Boerderij maakt plaats voor woningbouw dankzij nieuwe natuur

"Je moet altijd doorzetten. Ook al krijg je regelmatig nee te horen. En haast moet je zeker niet hebben." Pauline Rengers is eigenaresse van een van de vele woonboerderijen op landgoed Sterkenburg. Ze wilde drie woningen op de plek van de voormalige agrarische bedrijfsbebouwing realiseren, maar had een tekort aan sloopmeters. Dit compenseerde ze door vier hectare natuur te ontwikkelen. Na een proces van acht jaar is de wijziging in het bestemmingsplan inmiddels doorgevoerd. "Het is een mooie maatwerkoplossing. Je moet alleen wel een lange adem hebben. Altijd in dialoog blijven met alle betrokken partijen kost best veel energie."

Boerderij landgoed Sterkenburg

Boerderij op landgoed Sterkenburg.

Pauline kwam zelf met het voorstel van compensatie binnen de groene contour. Dat zijn zones waar de provincie zelf geen natuur ontwikkelt, maar waar wel kansen voor natuurontwikkeling liggen. De terreinen maken geen deel uit van de Natuurnetwerk Nederland (NNN), maar kunnen deze wel versterken.

Wij hebben daarvoor zelf een plan gemaakt. In de familie hadden we al ervaring met het omvormen van landbouwgrond. Dus ik wist wel wat van beleid, procedures en maatwerkoplossingen. Ik kan me goed voorstellen dat het voor onervaren initiatiefnemers lastiger is om te overzien wat ze allemaal moeten weten en doen.

Pauline Rengers

Landschap hersteld

Pauline maakte gebruik van de 'rood-voor-rood-regeling.' Rood staat voor de kleur van dakpannen. Je sloopt stallen ('dakpannen') en bouwt er iets nieuws ('dakpannen') voor terug. Rood voor rood dus. Het rood moet je wel verantwoord inpassen. Dat wil zeggen dat rood en groen in verhouding tot elkaar moeten staan. En in samenhang met elkaar moeten worden ontwikkeld. Het groen moet binnen de groene contour worden gerealiseerd. Het rood niet per se. "In ons geval hebben we ervoor gekozen om een deel landbouwgrond naar natuur om te vormen. Jarenlang is daar vooral heel veel mest opgegooid. Daarom laten we die grond nu deels 'verschralen'. Je haalt dan als het ware een stukje van de grond af, zodat je weer een natuurlijk evenwicht krijgt. Daarnaast worden op het terrein een aantal cultuurhistorische elementen en structuren in het landschap hersteld en een wandelpad aangelegd. Ook komen er knotwilgen en hoogstamfruitbomen."

Veel onderhandelen

Het lastigste is dat je alle betrokken partijen mee moet krijgen in je plan, vertelt Pauline verder. "Dat betekent in de praktijk veel onderhandelen, gesprekken en discussies. Met gemeente, provincie, ruimtelijke ordening, archeologen, cultuurhistorici en welstand. Daarom duurt het proces ook zo lang. En iedereen heeft zijn eigen belangen. Daar moet je je van tevoren echt bewust van zijn en op in kunnen spelen. Het is eigenlijk voortdurend zoeken naar een oplossing waar iedereen tevreden mee is. En jijzelf natuurlijk. Mijn ervaring is dat de belangrijkste persoon die je hiermee kan helpen de projectleider bij de gemeente is. Bouw daar een goede band mee op. Het is jouw spil binnen de gemeente. Je moet hem wel constant op de hoogte houden als je wilt dat je plannen slagen."

Zoek samen naar alternatieven

Toch moet je het ondanks hulp van een projectleider of andere adviseurs vooral ook zelf doen, is Paulines ervaring. "We hebben zelf gevraagd om een projectleider en zelf contact gezocht met alle betrokken partijen. En het zijn ook nog eens vrij ingewikkelde complexe juridische procedures en documenten. Gemeenten zouden mensen beter kunnen begeleiden hierin." Paulines advies aan andere initiatiefnemers is:

Kijk vooral naar wat wel mogelijk is en zoek samen naar alternatieven. Met maatwerk kun je toch kwaliteitswinst behalen. Het plan dat er nu ligt, is eigenlijk nog bijna precies hetzelfde als ons oorspronkelijke plan. Dat is heel mooi. Nu alleen nog een omgevingsvergunning.

Pauline Rengers