Nieuwe behoefteraming brengt behoefte aan kantoren en bedrijventerreinen in beeld

Een tekort aan bedrijventerreinen, een klein overschot aan kantoren. Dat zijn een paar belangrijke conclusies van de nieuwe behoefteramingen voor kantoren en bedrijventerreinen in de provincie Utrecht.

bedrijfshuisvesting

Iedere vier jaar onderzoekt de provincie of er genoeg ruimte is voor ondernemers om te groeien of zich te vestigen. André van Schie, gedeputeerde Economie: “We willen in onze provincie voldoende aantrekkelijke plekken hebben om te kunnen werken en daarom is het belangrijk om goed te weten of er genoeg ruimte is voor ondernemers om te groeien. De behoefteraming voorspelt de toekomstige marktvraag vanuit het bedrijfsleven zo goed mogelijk. Op basis hiervan kunnen we gericht ons beleid aanpassen.”

Uit de nieuwe behoefteraming blijkt onder meer dat de bedrijventerreinenmarkt nu al heel krap is met weinig direct beschikbaar aanbod. De leegstand is gedaald naar gemiddeld 2 procent, terwijl 5 procent een ‘gezonde’ leegstand is om voldoende alternatieve vestigingsmogelijkheden (‘schuifruimte’) te hebben.

De uitbreidingsvraag voor bedrijventerreinen is groter dan de vorige raming (2019), door sterke groei van banen en omdat meer bedrijven bijvoorbeeld circulair willen werken. Ook zien we dat bedrijventerreinen meer ruimte nodig hebben door uitbreiding van het energienetwerk, klimaatadaptatie en vergroening. Tot 2030 moet er - afhankelijk van het economisch groeiscenario - rekening gehouden worden met een fors tekort aan bedrijventerreinen van 90-230 hectare. Wáár er in de provincie ruimte komt voor nieuwe vestigingslocaties en hoeveel, dat wordt later bepaald samen met gemeenten in het provinciaal programma wonen en werken.

Wat betreft de kantoren zien we een tegenstrijdige behoefte aan uitbreiding. Op de meeste kantoorlocaties is er sprake van een klein overschot aan kantoorruimte en alleen op enkele moderne en toekomstbestendige kantoorlocaties zoals bij knooppunten is wel vraag om uit te breiden.

De leegstand varieert op regionaal niveau tussen een ‘gezond’ niveau (in de regio U10) en boven ‘gezonde’ leegstand (regio Amersfoort en Foodvalley). Vernieuwing van de kantorenmarkt biedt ook kansen: bijvoorbeeld verouderde kantoren kunnen uit de markt genomen worden en op toekomstbestendige kantoorlocaties kunnen nieuwe kantoren worden toegevoegd, waarbij de totale hoeveelheid kantoorruimte beter kan aansluiten bij de behoefte.

Er zijn ook kantoorgebruikers die zich van buiten de provincie c.q. regio willen vestigen in onze provincie. Deze vraag is moeilijk te voorspellen en maakt daarom geen deel uit van deze cijfers. Met name Utrecht Centraal (en satellietlocaties) en in mindere mate Amersfoort Centraal vormen aantrekkelijke vestigingslocaties voor deze groep. Veel gemeenten hebben kritisch meegekeken bij het maken van de behoefteramingen, omdat zij zich realiseren dat deze ramingen bepalend kunnen zijn voor de (on)mogelijkheden van het maken van nieuwe bedrijventerreinen en kantoren in hun gemeenten.

In 2019 is de meest actuele behoefteraming bedrijventerreinen door Gedeputeerde Staten vastgesteld en ter informatie aan Provinciale Staten gestuurd. De meest actuele behoefteraming kantoren dateert uit 2018 (actualisatie) en 2015 en diende destijds als belangrijke input om de overtollige plancapaciteit voor nieuwe kantoren weg te nemen. Het huidige restrictieve kantorenbeleid van de provincie evalueren we in 2024 en de resultaten van dit onderzoek betrekken gemeenten en provincie bij het provinciaal programma wonen en werken.

De STEC Groep uit Arnhem heeft de behoefteramingen opgesteld in opdracht van de provincie Utrecht volgens de gangbare landelijke systematiek die ook de Rijksoverheid hanteert.  

Voor persinformatie:
miranda.mens@provincie-utrecht.nl06 53 21 55 01