Toekomstbestendige natuur en landbouw

Onze visie op Utrecht

We zijn trots op ons landelijk gebied met een grote diversiteit aan natuur en landbouw en waar het prettig wonen is. Maar, om het landelijk gebied gezond te houden, moeten we flink aan de slag. Samen met de agrariërs en natuurbeheerders maken we de sector toekomstbestendig en duurzaam, zodat de natuur zich kan herstellen en er op een gezonde manier voedsel geproduceerd kan worden.

Wat is er aan de hand?

Utrecht is prachtig. De rijke variatie aan natuur en landbouw maakt de provincie aantrekkelijk. Van de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijn-gebied tot aan de veenweiden: de provincie Utrecht kent een grote verscheidenheid aan landschappen en natuur. Maar het gaat niet goed met de natuur, zoals in de Natura 2000-gebieden. De biodiversiteit loopt terug (kwaliteit) en er zijn nog veel extra hectares natuur nodig (kwantiteit). Dit is een taak van de provincie. Daar komt de druk vanuit de ruimte voor het realiseren van andere opgaven, zoals wonen, nog bovenop.

We hebben een diverse agrarische sector, met onder andere veeteelt, fruitteelt, natuurinclusieve landbouw en veel nevenactiviteiten bij de boerenbedrijven. Veel van de oplossingen voor de opgaven op het gebied van klimaat en natuur komen samen op het boerenerf. We kijken integraal naar de opgaven. Samen met deze boerenbedrijven willen we de overgang maken naar een toekomstgerichte agrarische sector, die ook bijdraagt aan het behalen van de doelen voor bodem, water, natuur en klimaat.

De transitie die nodig is, is een verantwoordelijkheid van de hele voedselketen: van consument tot producent en alle ketenpartners. Zo zetten we ons in voor een vitaal en (be)leefbaar landelijk gebied.

Over de invulling van de onderwerpen toekomstbestendige landbouw, vitalisering landelijk gebied en realisatie van landelijke stikstofdoelen voeren we het open gesprek met Provinciale Staten. Door de maatschappelijke discussie over dit onderwerp hechten we eraan om vooraf een intensieve samenwerking met de hele Provinciale Staten te organiseren. Op basis van de gesprekken formuleren we gezamenlijk scenario’s. Deze scenario’s leggen we voor aan Provinciale Staten voor vaststelling.

Het gaat hierbij in ieder geval specifiek om:

  • wat voor landbouw op welke plek;
  • een afwegingskader voor eventuele onteigening;
  • het regelen van de stikstofuitgifte.

Het gesprek vindt plaats binnen de kaders van:

  • versnellen van natuurherstel;
  • wetgeving vanuit Europa en het Rijk;
  • een economisch rendabele landbouw.

Wat gaan we doen?

Landbouw

  • We maken een landbouwvisie voor de lange termijn die ook economisch perspectief biedt voor de landbouw. De doelen voor stikstof, klimaat, natuur en water zijn hierin leidend. De visie biedt duidelijkheid voor alle partijen.
  • We stimuleren duurzame kringlooplandbouw en ondersteunen boerenbedrijven, waaronder familiebedrijven, in de overgang naar deze nieuwe manier van werken en nieuwe verdienmodellen. We dagen hen uit om mee te denken over geschikte werkwijzen: kleinschalig, grondgebonden, natuurinclusief, coöperatief en/of regiogericht. We gaan voor een economisch rendabele sector, die haar rol als voedselproducent behoudt en haar rol als beheerder van het landschap versterkt en vernieuwt. Hiervoor gebruiken we de middelen uit het Transitiefonds Landelijk Gebied.
  • Er gebeurt al veel goeds in onze provincie, onder andere door biologische en natuurinclusieve boeren. Ook zij krijgen onze steun.
  • De doelen uit het Programma Landelijk Gebied vragen een ontwikkeling naar grondgebondenheid in de melkveehouderij en om minder dieren per hectare.
  • We blijven werken volgens de gebiedsgerichte aanpak. In gebiedsprocessen voeren we met agrariërs, natuurorganisaties, inwoners, gemeenten, waterschappen en andere betrokkenen het gesprek over de toekomst van het landelijk gebied. In de gebiedsprocessen wordt ook duidelijk welke vorm van landbouw waar toekomst heeft.
  • De inzet van plattelandscoaches zetten we voort.
  • Onze grondbank gebruiken we om grond in te zetten bij gebiedsprocessen. Daarnaast kunnen we deze provinciale grond tijdelijk (circa 3 tot 5 jaar) gebruiken voor agrariërs die hun bedrijf omvormen naar een duurzaam boerenbedrijf. Om te verduurzamen is er soms tijdelijk meer grond nodig, totdat hun bedrijf is omgevormd of totdat zij zelf meer grond hebben aangekocht. Dit doen we binnen het huidige grondbeleid.
  • De keuze tot beëindiging of verplaatsing van een boerenbedrijf is aan de agrariër zelf. Het uitgangspunt is en blijft vrijwilligheid. Halverwege de coalitieperiode bekijken we hoe de situatie er in de gebiedsprocessen voor staat. Tot dat moment zetten we geen gedwongen onteigening in. We streven ernaar dat de boer de best mogelijke regeling krijgt.
  • We moeten de doelen van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) provinciebreed halen. Inzet is een door het gebied gedragen plan. Daarbij mag het niet zo zijn dat een enkeling dit plan blokkeert. Halverwege de coalitieperiode bekijken we of er gebiedsprocessen zijn waar onteigening onvermijdelijk is om het gebiedsproces verder te brengen. Samen met Provinciale Staten werken we een afwegingskader uit waarin wordt aangegeven onder welke omstandigheden dit eventueel aan bod komt. Ieder onteigeningsbesluit wordt door Provinciale Staten genomen.
  • We werken aan het verminderen van stikstofuitstoot om natuurherstel te realiseren en vergunningverlening mogelijk te maken. De wetgeving is hiervoor het kader, ook als deze verandert. Belangrijk daarbij is dat we snel aan de slag gaan; we wachten niet af. We maken geen uitzonderingen: alle sectoren (industrie, bouw, vervoer) die stikstof uitstoten, dragen bij aan de reductie ervan.
  • We bekijken samen met Provinciale Staten hoe we de stikstofruimte verdelen. Dit verdeelmodel dient alle doelen: natuurontwikkeling, PAS-melders en interimmers (bedrijven of activiteiten waarbij geen vergunningverlening heeft plaatsgevonden op basis van een Passende Beoordeling op grond van de Wet natuurbescherming), maar ook andere maatschappelijke en economische activiteiten. We blijven ons samen met het Rijk inzetten voor een oplossing voor de legalisatie van PAS-melders en interimmers die geen vergunning hebben. Voor die doelen maken we ook gebruik van de stikstofbank van het Rijk.
  • Technische en systeeminnovaties zijn onderdeel van de menukaart. Bij technische innovaties staan we open voor innovaties die bewezen effectief zijn, juridisch houdbaar en bij voorkeur bijdragen aan meerdere doelen (klimaat-, stikstof-, water- en natuurdoelen).
  • In het UPLG hebben we aandacht voor dierenwelzijn en stimuleren we diergezondheid. Daarbij richten we ons ook op het tegengaan van de verspreiding van zoönosen. Ook voor de gezondheid van onze inwoners is dat van groot belang.
  • We dringen het gebruik van schadelijke gewasbeschermingsmiddelen maximaal terug.
  • We werken met langjarige beheercontracten voor natuur- en landschapsbeheer. De financiering hiervoor komt vanuit het Rijk. Het speelveld tussen boeren en natuurorganisaties wordt gelijkgetrokken bij het uitvoeren van natuurbeheer, waarbij we kijken naar de kostendekkendheid.
  • De voedselagenda herijken we. Daarna kijken we hoe we deze voortzetten, om aandacht te houden voor het belang van korte ketens en van lokaal en duurzaam ondernemerschap.

