Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 16-07-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 9 juli 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Programma U Ned – no regretmaatregelen, uitgangspunten en beoordelingskader

SAMENVATTING:

In het programma U Ned werken Rijk en regio aan een verstedelijkings- en mobiliteitsstrategie voor stad en regio Utrecht om woon/werk locaties te kunnen ontwikkelen, mobiliteitsknelpunten op te lossen en de kwaliteit van de regio verder uit te bouwen. Voor de huidige mobiliteitsknelpuntenknelpunten is een Korte Termijn Aanpak in uitvoering (met name gericht op gedrag) en ligt er een eerste pakket “no-regret maatregelen” van 45 miljoen euro, die voor 2025 gerealiseerd moeten zijn. Voor knelpunten richting 2030 onderzoeken Rijk en regio mogelijkheden voor een eerste substantiële verbetering in bereikbaarheid aan de zuid- en oostzijde van de stad Utrecht. Voor de opgaven richting 2040 werken Rijk en regio in het U Ned MIRT onderzoek, samen met het Ruimtelijk Economisch Programma van de U10, aan een verstedelijkingsperspectief voor de regio. Hierbij vindt nauwe afstemming plaats met het traject om te komen tot een POVI.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de inhoud van de no-regret maatregelen U Ned en in te stemmen met de provinciale bijdrage van €15 miljoen;
  2. in te stemmen met de uitgangspuntennotitie en het beoordelingskader voor het MIRT Onderzoek U Ned;
  3. het Statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Rol en inzet van de provincie Utrecht in de Regionale Energiestrategieën (RES)

SAMENVATTING:

De Regionale Energiestrategie (RES) is een instrument om met maatschappelijke betrokkenheid te komen tot regionale keuzes voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag- en energie-infrastructuur. De RES is ook een manier om de samenwerking tussen alle regionale partijen (overheden en maatschappelijke organisaties) te organiseren in voorbereiding op concrete projecten die voortkomen uit de RES. Tot slot is de RES een product waarin staat beschreven welke strategie de RES-regio hanteert om lokale/regionale energiedoelstellingen te bepalen en te behalen. De RES heeft een horizon van 2030 met een doorkijk naar 2050.

De scope van de RES zijn de tafels Elektriciteit en Gebouwde Omgeving uit het Nationaal Klimaatakkoord (de RES heeft daarmee geen betrekking op de tafels Mobiliteit, Industrie en Landbouw en Landgebruik). In Nederland hebben zich 30 regio’s gevormd die een RES maken. In de provincie Utrecht liggen drie van deze regio’s: regio Amersfoort, regio U16 en een deel van regio Foodvalley (het andere deel ligt in Gelderland). Voor deze drie regio’s zijn afgelopen voorjaar startnotities geschreven, waarvan er nu twee voorliggen (zie bijlagen). De startnotitie van regio Amersfoort is nog niet af en wordt op een later moment aangeboden.

Voorgesteld wordt om als provincie Utrecht een actief betrokken rol in te nemen bij de totstandkoming van de RES’en. De provincie stelt, net als gemeenten, waterschappen en de Rijksoverheid, middelen ter beschikking om de RES-processen kwalitatief goed in te kunnen richten. De provincie levert een bijdrage in de vorm van procesgeld en daarnaast door ruimtelijk ontwerpateliers aan te bieden aan de regio’s Amersfoort en U16. Ten slotte stelt de provincie middelen ter beschikking voor regionale warmtestudies, om te komen tot de Regionale Structuur Warmte. Deze laatste twee activiteiten heeft de provincie Gelderland al voorzien voor de Regio Foodvalley. De activiteiten passen daarnaast goed bij de provinciale rol en de provinciale taken en verantwoordelijkheden op het gebied van RO. Samenvattend wordt voorgesteld om Provinciale Staten de startnotities van de RES U 16 en Foodvalley vast te laten stellen en bij de najaarsnota een besluit te vragen om een bedrag van € 600.000 beschikbaar te stellen voor de drie RES regio’s tezamen voor het lopende boekjaar (2019).

