Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 10-12-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 3 december 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

04 Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2015-2020

SAMENVATTING:

Het Rijk, IPO en VNG hebben in het Bestuurlijk Omgevingsberaad besloten om de deelprogramma’s in het kader van de Impuls Omgevingsveiligheid te verlengen tot en met 2020. Vanuit het “Deelprogramma voor de uitvoering van het lokaal extern veiligheidsbeleid” krijgt de provincie Utrecht een Rijksbijdrage voor de uitvoering van het PUEV. Voorgesteld wordt om het PUEV te verlengen tot en met 2020. Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken van risico’s op calamiteiten met gevaarlijke stoffen waarbij dodelijke slachtoffers vallen. De risicobronnen zijn: lnrichtingen, transport van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor en door buisleidingen, vuurwerk bij evenementen en het gebruik van luchthavens. Na 2020 streeft het Bestuurlijk Omgevingsberaad ernaar dat het Rijk middelen die nu via het PUEV en de provincie aan omgevingsdiensten beschikbaar worden gesteld, rechtstreeks via het Gemeentefonds gaat overmaken naar gemeenten. Als dat gebeurt dan zal de coördinerende en programmerende functie die de provincie vervult t.a.v. de lokale externe veiligheid waarschijnlijk verminderen. In de PUEV Jaarrapportage 2020, of in het PUEV 2021 als het programma toch weer met een jaar wordt verlengd, zal nader ingegaan worden op de provinciale inzet na 2020.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2015-2020 vast te stellen;
  2. bijgevoegd Statenvoorstel "Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (PUEV) 2015-2020, inclusief de in besluit 2 vermelde begrotingswijziging toe te zenden aan Provinciale Staten voor besluitvorming in de vergadering van 29 januari 2020.

05 Beleidsregels intern en extern salderen van 10 december 2019

SAMENVATTING:

Op 7 oktober 2019 hebben Gedeputeerde Staten (GS) de “Beleidsregels intern en extern salderen” vastgesteld, die helpen om de vergunningverlening voor stikstof-gerelateerde activiteiten op gang te brengen. Deze beleidsregels waren interprovinciaal afgestemd. Vrij kort na de vaststelling van de beleidsregels zijn in verschillende provincies de beleidsregels (deels) ingetrokken. Dit geldt overigens niet voor Utrecht.

Provincies en Rijk hebben vervolgens gewerkt aan meer eenvoudige en eenduidige beleidsregels en daarbij maatschappelijke sectoren geconsulteerd. Alle provincies hebben op, afhankelijk van hun vergaderdatum, op 9 of 10 december 2019 deze nieuwe beleidsregels voor het intern en extern salderen vastgesteld. Nu er nieuwe beleidsregels worden vastgesteld, houdt dat automatisch in dat de (oude) beleidsregels van 7 oktober 2019 moeten worden ingetrokken.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. tot vaststelling van de “Beleidsregels intern en extern salderen” van 10 december 2019;
  2. de portefeuillehouder te machtigen tot het aanbrengen van tekstuele en redactionele wijzigingen;
  3. deze beleidsregels te publiceren in het Provinciaal Blad;
  4. de Statenbrief “Beleidsregels intern en extern salderen” vast te stellen en aan Provinciale Staten toe te sturen;
  5. de “Beleidsregels intern en extern salderen” van 7 oktober 2019 in te trekken.

06 Voorontwerp provinciaal inpassingsplan spooronderdoorgang Maarsbergen

SAMENVATTING:

Met het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) spooronderdoorgang Maarsbergen wordt realisatie van een onderdoorgang van het spoor bij Maarsbergen mogelijk gemaakt. Ook omvat het plan het verleggen van de N226 in westelijke richting, vanaf het spoor tot aan de brandstofverkooppunten. Het doel hiervan is het verbeteren van de verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid in Maarsbergen en omgeving. Met het PIP wordt dit planologisch juridisch mogelijk gemaakt. Voorgesteld wordt nu het wettelijk vooroverleg te starten en het plan ter inzage te leggen voor de wettelijke vooroverlegpartners.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het voorontwerpinpassingsplan 'Spooronderdoorgang Maarsbergen’, zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie: NL.IMRO.9926.IP1709N226Maarsber-VO01, vast te stellen;
  2. het voorontwerpinpassingsplan conform artikel 3.1.1 Bro aan de overlegpartners aan te bieden voor overleg;
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten samen met het voorontwerpinpassingsplan;
  4. de portefeuillehouder te mandateren het voorontwerpinpassingsplan namens het college aan de overlegpartners aan te bieden.

07A Onderzoeksrapport Naar een toekomstbestendige RUD mede in relatie tot motie 35

SAMENVATTING:

De gemeente Utrecht en provincie Utrecht hebben aan Berenschot gevraagd onderzoek te doen naar de toekomstbestendigheid van de RUD (Regionale Uitvoeringsdienst). Voor de provincie was dit onderzoek mede ingegeven door motie 35 “Eén loket en benchmark omgevingsdiensten” (juli 2019). De conclusie van dit onderzoek is dat er eerst een verbeterslag bij de RUD moet worden afgerond. Dit past goed binnen het traject “Kleur Bekennen” dat door de RUD in mei 2019 is gestart met als doel om te komen tot een toekomstverkenning voor de RUD. Dit onderzoek kan een bijdrage vormen aan het traject “Kleur bekennen”. Het Berenschot rapport bevat de volgende aanbevelingen:

  1. Maak in de lopende toekomstdiscussie onderscheid tussen verschillende oplossingsniveaus (richten, inrichten, verrichten).
  2. Besteed expliciet aandacht aan de verschillende belangen, ervaringen en emoties die spelen.
  3. Ontwikkel een verbeteragenda waarin de drie oplossingsniveaus en de relevante (politiek, bestuurlijke en ambtelijke) actoren worden geadresseerd.
  4. Richt een gezamenlijk proces in om dit te realiseren.

Berenschot adviseert om de uitkomsten van dit rapport mee te nemen en in te bedden in het traject “Kleur Bekennen”. Bovendien wordt geadviseerd om tijdens de lopende toekomstdiscussie de focus te leggen op het verbeteren van de samenwerking binnen de RUD en pas vanuit een gedeelde gerichtheid na te denken over de voor- en nadelen van een fusie met de ODRU. Wij kunnen ons goed vinden in dat advies.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van het rapport ‘Naar een toekomstbestendige RUD’ (82006761);
  2. vaststellen Statenbrief rapport Berenschot (820066D7) en het rapport ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

08 Aangaan samenwerkingsovereenkomst Interreg-project eBussed

SAMENVATTING:

Op initiatief van de Hogeschool Utrecht heeft de Gedeputeerde Mobiliteit in mei 2018 ingestemd met een subsidieaanvraag in het kader van het Interreg Europa-programma voor het project eBussed. In dit kennisuitwisselingsproject worden gedurende 2019 tot 2022 kansen en uitdagingen voor het inzetten van e-bussen in kaart gebracht en per regio een actieplan opgesteld voor verdere implementatie. De Universiteit van Turku (Finland) is de zogenaamde Leadpartner (LP) en daarmee projectleider. Er nemen een zestal EU-regio’s deel aan het project. De Hogeschool Utrecht en Provincie Utrecht zijn Nederlandse partners in dit project, waarbij de Hogeschool het meeste werk zal verrichten (in organisatie en studie) en de e-busimplementatie binnen de concessiegebieden van de Provincie Utrecht het studie-onderwerp zijn. Het project sluit volledig aan bij doelstelling uit het Mobiliteitsprogramma, waarin gewerkt wordt aan een duurzaam OV-systeem in het algemeen en de opgave van de transitie van dieselbussen naar Zero Emissie-bussen is het bijzonder. Daarmee kan dit project ook een belangrijke bouwsteen opleveren voor de komende OV-aanbesteding. De totale subsidiebijdrage aan dit project betreft €1,5 miljoen; per partner is een maximale bijdrage in de kosten voorzien van 85%. Voor de regio Utrecht wordt in totaal €250.000 beschikbaar gesteld. Deze subsidieaanvraag is voorjaar 2019 door de Europese Commissie goedgekeurd en heeft geleid tot voorliggende samenwerkingsovereenkomst (Partnerplan) met de leadpartner. Vanwege de centrale ligging van Utrecht in Europa en omdat de regio Utrecht een koploper is voor duurzame mobiliteit, is de regio Utrecht door de Leadpartner al gevraagd om ons als gastregio kandidaat te stellen voor de zogenaamde (bestuurlijke) slotbijeenkomst. Dit betekent ook inzet van de Gedeputeerde Mobiliteit als bestuurlijke gastheer. Vanuit het project worden de hiermee samenhangende kosten separaat vergoed. Ook hier wordt GS gevraagd mee in te stemmen en aan te gaan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de bijgevoegde concept-samenwerkingsovereenkomst voor het lnterreg Europe project eBussed vast te stellen en aan te gaan;
  2. de gedeputeerde Mobiliteit te machtigen om vervolghandelingen in dit proces af te handelen en uitgaande stukken te ondertekenen binnen de kaders van dit voorstel;
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
  4. akkoord te gaan met het verzoek van de Leadpartner Turku University om de Utrechtse regio gastregio en de gedeputeerde Mobiliteit gastheer te laten zijn voor de “High Level Meeting” ter afronding van het project.

09 Vaststellen reizigerstarieven openbaar vervoer 2020

SAMENVATTING:

Gedeputeerde Staten zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van de reizigerstarieven in het openbaar vervoer per bus en tram. Dit wordt met één besluit voor beide concessies (U-OV en Syntus Utrecht) gedaan. Op de tarieven wordt de landelijke tariefindex (2,23%) toegepast. Op het kilometertarief wordt daarbovenop een extra verhoging toegepast die is gekoppeld aan verbeteringen in het vervoersaanbod (zoals door Gedeputeerde Staten reeds vastgesteld met de Vervoerplannen 2020, het gaat met name om de komst van zes U-link lijnen). Het kilometertarief wordt 16,9 cent. De voorgenomen uitbreiding van spits/daldifferentiatie om reizigersstromen beter te spreiden gaat niet door. De te beïnvloeden groep reizigers is te klein. Vanwege de ontwikkeling van U-link 50 (Utrecht – Driebergen/Zeist – Wageningen) waar beide vervoerders aan meedoen gaat Syntus het U-OV Gemak Regio abonnement accepteren op U-link 50. Daar staat tegenover dat het geldigheidsgebied beperkt wordt tot Driebergen-Zeist (in plaats van Doorn). Op een aantal andere producten gaan de vervoerders elkaars kaartjes accepteren, meestal wel door de reisvoorwaarden iets te beperken. Het gaat om reiskaartjes (papieren wagenverkoop), de retourkaart en het kidsticket.

Het reizigersplatform ROCOV heeft adviesrecht en heeft positief geadviseerd over de voorgestelde tarieven. De nieuwe tarieven gaan in per 1 januari 2020.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de regionale tarieven in het openbaar vervoer van de provincie Utrecht voor 2020 vast te stellen;
  2. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

09A Beantwoording schriftelijke vragen betreffende PFAS

SAMENVATTING:

Op 21 november jl. heeft de PVV-fractie een vraag gesteld n.a.v. een nieuwsbericht van de provincie Noord-Holland over PFAS. Gevraagd wordt of het college van Gedeputeerde Staten - net als de Provincie Noord-Holland- de hergebruiksnorm van 0,1 mg/kg wil verhogen naar de achtergrondwaarde in de Provincie. In haar reactie geven Gedeputeerde Staten aan dat samen met de RUD en ODRU wordt gewerkt aan het opstellen van een achtergrondwaardenkaart waarna de gemeenten als bevoegd gezag voor het toepassen van grond deze norm kunnen aanpassen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van de PVV betreffende PFAS vast te stellen en te verzenden.

