 – N229 gemeente Bunnik” aan te gaan;
  2. de statenbrief vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.

12 Beantwoording schriftelijke vervolgvragen PVV-fractie over biowarmtecentrale op Lage Weide, gemeente Utrecht

SAMENVATTING:

De PVV-fractie uit Provinciale Staten heeft vervolgvragen gesteld over de biowarmtecentrale op Lage Weide in de gemeente Utrecht. De PVV wil o.a. weten wanneer de centrale definitief in gebruik wordt genomen en binnen welke straal er biomassa mag worden betrokken. Tenslotte staat de PVV stil bij een in Amersfoort geplande biomassacentrale. Gedeputeerde Staten antwoorden dat de biomassacentrale op Lage Weide naar verwachting nog in september 2019 door de aannemer wordt opgeleverd. Gegeven het toetsingskader voor een omgevingsvergunning, maakt de afstand waarbinnen de levering van biomassa plaatsvindt, geen onderdeel uit van de omgevingsvergunning. Alleen het gebruik van gecertificeerde biomassa is toegestaan. Daaronder vallen geen gekapte bomen, maar alleen resthout dat vrijkomt bij het beheer en onderhoud van bossen. Omdat de in Amersfoort aangevraagde biomassacentrale een relatief gering vermogen heeft, zijn Burgemeester en Wethouders van Amersfoort wat betreft de Wabo/omgevingsvergunning hiervoor het bevoegde gezag.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vervolgvragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid, de heer R. Dercksen van de PVV-fractie, betreffende de biowarmtecentrale op Lage Weide in de gemeente Utrecht vast te stellen en te verzenden.

13 Vaststelling uitvoeringsbeleid risicovolle bedrijven (uitgevoerd door Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied te Zaanstad)

SAMENVATTING:

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) te Zaanstad voert voor de provincie Utrecht in mandaat vergunningverlenings- en handhavingstaken uit bij riscovolle bedrijven. Recent heeft de OD NZKG in samenwerking met alle betrokken partijen het beleidsdocument ‘Regionaal uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022’ opgesteld. Het document voorziet ook in een ontwikkelagenda. Op basis daarvan wil de OD NZKG haar omgevingsbeleid innoveren. Gedeputeerde Staten stemmen in met de voorgestelde toekomstgerichte ontwikkelagenda en onderschrijven de inhoud van het beleidsdocument, voor zover de inhoud verband houdt met het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). Gedeputeerde Staten stellen het beleidsdocument vast voor zover het de BRZO-gerelateerde onderdelen betreft en mandateren de directeur van de OD NZKG om tot publicatie van het beleid over te gaan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voorgelegde beleidsdocument ‘Regionaal uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022’ vast te stellen, maar alleen voor wat betreft de regionale basistaken omgevingsrecht voor BRZO en RIE-4 bedrijven in de provincie Utrecht;
  2. in te stemmen met het in het beleidsdocument verwoorde voorstel om te komen tot een toekomstgerichte ontwikkelagenda;
  3. de directeur van de Omgevingsdienst NZKG eenmalig te mandateren om dit besluit op de juiste wijze bekend te maken en het Regionaal uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022 te publiceren.

14 Rectificatie Beslissing op Bezwaar Wet natuurbescherming

SAMENVATTING:

Begin 2019 besloten Gedeputeerde Staten om op basis van een advies van de onafhankelijke provinciale adviescommissie voor bezwaarzaken om een bezwaarschrift in relatie tot de Wet natuurbescherming niet-ontvankelijk te verklaren. Bij de voorbereiding van een daarop volgende gerechtelijke procedure is gebleken, dat de commissie haar advies destijds onbevoegd heeft uitgebracht. Ook zijn er vraagtekens gezet rond de aangehaalde jurisprudentie. Gedeputeerde Staten hebben daarom recent hun eerdere beslissing op bezwaar ingetrokken en de Awb-adviescommissie gevraagd om het bezwaarschrift opnieuw in behandeling te nemen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Awb-adviescommissie te vragen om het bezwaarschrift van Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. d.d. 28 september 2018 op korte termijn opnieuw in behandeling te nemen;
  2. het voorgaande aan bezwaarde en de voorzitter van de Awb-adviescommissie te melden;
  3. de brieven aan bezwaarde en de Awb-adviescommissie vast te stellen en te verzenden.