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. tot vaststelling van de startnotities van de regio’s Foodvalley en U16;
  2. het Statenvoorstel vast te stellen en samen met de twee startnotities ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Nota Financieringsbeleid provincie Utrecht

SAMENVATTING:

De provincie Utrecht ontvangt regelmatig verzoeken van partijen voor financiële ondersteuning van initiatieven. De provincie heeft een aantal financieringsinstrumenten tot haar beschikking die ingezet kunnen worden, mits passend binnen haar taak als overheid, de vigerende Europese, landelijke en provinciale wet- en regelgeving. In het (nieuwe) Financieringsbeleid provincie Utrecht staat vastgelegd hoe de provincie Utrecht omgaat met deze verzoeken voor financiële ondersteuning.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de nota Financieringsbeleid provincie Utrecht in concept vast te stellen;
  2. het statenvoorstel vast te stellen en hiermee de nota Financieringsbeleid provincie Utrecht voor besluitvorming aan te bieden aan Provinciale Staten.

08 Update klimaatakkoord

SAMENVATTING:

Op 28 juni 2019 heeft het Kabinet in een Kamerbrief “het Klimaatakkoord" en haar appreciatie van het Klimaatakkoord aan de Tweede Kamer aangeboden. De herzieningen van het Klimaatakkoord die voortkomen uit deze Kamerbrief zijn, in overleg met de Klimaattafels, in het Klimaatakkoord verwerkt.

Het IPO-Bestuur informeert alle colleges van GS per brief over de volgende zaken:

  • Totstandkomingsproces;
  • IPO-analyse van het Klimaatakkoord in het licht van het onderhandelingsmandaat dat in het IPO-Bestuur is vastgesteld;
  • Besluitvormingsproces als gezamenlijke provincies en rol van colleges van GS, Provinciale Staten en het IPO-Bestuur.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de IPO Brief Definitief Klimaatakkoord (E 10157/2019) vast te stellen;
  2. deze brief te verzenden aan Provinciale Staten.

09 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende Rijnenburg

SAMENVATTING:

Door leden van de Tweede Kamer zijn vragen gesteld en een motie ingediend (welke vooralsnog is aangehouden) over Energielandschap Rijnenburg en de bouwopgave voor deze regio. Naar aanleiding van deze motie heeft FvD vragen gesteld over de reactie van het college op deze motie.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Weyers van FvD betreffende Rijnenburg vast te stellen en te verzenden.

10 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO betreffende bouwen in het groengebied te Montfoort

SAMENVATTING:

De Telegraaf van 21 juni jl. maakt melding van het voornemen van de gemeente Montfoort om aan de lokale vraag naar woningen tegemoet te komen door 250 woningen te bouwen “in het groengebied”. De PVV fractie ondersteunt dit voornemen van harte. In de “Woonvisie gemeente Montfoort 2019-2030” heeft Montfoort opgenomen dat zij de komende tien jaar 250 woningen wil bouwen. Uit de Woonvisie blijkt dat de gemeente wil inzetten op ‘voorzichtige extra groei’. Er zijn nog geen locaties in beeld. Wij betrekken de Woonvisie bij het opstellen en de in dat kader te maken integrale afwegingen van de POVI.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van R. Dercksen van de PVV betreffende bouwen in het groengebied te Montfoort vast te stellen en te verzenden.

10A Bekrachtigen uitvoeringsafspraken uit BO n.a.v. PAS uitspraken

SAMENVATTING:

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State beoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof niet voldoet aan Europese voorwaarden en daarmee niet langer gebruikt kan worden voor toestemmingverlening in het kader van de Wet natuurbescherming. In het Bestuurlijk Overleg van 21 juni 2019 heeft een IPO-kerndelegatie afspraken gemaakt aangaande de omgang met vergunningverlening, toezicht en handhaving op de korte termijn. De afspraken worden door Gedeputeerde Staten van Utrecht bekrachtigd en de acties die hieruit voortvloeien worden ingezet.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de in het Bestuurlijk Overleg van 21 juni 2019 gemaakte afspraken aangaande vergunningverlening, toezicht en handhaving, zoals verwoord in de IPO-memo ‘Bekrachtigen Afspraken Bestuurlijk Overleg’ van 27 juni 2019, te bekrachtigen. Het betreft de volgende afspraken:

