De Provincie Utrecht heeft bijna 300 historische buitenplaatsen, dat is veel ten opzichte van andere provincies. Deze zijn van grote waarde voor de provincie Utrecht. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor behoud en beleefbaarheid van dit bijzondere erfgoed.
Binnen het thema Historische buitenplaatsen van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur onderscheiden we elf buitenplaatszones. Deze zones kennen elk hun eigen karakter en zijn allen ingebracht in de Omgevingsverordening Provincie Utrecht
We onderscheiden als buitenplaatszones: Stichtse Lustwarande, Vecht, Amersfoortseweg, Omgevingsverordening g (Wegh der Weegen), Laagte van Pijnenburg, Valleilandgoederen, Amelisweerd, Kasteel de Haar, Langbroekerwetering, Landgoed Linschoten en de Maarsbergse Flank. Van elke zone is een buitenplaatsbiotoop opgesteld. Deze zijn te vinden op de Cultuurhistorische atlas (CHAT) van de Provincie Utrecht.
De Utrechtse Buitenplaatsbiotoop (pdf, 8,3 MB) is een informatiebestand met de ruimtelijke kenmerken van de buitenplaatszones én van de afzonderlijke buitenplaatsen binnen die zones. Met deze informatie biedt de provincie een kennisbron en inspiratie-instrument om de cultuurhistorische kwaliteiten van onze buitenplaatsen te behouden en te verbeteren. Het laat zien dat een buitenplaats meer is dan een hoofdhuis aan de weg, zodat ook de omgeving en invloedsfeer van een buitenplaats in beeld zijn wanneer er plannen mochten worden ontwikkeld.
De historische buitenplaatszones staan onder hoge druk. Wij willen, voor zover dit past binnen ons overige beleid, ruimte bieden voor ontwikkeling. Daarbij is behoud van de specifieke kenmerken van de zone waarin de buitenplaats ligt en van de buitenplaats zelf het uitgangspunt. Voor eigenaren en gemeenten is in 2014 de Leidraad behoud door ontwikkeling buitenplaatszones gemaakt. Met de leidraad willen we meer duidelijkheid bieden over de mogelijkheden rondom de ontwikkeling van ruimtelijke plannen binnen de buitenplaatszones. Om de mogelijkheid voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op een buitenplaats in te schatten is in de leidraad de buitenplaats-ladder geïntroduceerd. Dit houdt in dat eerst alle mogelijkheden benut moeten zijn om te besparen op kosten van beheer en onderhoud. Daarna moeten alle kansen voor alternatieve financiering zijn benut. En vervolgens moeten mogelijkheden voor het ontwikkelen van nieuwe functies in bestaande gebouwen onderzocht zijn. Hiermee kunnen inkomsten worden gegenereerd die de exploitatiebegroting meer in evenwicht brengen. Pas daarna kan in een ontwikkelplan van de buitenplaats gedacht worden aan nieuwe fysieke ruimtelijke ontwikkelingen. Deze nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten echter wel goed inpasbaar zijn. Dus bijvoorbeeld landschappelijk of ecologisch geen bezwaren opleveren.
Aangezien in de Leidraad uit 2014 nog verwezen wordt naar ondertussen verouderd beleid zullen we in de komende periode de Leidraad gaan actualiseren. De strekking van de Leidraad zal daarbij niet wijzigen.
Klimaatverandering heeft aanzienlijke gevolgen voor beheer en beplanting van monumentale parken, tuinen en buitenplaatsen. Om de gevolgen van weersextremen op de groene en blauwe onderdelen van buitenplaatsen inzichtelijk te maken, is in 2020 het Kennisprogramma Klimaatrobuuste Buitenplaatsen gestart. Het Kennisprogramma bestaat uit een kennis- en leeromgeving, de pilot Groenblauwe Monitor en proeftuinen en loopt tot april 2023.
Kennis- en leeromgeving Klimaatrobuuste buitenplaatsen
Het Kennisprogramma Klimaatbestendige Buitenplaatsen heeft tot doel om de gevolgen van de klimaatveranderingen voor historisch groen en blauw op buitenplaatsen in kaart te brengen, om kennis over en ervaringen met klimaatrobuuste maatregelen te verzamelen en te delen, en om erfgoed in provinciaal (klimaat)beleid een meewegende en inspirerende factor te laten zijn. Alle opgedane kennis en ervaringen worden verzameld en gedeeld met zowel erfgoed- als niet-erfgoed doelgroepen in een kennis- en leeromgeving.
Groenblauwe Monitor voor historische buitenplaatsen
Utrechtse buitenplaatsen doen mee aan de pilot Groenblauwe Monitor voor historische buitenplaatsen om een methodiek te ontwikkelen die de omvang van klimaatschade inzichtelijk maakt. 30 buitenplaatsen in de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Gelderland werken hieraan mee. Op iedere buitenplaatsen wordt op drie manieren gemeten: met foto-opnamen vanaf de grond, via een multispectraalcamera vanuit de lucht en daarnaast continu monitoring van de bodemdroogte via satellietbeelden. De resultaten worden bekend gemaakt op de kennis- en leeromgeving.
Proeftuin
Provincie Utrecht maakt samen met Utrechts Landschap en de gemeente Zeist het project Klimaatrobuust Zeisterbos mogelijk. Hier wordt in de praktijk geëxperimenteerd met klimaatrobuuste maatregelen oplossingen. Bij de maatregelen wordt naar slimme oplossingen gezocht die passen in de cultuurhistorische context.
Erfgoed Deal
Het Kennisprogramma is een gezamenlijk initiatief van sKBL, provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland, gemeente Zeist, Utrechts Landschap en Utrechts Particulier Grondbezit. Het wordt ondersteund door het Programmabureau Erfgoed Deal.
In de monumentenzorg kan het inbrengen van expertise net zo belangrijk zijn als het leveren van een financiële bijdrage. Het gaat namelijk niet alleen om het bekostigen van restauraties, maar ook om het maatschappelijk benutten van waardevol erfgoed. Hier helpt het Erfgoed Expert Team (EET) een multidisciplinaire denktank die meedenkt over complexe vraagstukken rond de ontwikkeling van erfgoed, bij plannen op het gebied van duurzaamheid, bouw en restauratie, cultuurhistorie, natuur, financiën, markt en hospitality. Het EET is de komende beleidsperiode met voorrang beschikbaar voor landgoederen en voor religieus erfgoed, varend erfgoed en industrieel erfgoed. Uit onderzoek van MooiSticht in opdracht van het Platform Utrechtse Buitenplaatsen (PUB) is gebleken dat er behoefte is om, in navolging van de provincies Overijssel en Gelderland, een landgoedconsulentschap op te zetten. Dit geven we vorm als specialisatie van het EET.