10 Beantwoording schriftelijke vragen ex. Art. 47 betreffende woningbouw Zon en Schild

SAMENVATTING:

Er zijn schriftelijke statenvragen gesteld over de betrokkenheid van GS bij en houding van GS ten opzichte van het Ruimtelijk ontwikkelkader Zon & Schild dat ter besluitvorming voorligt aan de gemeenteraad van Amersfoort. In de beantwoording wordt aangegeven dat de provincie ambtelijk geruime tijd ondersteuning heeft geboden aan de gemeente. Dit op basis van de ruimte die PS biedt om, in uitzondering op het verstedelijkingsverbod van het landelijk gebied, percelen bestemd voor specifieke stedelijke functies naar een andere stedelijke functie te bestemmen (artikel 3.8 PRV ‘Rood voor rood’). Zolang de plannen binnen deze regeling passen zijn statenvoorstellen niet nodig.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid de heer M. Eggermont van de SP betreffende Woningbouw Zon & Schild vast te stellen en te verzenden.

11 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO aan het College van GS, gesteld door de heer R. Dercksen van de Partij voor de Vrijheid betreffende Omgang personeel Uithoflijn (d.d.11-11-2019)

SAMENVATTING:

In reactie op de beantwoording van eerdere vragen over het onderwerp Omgang personeel Uithoflijn heeft de PPV aanvullende vragen gesteld. In de bijgevoegde Statenbrief worden deze vragen beantwoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van de Partij voor de Vrijheid betreffende Omgang personeel Uithoflijn (d.d.11-11-2019) vast te stellen en te verzenden.

12 Beantwoording Statenvragen China-reis

SAMENVATTING:

De fractie van de ChristenUnie uit Provinciale Staten heeft vragen gesteld over het interview dat gedeputeerde Strijk heeft gegeven aan Radio M voorafgaande aan zijn vertrek naar China op 9 november jl..

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid, de heer J. van Oort van de ChristenUnie-fractie betreffende de China reis vast te stellen en te verzenden.

14 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO van FvD aan het College van GS, Gesteld door de heer S. Berlijn van de fractie van Forum voor Democratie betreffende “banen in de energietransitie” (d.d. 23-10-2019)

SAMENVATTING:

Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO van FvD aan het College van GS, Gesteld door de heer S. Berlijn van de fractie van Forum voor Democratie betreffende “banen in de energietransitie” (d.d. 23-10-2019)

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van de heer Berlijn namens de fractie van Forum voor Democratie, vast te stellen en te verzenden.

15 Subsidie voor het project “Valuta voor Veen” aan de natuur en milieufederaties (NMF)

SAMENVATTING:

In het kader van de Klimaatenveloppe 2019 heeft het Rijk voor de aanpak van bodemdaling een bedrag van € 425.000, - toegezegd aan de Natuur en milieufederaties (NMF), gelabeld aan het project Valuta voor Veen. Het Rijk heeft hiervoor een doeluitkering overgemaakt naar de provincie met het verzoek om voor dit project namens LNV een subsidie aan NMF te verlenen. Het bedrag heeft de provincie in september 2019 als decentrale uitkering ontvangen. De provincie stelt een begrotingssubsidie beschikbaar aan NMF tbv het opzetten van CO2 bank die is opgenomen in de najaarsnota 2019.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. op grond van de Algemene Subsidieverordening van de provincie Utrecht, de Natuur en Milieufederaties een incidentele begrotingssubsidie toe te kennen van € 425.000, - voor de subsidieaanvraag van het project Valuta voor Veen;
  2. de aanvullende uitkering uit decentrale uitkering van het Rijk te benutten voor de dekking van deze incidentele begrotingssubsidie.