15 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO, gesteld door statenleden Oude Wesselink (GroenLinks) betreffende de toegankelijkheid van de Uithoflijn-trams

SAMENVATTING:

Dhr. Oude Wesselink stelt vragen met betrekking tot de (rolstoel-)toegankelijkheid van de Uithoflijn-trams. Om de toegankelijkheid te borgen is in het Integraal Programma van Eisen voor het tramsysteem uitgegaan van een nominale spleetbreedte tussen perron en tram van maximaal 5 centimeter horizontaal en verticaal. De vragen die nu gesteld worden hangen komen er waarschijnlijk mede uit voort dat gehandicaptenorganisatie Solgu (tevens lid van reizigersoverleg Rocov) stelt dat uit eigen metingen blijkt dat deze normen bij veel haltes overschreden worden. Solgu heeft hierover ook de pers opgezocht.

Inmiddels is met Rocov de afspraak gemaakt dat er een nieuwe meting van de spleetbreedtes op alle haltes zal plaatsvinden waarbij Rocov aanwezig zal zijn. Vooraf vindt een gesprek plaats over de uitgangspunten van de meting. Omdat het proefbedrijf momenteel stilligt vanwege de assentellers-problematiek zal de meting naar verwachting medio september plaatsvinden. Als uit deze meting blijkt dat de situatie op een of meer plekken niet voldoet, zal gezocht moeten worden naar oplossingsrichtingen. In de beantwoording van de vragen wordt dit proces toegelicht en wordt toegezegd de staten middels een Statenbrief te informeren over de uitkomsten. Ook wordt duidelijk gemaakt dat de door Solgu gewenste spleetbreedte van 2 cm onhaalbaar is.

Aandachtspunten:

  • Een meting zal nooit een volledig beeld geven. De spleetbreedte kan variëren als gevolg van de belading van de tram, slijtage aan wielen en perron, etcetera.
  • Hoewel er ontworpen is op een horizontale spleetbreedte van 45 mm kan door dergelijke variabelen deze spleetbreedte in de praktijk net meer dan 5 cm zijn. Verticaal is de verwachting dat deze wel altijd onder de 5 cm blijft.
  • Solgu stelt in de media dat er een norm van maximaal 2 centimeter is afgesproken. Dit is niet het geval en technisch ook niet haalbaar.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van Statenlid Oude Wesselink betreffende toegankelijkheid tram vast te stellen en te verzenden.

16 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO, gesteld door de statenleden Van Schie (VVD), Weyers (FvD), Boswijk (CDA), Dercksen (PVV), Van den Dikkenberg (SGP) en Hoek (50PLUS), betreffende de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding

SAMENVATTING:

Bovengenoemde statenleden hebben vragen gesteld over de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, die sinds 1 augustus 2019 van kracht is. Er wordt met name gevraagd hoe vervoerders omgaan met deze wet, en er wordt op aangedrongen de vervoerders op te dragen de wet te handhaven. In de beantwoording wordt verwezen naar de landelijke lijn die vervoerders in Nederland hebben afgesproken over deze wet. Deze lijn houdt er rekening mee dat vervoerders de wet niet zelf kunnen handhaven, en is gericht op de-escalatie en het voorkomen van vertragingen voor andere reizigers. De lijn komt erop neer dat reizigers met gezichtsbedekkende kleding wel worden geregistreerd en aangesproken, maar dat het inschakelen van de politie alleen gebeurt wanneer dit echt nodig is, om te voorkomen dat situaties nodeloos escaleren en reizigers vertraging oplopen.

Tevens wordt gevraagd hoe de provincie zelf omgaat met het verbod in gebouwen van de provincie. Hier geldt dat de beveiliging de instructie t.b.v. het Rijksbeveiligingshandboek voor alle rijksonderdelen volgt.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de Statenleden Van Schie, Weyers, Boswijk, Dercksen, Van den Dikkenberg en Hoek betreffende de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding vast te stellen en te verzenden.

19 Communicatie

Geen opmerkingen.

21 Circulatiemap

Gedeputeerde Staten nemen kennis van de circulatiemap.

22 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 17 september 2019,

voorzitter,

secretaris,