  2. Provincies zien, in elk geval tot aan het vaststellen van nieuwe beleidslijnen, af van actieve handhaving op de gerealiseerde meldingen en vergunningsvrije activiteiten. Dit geldt ook voor de aanpak op de twee jaarstermijn ontwikkelingsruimte. Provincies wijzen er wel op dat niet gerealiseerde activiteiten in het kader van meldingen vergunningplichtig zijn, en derhalve niet zonder vergunning gerealiseerd mogen worden;

  3. Provincies wijzen initiatiefnemers van vernietigde vergunningen er actief op dat, als de initiatiefnemer het project nog steeds wil realiseren, er een nieuwe aanvraag nodig is;
  4. Indien initiatiefnemers vooruitlopend op een onherroepelijke vergunning het project toch gerealiseerd hebben, kunnen provincies een handhavingstraject starten. Bij dergelijke trajecten kan maatwerk in oplossing en tijd per project worden geboden;
  5. Provincies informeren gemeenten over het niet meer legitiem zijn van de onder het PAS afgegeven Verklaringen Van Geen Bedenkingen;
  6. Provincies onderzoeken per besluit waartegen nog een beroepsprocedure loopt of het mogelijk is om via een wijziging van het besluit alsnog een rechtsgeldige situatie te creëren; 7.Provincies zullen in het lopende beweidings- en bemestingsseizoen niet actief handhaven op de vergunningplicht voor beweiden en bemesten;
  7. Provincies stellen samen met de overige bevoegde gezagen een instrumentarium beschikbaar waarmee, zolang er geen nieuw programma is toch, waar mogelijk, toestemmingen op het gebied van stikstofdepositie verleend kunnen worden;
  8. de Statenbrief waarin de afspraken worden toegelicht ter informatie aan Provinciale Staten toe te zenden.

11 Wijziging van POP3-openstellingsbesluit Niet productieve investeringen water 2018 en nieuw openstellingsbesluit Niet productieve investeringen water 2019

SAMENVATTING:

Om tot een versnelling van de uitvoering van POP3-projecten te komen wordt voorgesteld het subsidieplafond van de POP3-maatregel Niet productieve investeringen water 2018 te verhogen. Daarnaast wordt voorgesteld, omwille van het veilig stellen van EU-middelen, om ter ‘reparatie’ een nieuw subsidieplafond van dezelfde maatregel beschikbaar te stellen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het besluit tot wijziging van het subsidieplafond van € 3.560.000,00 naar € 3.740.620,00 van de POP3-maatregel Niet productieve investeringen water 2018 voor beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad;
  2. het besluit tot openstelling van de POP3-maatregel Niet productieve investeringen water 2019 voor beheergebied van waterschap Amstel Gooi en Vecht met een subsidieplafond van € 1.060.000,00 vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad.

12 Beantwoording schriftelijke vragen gesteld door mevr. H. Keller van de Partij voor de Dieren betreffende dwergganzen (d.d. 21-06-2019)

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van een voorval in Limburg, stelt de Partij voor de Dieren vragen over het mogelijk per abuis doden van dwergganzen bij schadebestrijding. Uit de provincie Utrecht is dit niet bekend. Momenteel wordt het ganzenbeleid van Utrecht geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zal het beleid heroverwogen worden en zal een risico voor dwergganzen meegewogen worden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Keller van de Partij voor de Dieren betreffende dwergganzen vast te stellen en te verzenden.