16 Aanpassen ‘Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht’ en ‘Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht’

SAMENVATTING:

Vanwege forse overvraag, mede veroorzaakt door doorgeschoven projecten van voorgaande jaren, wordt voorgesteld de plafonds van de ‘Uitvoeringsverordeningen subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht’ en ‘Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht’ te verhogen voor het jaar 2019. Daarnaast wordt voorgesteld de subsidieplafonds voor de ‘Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht’ voor het jaar 2020 naar beneden bij te stellen. Met de beoogde vaststelling va het nieuwe, cultuur- en erfgoed programma medio 2020 zullen de verordening en de bijbehorende subsidieplafonds worden aangepast aan het nieuwe beleid.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten: 1. de subsidieplafond in de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht voor 2019 vast te stellen op: a. € 250.000 voor ruimtelijk erfgoed (dit is momenteel € 200.000); b. € 180.000 voor onderzoek en ontwikkeling (dit is momenteel € 100.000); c. € 325.000 voor publieksbereik in de erfgoedsector (dit is momenteel €300.000). 2. de subsidieplafonds in de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht voor 2020 vast te stellen op:

a. € 130.000 voor Ruimtelijk erfgoed (dit is momenteel € 200.000; b. € 60.000 voor Onderzoek en ontwikkeling (dit is momenteel € 100.000); c. € 200.000 voor publieksbereik in de erfgoedsector (dit is momenteel € 300.000); d. € 100.000 voor innovatie bibliotheken (dit is momenteel €150.000). 3. het subsidieplafond voor 2019 in de Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels voor de provincie Utrecht vast te stellen op € 4.000.000; 4. het besluit tot wijziging van de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht, nummer 82005882 vast te stellen; 5. het besluit tot wijziging van de Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht, nummer 82005834 vast te stellen; 6. bovengenoemde beslispunten bekend te maken in het provinciaal blad; 7. het restantbudget voor 2019 in de reserve Investeringsfonds provinciaal erfgoed te houden en via een begrotingswijziging met de Zomernota 2020 beschikbaar te stellen.

17 Awb-bezwaarschriften tegen opgelegde last onder dwangsom en daarop volgend invorderingsbesluit vanwege overtreding van Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

SAMENVATTING:

In een zwembad in de gemeente Zeist zijn overtredingen geconstateerd op grond van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. Omdat aan eerdere waarschuwingen onvoldoende gevolg werd gegeven, hebben Gedeputeerde Staten een last onder dwangsom (LOD) opgelegd van € 500,-. Omdat verbeteringen uitbleven, is het bedrag vervolgens ingevorderd. Bezwaarde is het met beide besluiten niet eens. Niet alleen zou de adressering onjuist zijn, maar ook de geconstateerde feiten zouden niet kloppen. Wat betreft het laatste gaat de provinciale Awb-adviescommissie niet met bezwaarde mee. Maar wel op het punt van de adressering. Niet de holding (de N.V. SRO) had moeten worden aangeschreven, maar het zwembad zelf (SRO Zeist B.V.). De Awb-adviescommissie draagt voor beide foute adresseringen zonder toelichting een andere oplossing aan. Gedeputeerde Staten besluiten beide bezwaren gedeeltelijk gegrond te verklaren, beide onjuiste adressen op identieke wijze via de Beslissing op Bezwaar te corrigeren en aan bezwaarde de gebruikelijke proceskosten (€ 1.512,-) te vergoeden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de ingediende bezwaarschriften tegen de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 en de invorderingsbeschikking d.d. 3-9-2019 als gedeeltelijk gegrond aan te merken;
  2. de last onder dwangsom d.d. 21-5-2019 en de invorderingsbeschikking d.d. 3-9-2019 via de beslissing op bezwaar te wijzigen waar het betreft de foutieve adressering, en beide beschikkingen voor het overige in stand te laten;
  3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering deels te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 26 augustus 2019.

24 Communicatie

-

28 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 17 december 2019,

Voorzitter, Secretaris, Mr. J.H. Oosters mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen