Agrarische erven zijn, zeker als ze al een lange geschiedenis hebben, sterk verbonden met het landschap. In het veenweidegebied bijvoorbeeld vind je de erven aan de kop van langgerekte kavels, als onderdeel van bebouwingslinten. De verschillende agrarische cultuurlandschappen in de provincie hebben ieder hun karakteristieke verkavelingspatronen, mede bepaald door sloten en opgaande beplanting. Die patronen zijn niet overal even gaaf meer. Dat biedt ook kansen voor herstel. Als extra bebouwing op het erf gepaard gaat met dergelijk herstel in de omgeving van het erf, kan dat reden zijn om extra bebouwing toe te laten.
Aanbevelingen en tips, antwoorden op veel gestelde vragen
- Het ligt voor de hand dat zo’n extra kwaliteitsbijdrage zich uitstrekt tot buiten het eigenlijke bouwperceel (of buiten het voormalige agrarische bouwvlak). Wij gaan er hierbij niet van uit dat hele percelen aan het landbouwkundig gebruik worden onttrokken voor de kwaliteitsverbetering. Voor landschapsherstel komen dus vooral de perceelranden in aanmerking. De landbouwgronden zelf blijven bij voorkeur in gebruik bij agrariërs.
- Een goede analyse van het omringende landschap kan verduidelijken welke mogelijkheden er zijn om de kwaliteit te verbeteren, bijvoorbeeld door sloten te herstellen, natuurvriendelijke oevers aan te leggen of kavelgrensbeplanting aan te brengen.
- Beschrijf de bijdrage die het project levert aan landschapsherstel of -ontwikkeling en beschrijf hoe deze groene ontwikkeling ook voor de lange termijn zeker te stellen is.
- Aanknopingspunten voor landschapsherstel zijn te vinden in de provinciale kwaliteitsgidsen voor de Utrechtse landschappen. Hierin zijn de kernkwaliteiten van de Utrechtse Landschappen, zoals opgenomen in de Omgevingsverordening, nader uitgewerkt en ontwerpuitgangspunten geformuleerd. Er is ook een Landschapswijzer, uitgegeven door het Platform Kleine Landschapselementen.