Integrale aanpak van de grote opgaven

Integrale aanpak van de grote opgaven

Onze visie op Utrecht 

Utrecht is een geliefde provincie met een enorme aantrekkingskracht. Tegelijkertijd hebben we met grote uitdagingen te maken. Bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, wonen, natuur en mobiliteit. Wij pakken deze opgaven in samenhang en samenwerking op en zorgen voor slimme, duurzame oplossingen. Zodat het hier ook in de toekomst fijn is om te wonen, te werken en te recreëren.

Als provincie werken we aan grote maatschappelijke opgaven, die elkaar raken en soms ook schuren. De samenhang van de opgaven komt ook goed tot uitdrukking in onze provinciale Omgevingsvisie. De richting die we met de Omgevingsvisie zijn ingeslagen, naar een gezonde en veilige leefomgeving, zetten we voort. Daarom sluiten we voor de onderwerpen van de hoofdstukken van dit coalitieakkoord aan bij de hoofdstukindeling van de Omgevingsvisie.

De grote opgaven

Wat is er aan de hand?

Als provincie liggen onze taken op het gebied van ruimtelijke ordening, water en bodem, natuur, mobiliteit, cultuur en economie. Binnen deze taakvelden komen er urgente en complexe opgaven op ons af. De komende jaren zijn klimaat, de ontwikkelingen in het landelijk gebied, wonen en mobiliteit de grootste uitdagingen.

  • Het klimaat verandert. Dat vraagt om aanpassingen van de omgeving, om gedragsverandering en om maatregelen die de omvang en snelheid van de opwarming van de aarde beperken. In het Klimaatakkoord is afgesproken de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Hiervoor is een integrale en versnelde aanpak nodig. Klimaatverandering raakt al onze beleidsthema’s, en in het bijzonder mobiliteit, de gebouwde omgeving, het veenweidegebied, de landbouw, de energietransitie en de circulaire samenleving. Het oplossen van netcongestie heeft de topprioriteit en is nodig om voldoende ruimte te bieden aan wonen en werken.
  • Nederland heeft (inter)nationale afspraken gemaakt om natuur-, water- en klimaatdoelstellingen te halen. Centraal staan biodiversiteit herstellen, natuurgebieden verbinden en toekomstbestendige en rendabele landbouw bevorderen, met aandacht voor behoud van leefbaarheid en economische vitaliteit. De uitvoering van deze opgaven vraagt een regisserende rol van de provincie met een gebiedsgerichte aanpak in het landelijk gebied.
  • We hebben in onze provincie in 2040 naar verwachting 25 procent meer inwoners. Ook de samenstelling van huishoudens verandert. Daardoor is er behoefte aan meer en andere woningen. We willen de woningbouw versnellen en zorgen voor voldoende betaalbare woningen. De randvoorwaarden als bereikbaarheid, stikstofreductie, voldoende groen, het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’ (voldoende en schoon water en een gezonde bodem zijn bepalend bij de inrichting van de ruimte) en de beschikbaarheid van grondstoffen, en economische ontwikkelingen als inflatie maken het realiseren hiervan ingewikkeld en vragen om een samenhangende aanpak.
  • Door de centrale ligging van Utrecht en de groei van de provincie wordt onze infrastructuur zwaar belast. Een goede bereikbaarheid is een belangrijke voorwaarde voor een gezonde en veilige leefomgeving. Om bereikbaar te blijven, investeren we in vernieuwende en passende mobiliteitsoplossingen om de groeiende mobiliteitsbehoefte te faciliteren. Dat betekent een mobiliteitstransitie naar een gezonde en duurzame manier van vervoer en ander reisgedrag.

De genoemde opgaven zijn transities: ze vragen om een structurele verandering en zijn lastig voorspelbaar. Om ze écht aan te pakken zijn nieuwe werkwijzen en structuren nodig, en meer 'leren door te doen'. Dit is spannend, want zo werken we niet vaak. Gaandeweg zien we tegen tegen welke problemen we aanlopen en waar oplossingen ontstaan. Het is niet allemaal van te voren in een aanpak te vatten. De uitwerking doen we samen met onze partners en met een gebiedsgerichte insteek.

We proberen de opgaven in samenhang te bezien om zo kansen te pakken. Maar, we weten ook dat opgaven kunnen botsen: de beperkt beschikbare ruimte, inzet en geld worden verdeeld over alle opgaven waar we in de provincie voor staan. Bovendien beïnvloeden de transities elkaar onderling. We kijken goed naar de rol die we daarbij als provincie pakken.

Wat gaan we doen?

  • Welke rol we als provincie pakken, is afhankelijk van de taken die we hebben en het ambitieniveau dat Provinciale Staten vaststelt voor een onderwerp. We pakken vooral een rol waar dat past en waar we een taak hebben. De keuzes die we maken en de rol die we pakken, kunnen we uitleggen naar anderen.
  • Afhankelijk van de opgave pakken we onze rol:
    • Stimuleren – we ondersteunen andere partijen bij hun samenwerking en het uitvoeren van projecten.
    • Participeren – we werken samen met andere partijen aan onze eigen opgaven en opgaven van de andere partijen.
    • Realiseren – we zijn leidend, ondernemend en aansturend. We voeren regie.
    • Reguleren – we stellen regels voor het provinciaal belang en de provinciale wettelijke taken.
  • Het Rijk vraagt van de provincies in de grote opgaven een (ruimtelijke) regierol, als (gebieds)regisseur. Als middenbestuur zijn wij goed in staat om regie te voeren op de grote ruimtelijke opgaven en deze in samenhang uit te voeren. Samenwerking is daarbij cruciaal.
  • Bij de uitwerking van de grote opgaven en van de andere activiteiten kijken we waar we zaken integraal kunnen oppakken, waar we zaken slim kunnen samenvoegen en efficiënter kunnen aanpakken. Bij de uitwerking in het College Uitvoeringsprogramma zullen we hier weloverwogen naar kijken.
  • De regierol in gebiedsprocessen vraagt van ons dat we ook steeds meer gebiedsgericht gaan werken. De komende jaren zullen we dit verder uitwerken. We zullen starten met een contactgedeputeerde voor de verschillende gebieden en kijken of we dit verder uit kunnen bouwen naar gebiedsgedeputeerde.