13 Statenbrief update Regionale economische samenwerking

SAMENVATTING:

De provincie Utrecht heeft vorig jaar samen met de gemeenten Amersfoort, Hilversum en Utrecht en de Universiteit Utrecht het initiatief genomen tot een verkenning van de mogelijkheden voor de oprichting van een regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM). Met deze Statenbrief worden Statenleden geïnformeerd over de voortgang. Conform het besluit van Provinciale Staten d.d. 18 februari 2019 is in april 2019 de heer Nathal van Rijn gestart als kwartiermaker om een businessplan uit te werken voor de ROM. Op basis van dit businessplan wordt in het najaar een sessie georganiseerd voor Provinciale Staten en de gemeenteraden van de opdrachtgevende partijen over de voorgestelde governance van de ROM. Hierbij wordt ingegaan op de vraag hoe we ervoor zorgen dat de ROM als uitvoeringsorganisatie op afstand goed wordt georganiseerd en de belangen van de provincie geborgd zijn. Daarna zal in november/december bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Het doel is om, conform eerdere planning, 1 januari 2020 te starten met (een basisversie van) de ROM.

Simultaan aan het proces om te komen tot een ROM wordt door de regio samengewerkt aan een nieuwe Regionale Economische Agenda (REA). De REA heeft een kaderstellend karakter en legt hiermee de basis voor de inhoudelijke opdracht aan de ROM. De regio wil haar economisch instrumentarium richten op maatschappelijke opgaven en duurzame doelen zoals gezondheid, energietransitie, circulariteit, digitalisering en aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt. Op 11 september 2019 zal een inhoudelijke werksessie worden georganiseerd met de Statenleden over de REA. Deze sessie wordt gecombineerd met een toelichting op de wijze waarop de herijking van het economisch beleidsplan van de provincie Utrecht wordt aangepakt. (Motie M033 – Herijking Economisch Beleidsplan)

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

14 Frictiebudget nieuwe coalitieakkoord

SAMENVATTING:

Recent is gestart met het opstellen van de begroting 2020 en de vertaling hierin van het Coalitieakkoord: ‘Nieuwe Energie voor Utrecht’. Vertaling inhoudelijk, in geld en personeel. Het pas in de begroting 2020 betrekken van de benodigde extra middelen voor onder meer de energietransitie, bedrijfsvoering en andere opgaven uit het coalitieakkoord, brengt met zich mee dat er tot 2020 geen middelen beschikbaar zijn om deze onderwerpen (goed) van de kant te krijgen (of om te voorkomen dat belangrijke onderwerpen stagneren vanwege het aflopen van tijdelijke constructies). Dit zal tot vertraging in de uitvoering kunnen leiden. Ultimo 2019, na vaststelling van de Begroting 2020 op 30 oktober 2019, zal immers eerst nog geworven moeten worden, of opnieuw geworven moeten worden.

Het is goed te onderkennen dat we in het proces van zichtbaar en sluitend maken van ambities en middelen en het achterstallig onderhoud dat gepleegd moet worden, tegen de nodige ‘frictiezaken’ aanlopen. Dit zal in het kader van de eerder genoemde doorvertaling van het Coalitieakkoord inzichtelijk moeten worden. Onder frictie wordt verstaan: (tijdelijke) intensiveringen die nodig zijn om de basis op orde te krijgen en/of (tijdelijke) overschrijdingen die nodig zijn om toe te groeien naar de structureel gewenste situatie.

Om te voorkomen dat we op een aantal belangrijke opgaven (intern en extern) op dit moment onvoldoende (of niet meer) kunnen leveren, is geïnventariseerd welke maatregelen noodzakelijk zijn (in de sfeer van snelle werving of verlenging/ vernieuwing van aflopende contracten). In een deel van deze urgenties kan worden voorzien door invulling van een restant van de kwaliteitsimpuls 2018 (‘publieke ondernemers’), omdat de gevraagde zwaarte en competenties overeenkomen. De andere knelpunten zijn voorbeelden van ‘frictie’.

