Realisatie van een bijzondere functie die zelf aan de ruimtelijke kwaliteit bijdraagt

Zoals hiervoor al opgemerkt: de Omgevingsverordening kent geen limitatieve lijst van vormen van kwaliteit die mogen worden meegewogen om van de gangbare sloopeisen af te wijken. Die kwaliteit kan ook in de nieuwe functie zelf zitten. Elders in deze VAB-wijzer is al beschreven, dat voor de vestiging van bijvoorbeeld een in het buitengebied passende woonzorgfunctie de sloopeisen niet gelden. Ook voor een paar andere bedrijfsmatige functies die bij uitstek passend zijn in het buitengebied of waarvoor vestiging in het buitengebied een ruimtelijke uitkomst kan bieden, is een uitzondering gemaakt. Een gemeente kan zelf ook dergelijke passende uitzonderingen benoemen. Dat moet wel goed worden onderbouwd. Het is niet de bedoeling, dat het buitengebied een goedkoop alternatief wordt voor bedrijven, die eigenlijk op een bedrijventerrein thuishoren. Zo’n onderbouwing zal moeten bestaan uit:

  • het benoemen van vormen van kleinschalige bedrijvigheid die zich door beperkte effecten op milieu en mobiliteit relatief goed lenen voor vestiging in het buitengebied,
  • een onderbouwing dat er wel behoefte is aan vestigingsruimte voor bepaalde typen bedrijvigheid, maar dat geschikte vestigingsmogelijkheden ontbreken en dat leegstand in het buitengebied met ruimere mogelijkheden zo effectief kan worden bestreden;
  • het benoemen van zones in het buitengebied waar, door de structuur van landschap en bebouwing en de capaciteit van het wegennet vestiging van bepaalde typen bedrijvigheid goed mogelijk is.

Afwijking van het aantal woningen dat de Omgevingsverordening normaalgesproken toestaat op basis van sloop (ruimte voor ruimte) kan ook mogelijk gemaakt worden, als aangetoond wordt dat daarmee beter wordt ingespeeld op de volkshuisvestelijke behoefte: bijvoorbeeld starterswoningen, woningen voor ouderen of nieuwe woonconcepten met collectieve (groen)voorzieningen waaraan de gemeente graag ruimte zou bieden. Ook dit vraagt een goede onderbouwing: aan welke woningen is aantoonbaar behoefte en welke plekken zijn geschikt? Zowel ouderen- als starterswoningen zouden niet te ver van de kern moeten staan.

Aanbevelingen en tips, antwoorden op veelgestelde vragen

Wij vragen gemeenten ruimere mogelijkheden voor specifieke stedelijke functies te onderbouwen en vast te leggen in een beleidsstuk, bijvoorbeeld in een (uitwerking van een) omgevingsvisie of een landschapsvisie. Aan de hand van een visie kan ook generieke overeenstemming met de provincie worden bereikt. Dit heeft als voordeel dat niet iedere casus apart beoordeeld hoeft te worden. Enkele gemeenten hebben al zo’n visie of werken daar aan. Zo’n visie geeft ook initiatiefnemers duidelijkheid. Een ad-hoc-onderbouwing aan de hand van een concreet initiatief zal veel meer moeite en overtuigingskracht kosten.