De provincie heeft twee rollen bij aardwarmte: het stimuleren van onderzoek en een adviesrol op grond van de Mijnbouwwet. Daarnaast houden we ook in de gaten dat rekening wordt gehouden met andere belangen, zoals drinkwater, natuur en ruimtelijke inpassing van activiteiten, en dragen we eraan bij dat toepassing gebeurt op een manier die veilig en verantwoord is.
Wetgeving
Voor het opsporen en winnen van aardwarmte hebben initiatiefnemers vergunningen nodig op grond van de Mijnbouwwet. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) is bevoegd gezag voor de Mijnbouwwet. Onderdeel van de toetsing is dat KGG advies vraagt aan de provincie waar de vergunning wordt aangevraagd. Door KGG wordt ook advies gevraagd aan Staatstoezicht op de Mijnen, TNO en de Mijnraad. Vervolgens zal het ministerie met alle adviezen de vergunning toekennen of weigeren. Vergunningen van alle overheden worden gepubliceerd op de website van de overheid:
Verschillende vergunningen die door KGG worden afgegeven spelen een rol bij aardwarmte. Met een Toewijzing Zoekgebied Aardwarmte mag onderzoek (een proefboring en seismisch onderzoek) worden uitgevoerd. Een startvergunning kan worden aangevraagd als de diepe ondergrond geschikt is en de gewonnen warmte ook echt kan worden afgezet.
Daarnaast moeten ‘bovengronds’ ook vergunningen worden aangevraagd voor de aanleg van de installatie. Dat is in ieder geval een omgevingsvergunning. Deze wordt verstrekt door de gemeente. Vaak zal ook een vergunning van de provincie nodig zijn en mogelijk ook van het waterschap of van het Rijk.
Op de website van allesoveraardwarmte.nl vindt u meer informatie over wetgeving en vergunningen bij aardwarmteprojecten.