In de Najaarsrapportage 2019 wordt daarom om extra middelen gevraagd voor het instellen van een incidenteel ‘frictiebudget nieuwe coalitieakkoord’, om met de genoemde opgaven al in 2019 van de kant te kunnen komen. De structurele uitwerking landt in de begroting 2020 en het hierin opgenomen meerjarenperspectief (2021-2023). De hoogte van het incidentele frictiebudget bedraagt: € 700.000 De onderbouwing hiervan is opgenomen in bijlage 1 bij dit B-stuk, waarin een uitwerking is opgenomen van de meest essentiële personele versterkingen, die nodig zijn om al in 2019 een betekenisvolle eerste stap te kunnen zetten met de opgaven uit het nieuwe coalitieakkoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met het in de Najaarsrapportage 2019 instellen van een ‘frictiebudget nieuwe coalitieakkoord’ ad € 700.000;
  2. vooruitlopend op de besluitvorming over de Najaarsrapportage 2019 reeds te starten met het werven van de in bijlage 1 bij dit B-stuk vermelde essentiële personele versterkingen (en die gedekt gaan worden uit het in te stellen frictiebudget);
  3. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten.

15 Uitstel aanlevering jaarrekening 2018 en update jaarrekening 2017

SAMENVATTING:

Als gevolg van de uitloop van de jaarrekeningcontrole 2017, is het niet mogelijk om de jaarrekening 2018, voor de wettelijke deadline van 15 juli 2019 in te leveren bij de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties (hierna “de minister”). In de bijgevoegde brief wordt daarom uitstel gevraagd aan de minister en wordt zij tevens geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de jaarrekening 2017.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met het vragen van uitstel voor de aanlevering van de jaarrekening 2018, aan de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, middels bijgevoegde brief;
  2. in te stemmen met het informeren van de minister van binnenlandse zaken en koninkrijsrelatie over het jaarrekeningtraject 2017, middels bijgevoegde brief;
  3. de bijgevoegde brief aan de minister ter kennisname toe te sturen aan provinciale staten;
  4. de portefeuillehouder Financiën te machtigen eventueel noodzakelijke tekstuele correcties door te voeren in de bijgevoegde brief.

17 Stand van zaken Organisatieontwikkeling - herijking topstructuur/CMT

SAMENVATTING:

Tijdens de Statenvergadering van 10 juli jl. heeft gedeputeerde Van Muilekom toegezegd de Provinciale Staten (PS) te informeren over de herijking van het Concern Managementteam (CMT), dit op verzoek van PS.

Half april 2019 heeft GS ingestemd met het doorvoeren van enkele wijzigingen binnen het CMT; de herijking van het CMT. Deze wijzigingen betreffen o.a. het aanpassen van de rolverdeling in het CMT door ruimte te maken voor twee nieuwe concernmanagers en het binnen het nieuwe concernteam gaan werken met gelijkwaardige functies (concernmanagers en een algemeen directeur). Hiermee verdwijnt de ‘laag’ directie en vervalt de functie van directeur. De omvang van het concernteam verandert met deze aanpassingen niet. Verder zijn doorontwikkeling van de rollen en de competenties van het CMT en concernmanagers ook onderdeel van de herijking.

Dit voorstel voor herijking vindt zijn aanleiding in de signalen uit het Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (MTO) van 2018. De huidige rolverdeling binnen het CMT werkt verwarrend in de organisatie, daarbij sluit de manier van werken van het huidige CMT nog onvoldoende aan bij het opgavegericht werken. Ook vraagt de organisatie om meer aandacht en persoonlijk contact.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de voortgang van de organisatieontwikkeling;2. de Statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

18 Verrekening neveninkomsten 2018 commissaris van de Koning en gedeputeerden.

SAMENVATTING:

Op grond van de Provinciewet dienen neveninkomsten van de commissaris van de Koning en de gedeputeerden jaarlijks te worden gemeld aan het provinciebestuur. Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, dienen neveninkomsten te worden verrekend met de bezoldiging. Voor de gedeputeerden die voor 10 maart 2010 al in functie waren, geldt deze verrekenplicht niet. Het ministerie van BZK heeft naar aanleiding van de opgaves over het jaar 2018 adviezen opgesteld. Op basis van de adviezen van BZK hoeft voor geen van de betrokkenen verrekening plaats te vinden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. op basis van de adviezen van het ministerie van BZK vast te stellen dat de verplichting neveninkomsten te verrekenen niet van toepassing is op oud- gedeputeerde Van den Berg;
  2. op basis van de adviezen van het ministerie van BZK vast te stellen dat de commissaris van de Koning en de gedeputeerden Straat, Pennarts-Pouw, Maasdam-Hoevers vallen onder de verrekenplicht, maar dat er geen zodanige neveninkomsten zijn dat deze voor verrekening in aanmerking komen;
  3. de commissaris van de Koning en de gedeputeerden door middel van de afdoeningsbrieven van deze beslissing in kennis te stellen;
  4. de provinciesecretaris te mandateren om de afdoeningsbrieven namens hen te ondertekenen.