Natuur

  • We versnellen het herstel van de natuur. Met het UPLG zijn er nieuwe mogelijkheden om de doelen voor natuurrealisatie uit het Akkoord van Utrecht (2011) alsnog te halen. Daarvoor ronden we de realisatie van Natuur Netwerk Nederland af en versnellen we de realisatie van de Groene Contour. Zo beschermen we ook de bestaande natuur en vergroten we de kwaliteit en kwantiteit van natuur en landschap. Halverwege de coalitieperiode brengen we de voortgang in beeld en bekijken we of aanvullend instrumentarium nodig is.
  • We versnellen de realisatie van de Groene Contour door, waar dat past, meer mogelijkheden te zoeken voor combinaties van extensieve landbouw en natuur. Bijvoorbeeld in de vorm van landschapsgronden (landbouwgronden met extra verplichtingen die zorgen voor zachte overgangen tussen landbouw en natuur, en die bijdragen aan de biodiversiteit).
  • We realiseren in de provincie de afgesproken hoeveelheid van 1.500 hectare nieuw bos. Een nieuw provinciaal bomenplan voor 700.000 bomen draagt hieraan bij.
  • De ruimte voor recreatie in het landelijk gebied blijft geborgd. Ook nieuwe natuur is zoveel mogelijk toegankelijk en beleefbaar. Er zijn ook plekken waar dieren en planten rust nodig hebben. We kijken naar zonering: in sommige gebieden is meer ruimte voor activiteiten, in andere gebieden laten we planten en dieren met rust. Zo komen de waarden van de verschillende gebieden goed tot hun recht.
  • Voor een gezond functionerende natuur en om ervoor te zorgen dat dieren tussen de verschillende natuurgebieden kunnen bewegen, is het belangrijk dat afzonderlijke natuurgebieden met elkaar verbonden worden en blijven. Wij zorgen voor robuuste ecologische verbindingen.
  • We bevorderen de biodiversiteit. Natuurinclusief bouwen en ontwikkelen is het uitgangspunt voor alle ruimtelijke ontwikkelingen. Bij onze eigen ruimtelijke plannen geven we het goede voorbeeld. We werken aan de groenblauwe dooradering (dit is het netwerk van de natuurlijke elementen in het agrarische landschap, zoals houtwallen en sloten).
  • We herstellen de natuurlijke habitat voor bedreigde weidevogels. Ook doen we de komende coalitieperiode meer voor de bescherming van Utrechtse icoonsoorten. Dit doen we binnen het daarvoor beschikbare budget.
  • We gaan met Provinciale Staten en betrokken organisaties in gesprek over manieren om tot goed faunabeleid te komen. Een beleid dat schade voorkomt, soorten in stand houdt en waarbij iedereen zijn rol pakt. Alternatieve methoden (zoals inrichtingsmaatregelen) en preventieve methoden (zoals verjaging) hebben de voorkeur om schade te voorkomen. Alleen als deze methoden schade onvoldoende voorkomen, is populatiebeheer mogelijk. We stimuleren onderzoek naar diervriendelijke alternatieven.
  • Invasieve exoten vormen een bedreiging voor de biodiversiteit. De provincie beschermt de Utrechtse flora en fauna onder andere door het bestrijden van invasieve exoten.
  • We ondersteunen een goed werkende keten van dierenambulances en wilde dierenopvang in de provincie.
  • Gezamenlijk met de VRU bepalen we welke rol we pakken bij natuurbrandpreventie en -bestrijding.