Kennisgeving van het voornemen van de provincie Utrecht om een pachtovereenkomst te sluiten inzake een perceel grond te Langbroek

Utrecht, 14 februari 2024

In de uitspraak van de Hoge Raad van 26 november 2021 (Didam-arrest) zijn regels gesteld voor overheden bij de verkoop van onroerende zaken (grond, gebouwen). Deze regels gelden niet alleen voor verkoop, maar voor iedere vorm van uitgifte en dus ook voor pacht.

Als de provincie grond wil uitgeven in pacht dan vloeit uit het gelijkheidsbeginsel voort dat zij potentiële gegadigden die ook interesse hebben in pacht van de betreffende grond een gelijke kans biedt. Slechts bij uitzondering als op voorhand duidelijk is of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt om de overeenkomst te sluiten, wordt er geen openbare procedure gevolgd. De provincie kan in dat geval de grond onderhands (één-op-één) aan deze partij in pacht uitgeven. De provincie is van oordeel dat die situatie zich hier voordoet en maakt dit met deze kennisgeving bekend.

Het betreft het kadastrale perceel: gemeente LBK02, sectie C, nummer 992 (kaart), (pdf, 386 KB)

Objectgegevens

Contract: 1-jarige (natuur)pacht periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024

Pachtsom: € 850,00 voor agrarische percelen

Kadastraal perceel: LBK02 C 992

Oppervlakte: 18.42.65 ha

Bijzonderheden: gebruiksvoorwaarden 2024 zijn van toepassing Gebruiksvoorwaarden-geliberaliseerde-pacht-2024-provincie-Utrecht (pdf, 200 kb)

Motivering

Provincie is voornemens het perceel LBK02 C 992 in 2024 in de vrijwillige Kavelruil Kromme Rijn Oost aan deze partij toe te delen. In aanloop naar het in eigendom krijgen wordt het daarom aan deze partij verpacht.

Waarom publicatie

De voorgenomen verpachting wordt gepubliceerd om te voldoen aan de verplichtingen uit het Didam-arrest. De Hoge Raad heeft in dit arrest bevestigd dat een overheidslichaam (zoals een provincie) bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.) en daarmee het gelijkheidsbeginsel (= het bieden van gelijke kansen) in acht moet nemen.

Hiermee wordt bereikt dat meerdere partijen (burgers / ondernemingen) in gelijke omstandigheden een gelijke kans hebben om de betreffende onroerende zaak te pachten. Ondanks dat mededinging (via een openbare pachtprocedure) het uitgangspunt is, hoeft die ruimte niet te worden geboden als bij voorbaat vaststaat, of redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat op grond van objectieve, redelijke en toetsbare criteria slechts deze gegadigden in aanmerking komen voor de pacht. 

Reageren op publicatie

Als u vindt dat de provincie u, op basis van de selectiecriteria, ook als serieuze gegadigde behoort aan te merken en u evenveel recht heeft op pacht een of meerdere van genoemde onroerende zaak (zaken), dan dient u binnen een periode van 20 kalenderdagen, gerekend vanaf de dag ná publicatie van deze kennisgeving, een kort geding aan te spannen tegen de provincie. In bijgevoegde koppeling (link) vindt u informatie over een kort geding procedure.

Kort geding beginnen civiele rechter | Rechtspraak

Als u daartoe besluit dan ontvangen wij graag dezelfde dag een bevestiging dat het kort geding is aangespannen (met zaaknummer van de rechtbank). Dit doet u door een e-mail te sturen naar Willem van der Eijk, beheerder Grondzaken van de provincie Utrecht, e-mailadres: pacht@provincie-utrecht.nl.