19 Contract verlenging EHRM-systeem en salarisverwerking

SAMENVATTING:

Voor haar personeelsmanagementsysteem en voor de salarisverwerking maakt de provincie Utrecht sinds 2011, na een Europese aanbesteding, gebruik van de diensten van ADP. In de afgelopen jaren zijn diverse initiatieven gestart om het HR-systeem én de salarisverwerking opnieuw aan te besteden, maar met name de onduidelijkheid rondom het al dan niet gebruik maken van SAP hiervoor, heeft geleid tot ernstige vertraging in de besluitvorming. Het gevolg hiervan is dat het contract inmiddels is verlopen per 1-1-2019 terwijl de nieuwe Europese aanbesteding voor het HR-systeem en de salarisverwerking nog niet is afgerond. In het belang van de continuïteit maakt de provincie nog steeds gebruik van de diensten van ADP. Ondertussen wordt hard gewerkt aan het voorbereiden van de Europese aanbesteding, maar in de tussentijd is een overbruggingscontract nodig, zodat ADP ook rechtsgeldig betaald kan worden. Vanwege de omvang van het bedrag is het verlengen van het contract met de huidige leverancier ADP in strijd met de aanbestedingsregels en dus onrechtmatig. Gezien de situatie, wordt desondanks aan GS voorgesteld om het contract te verlengen ter overbrugging van de tijd die nodig is om een nieuw systeem aan te schaffen en te implementeren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

1, in te stemmen met het verlengen van het overbruggingscontract met ADP voor de periode van 1 januari 2019 t/m 1 januari 2021, met de optie van verlenging met maximaal 1 jaar; 2. in te stemmen met het in 2019 starten van een Europese aanbesteding voor de vervanging van het HR-systeem en de salarisverwerking.

20 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaarden Provincies (CAP) 2018 en intrekken lokale regelgeving van provincie Utrecht n.a.v. cao 2019/2020

SAMENVATTING:

In april 2019 is de cao provincies 2019-2020 (hierna: cao) getekend, voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. Namens de partijen in het sectoroverleg provinciale arbeidsvoorwaarden (SPA) is verzocht trapsgewijs over te gaan tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP 2018) op 1 januari, 1 februari en 1 juli 2019. Daarnaast is afgesproken de geconsolideerde versie van de CAP 2018 formeel vast te stellen. Op 5 juni jl. is informeel gesproken met de vakbonden over het toepassen van de CAP 2018 in onze organisatie en het intrekken van de lokale regelingen wat betreft de regelingen bedrijfshulpverlening (BHV), wachtdienst, ambtsjubilea, inconvenienten n.a.v. cao 2019/2020. Dit punt is geagendeerd voor het Georganiseerd Overleg van 17 juli a.s.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de tekst van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 te wijzigen met terugwerkende kracht op 1 januari 2019 volgens het bijgaande ontwerpbesluit;
  2. de tekst van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 te wijzigen met terugwerkende kracht op 1 februari 2019 volgens het bijgaande ontwerpbesluit;
  3. de tekst van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 te wijzigen met terugwerkende kracht op 1 juli 2019 volgens het bijgaande ontwerpbesluit;
  4. de geconsolideerde tekst van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 met terugwerkende kracht vast te stellen op 1 juli 2019 met bijgaande tekst;
  5. de geconsolideerde tekst van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 na vaststelling publiceren in het Provinciaal blad;
  6. de Regeling wachtdienst provincie Utrecht met terugwerkende kracht op 1 juli 2019 in te trekken;
  7. de Regeling gratificaties bij ambtsjubilea provincie Utrecht met terugwerkende kracht op 1 juli 2019 in te trekken;
  8. de Regeling inconveniententoelage provincie Utrecht met terugwerkende kracht op 1 juli 2019 in te trekken;
  9. besluit gratificaties BHV provincie Utrecht met terugwerkende kracht op 1 juli 2019 in te trekken;
  10. dat de belispunten 6 tot en met 9 zijn onder voorbehoud van overeenstemming in het Georganiseerd Overleg van de Provincie Utrecht.

21 TBOV Midden-Nederland

SAMENVATTING:

Sinds de zomer van 2018 werken provincie Utrecht en gemeente Utrecht samen met de regio`s Utrecht, Amersfoort en Food Valley aan het Toekomstbeeld OV (verder: TBOV) Midden-Nederland.

Het TBOV Midden-Nederland is het ontwikkelperspectief voor Midden-Nederland, waarmee de door onze regio gewenste ontwikkelrichting wordt ingebracht in de lopende processen van het landelijke TBOV, het programma U Ned en de Regionale Ruimte en Mobiliteit Agenda (verder: RRMA).

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het TBOV Midden-Nederland voor kennisgeving aan te nemen;
  2. de Statenbrief TBOV Midden-Nederland vast te stellen en aan PS te verzenden;
  3. de gedeputeerde Mobiliteit mandaat te verlenen v.w.b. mogelijke tekstaanpassingen in de Statenbrief n.a.v. te verwachten bestuurlijke opmerkingen vanuit gemeente Utrecht en n.a.v. mogelijke opmerkingen vanuit Raads- en Statendag U Ned op16-7.

22 Aankoop overhoeken grond bij Tramremise Nieuwegein

SAMENVATTING:

Aankoop van ongeveer 1.60.00 ha aan weg, groenstroken en watergang betreffen de percelen kadastraal bekend als de gemeente Jutphaas, sectie G, 4119 (ged.), 4122 en 2331 (ged.) voor een symbolische koopsom van € 1,- kosten koper. Deze percelen liggen tussen en aansluitend aan de bestaande provinciale eigendommen van de Tramremise aan de Remiseweg in Nieuwegein. Door aankoop ontstaat één zelfstandig te beheren gebied, dat eenvoudig kan worden heringericht. Na herinrichting kunnen de kosten van beheer, onderhoud en beveiliging eenvoudiger en doelmatiger plaatsvinden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de percelen, kadastraal bekend als de gemeente Jutphaas, sectie G, 4119 (ged.), 4122 en 2331 (ged.) met een totale oppervlakte van circa 1.60.00 ha, voor een symbolische koopsom van € 1,- kosten koper te kopen van de gemeente Nieuwegein;
  2. de statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

23 Verzet tegen een uitspraak van 29 mei 2019 (verzonden 7 juni 2019) van de Raad van State

SAMENVATTING:

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 mei 2019 uitspraak gedaan inzake een op 8 december 2015 door Gedeputeerde Staten van Utrecht verleende vergunning ten behoeve van een veehouderij op de locatie Reijerscop 11 te Harmelen. Hierin is ten onrechte geconcludeerd dat geen beweiden is aangevraagd.

Het precedent dat door deze onjuiste beoordeling ontstaat, zou betekenen dat het (landelijk bezien) in veel gevallen niet langer mogelijk is om het beweiden van vee aan te vragen bij het bevoegd gezag, hetgeen een uiterst onwenselijke ontwikkeling betreft omdat het vrijstellen van het beweiden van vee door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onverbindend is verklaard in haar uitspraken met betrekking tot het Programma Aanpak Stikstof.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het verzetschrift te ondertekenen, te verzenden en daarmee in verzet te gaan tegen de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019, verzonden 7 juni 2019, met nummer 201600403/2/R2.

24 Afwijzing ontheffingsaanvraag Vipre Utrecht Centraal - Papendorp

SAMENVATTING:

Vervoerbedrijf Vipre BV heeft op 29 april 2019 een ontheffingsaanvraag ingediend om voor Bol.com (en evt. andere werkgevers) openbaar vervoer uit te voeren tussen Utrecht Centraal en Papendorp.

Op grond van de ontheffingsaanvraag en de door Vipre verstrekte nadere toelichting is onvoldoende komen vast te staan dat niet louter sprake zal zijn van besloten vervoer (waarvoor geen ontheffing nodig is), maar (ook) van openbaar vervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000. Om die reden dient de aanvraag te worden afgewezen; immers, ontheffingen kunnen alleen worden verleend voor openbaar vervoer.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten tot afwijzing van de ontheffingsaanvraag van Vipre B.V. d.d. 29 april 2019, middels het vaststellen en aan Vipre versturen van bijgevoegd besluit.

25 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO, gesteld door de heer M. Eggermont van de SP fractie betreffende kwaliteit van de dienstverlening Regiotaxi (d.d. 24-06-2019).

SAMENVATTING:

Door de OR van de instelling RWA/Amfors is recent een brief gestuurd naar Provinciale Staten inzake het vervoer naar deze sociale werkvoorziening. Het betreft de kwaliteit van het vervoer alsmede problemen met het betalingen, tarieven en lange wachttijd. Hierover heeft de heer Eggermont van de SP art.47 vragen gesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Eggermont van SP betreffende concept vervoerplan 2020 vast te stellen en te verzenden.

26 Openbaarmaking Verzoeken Tot Wijziging (VTW’s) Uithoflijn vanwege een verzoek in het kader van de Wet Openbaarheid van bestuur (Wob)

SAMENVATTING:

Op 10 januari 2019 heeft dhr. J. Maes, journalist bij De Telegraaf, een Wob-verzoek ingediend voor het openbaar maken van alle Verzoeken Tot Wijziging (VTW’s) van de overeenkomst Traminfrastructuur met BAM. De documenten zijn beoordeeld op grond van de Wob, waardoor de delen die onder de uitzonderingsgronden van de Wob vallen, onleesbaar zijn gemaakt. Voor de overige delen van de documenten wordt voorgesteld deze openbaar te maken. Er zijn twee gronden van de Wob die aanleiding zijn tot het onleesbaar maken van bepaalde informatie: Vertrouwelijk ter beschikking gestelde bedrijfsgevoelige gegevens en informatie die tot personen is te herleiden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. Alle VTW’s (zoals aangegeven in bijlage 1 en met uitzondering van OG-VTW-189) van overeenkomst Traminfrastructuur met BAM openbaar te maken zoals bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, met uitzondering van vertrouwelijk ter beschikking gestelde bedrijfsgevoelige gegevens en tot personen herleidbare informatie;
  2. Alle openbaar gemaakte VTW’s op een openbaar deel van de website van de provincie te publiceren.

34 Go/No Go besluit exploitatie Uithoflijn

SAMENVATTING:

Per 16 juli 2019 is niet voldaan aan alle zes voorwaarden om op 29 juli 2019 te kunnen starten met de exploitatie van de Uithoflijn. Om die reden adviseert de Stuurgroep Uithoflijn tram 22 nog niet in exploitatie te nemen. De integrale hoofdlijnenplanning blijft van kracht. Deze planning gaat uit van een startdatum van tram 22 per 16 december 2019 of zoveel eerder als mogelijk. In de maand september informeren wij u over de nieuwe stuurplanning van het project Uithoflijn. Buslijn 12 blijft conform eerdere besluitvorming in stand tot uiterlijk 15 december 2019. Dit past binnen de hoofdlijnenplanning en beschikbaar gestelde budgetten voor het project Uithoflijn.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de exploitatie van tram 22 (Uithoflijn) niet te starten op 29 juli 2019;
  2. de Statenbrief (bijlage 2) vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten, met een afschrift aan de gemeente Utrecht;
  3. gedeputeerde te mandateren na vaststelling kleine aanpassingen aan te brengen.

35 Vervallen

-

36 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 3 september 2019,

voorzitter,

secretaris,