De ontwikkeling van Botshol begint zo’n 10.000 jaar geleden. Na de laatste ijstijd breidde de zee haar invloed uit en de meest oostelijke ligging van de kustlijn lag ter hoogte van Botshol (circa 5000 jaar geleden). Via een stelsel van getijdekreken stroomde hier zout water naar binnen en vonden mariene afzettingen plaats. Vanaf circa 4000 jaar geleden verschoof de kustlijn weer naar het westen.
De invloed van de zee nam af en zoet water bleef in het gebied achter en vormde moerassen. Daarin heeft zich gedurende enige duizenden jaren een dik veenpakket ontwikkeld. Ongeveer 1000 jaar geleden werd een begin gemaakt met de ontginning.
Vanaf ongeveer 1700 nam de vraag naar brandstof sterk toe en werden grotere delen van het gebied ontgonnen. De gebieden met het best bruikbare veen werden het eerst afgegraven. Daarna werd ook het laagveen, onder de waterspiegel, afgegraven via zogenoemde petgaten (natte vervening). Zo ontstond een uitgebreid gebied van petgaten waaruit het veen was afgegraven en legakkers, waarop de turf te drogen werd gelegd.
In het zuidoostelijk deel van Botshol is het veen zo intensief vergraven (met brede, diepe petgaten en zeer smalle legakkers), dat door de golfslag de smalle legakkers verdwenen en uiteindelijk grote plassen zijn ontstaan. Dit zijn de Grote Wije (53 ha) en de Kleine Wije (20 ha). Deze plassen hebben een gemiddelde diepte van 1,9 meter, maar grote delen zijn dieper dan 2,5 meter.
In het noordelijk en westelijk deel waren tijdens de vervening de legakkers breder, waartussen smallere petgaten lagen die nu deels weer zijn dichtgegroeid of verland. Na beëindiging van de vervening is hier een gevarieerd gebied ontstaan, met ondiep water, verlande petgaten, legakkers, rietlanden en moerasbos.
Om het landbouwareaal te vergroten en om verdergaande oeverafslag tegen te gaan is, vooral na 1850, een deel van de plassen en meren in de omgeving van Botshol weer drooggemalen (droogmakerijen). Zo is de polder Groot Mijdrecht ten zuiden van Botshol ontstaan, die zes meter lager ligt dan Botshol! Omdat de bruikbaarheid van de drooggemalen gronden voor de landbouw tegenviel, werden de Vinkeveense Plassen en Botshol niet drooggemalen.
Na de Tweede Wereldoorlog zorgde de intensivering van de landbouw voor een toename van de bemesting van het gebied. Om de natuurwaarden te behouden, werd eind jaren tachtig het watersysteem van Botshol geïsoleerd van de omliggende polders en werden maatregelen genomen om het water dat het gebied werd ingelaten te zuiveren. Al die tijd is er in Botshol riet gesneden.
Botshol verschilt van de overige vechtplassen op één bijzonder punt: het water is er brak (licht zout), heel helder en voedselarm. Hierdoor komen er in Botshol bijzondere planten- en diersoorten voor, die niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa nauwelijks nog te vinden zijn.
Heel anders van karakter, maar wel tot het gebied behorend, is het in de zuidwestelijke hoek gelegen voormalige Fort Botshol, dat onderdeel is van de Stelling van Amsterdam. Deze Stelling staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst en wordt gerestaureerd door de Stichting Herstelling. Fort Botshol is een aarden fort uit 1895, het fort dat erop gebouwd moest worden is er nooit gekomen. Er staat wel een fortwachterswoning. Rond het fort is grond opgebracht en komen kalkrijke, droge gronden voor met soortenrijke vegetaties.
Doelsoorten
- Plantengemeenschappen: kranswieren, krabbenscheer, fonteinkruid, moerasspirea, trilvenen, moerasbos en galigaanmoeras
- Vissen: kleine modderkruiper
- Zoogdieren: meervleermuis
Gebiedsproces
Botshol is een Natura 2000-gebied dat geheel binnen de provinciegrenzen ligt. Daarom zijn de Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht eindverantwoordelijk. Gedeputeerde Staten moeten een beheerplan maken en vaststellen. Dat doet de provincie samen met de eigenaren en omwonenden, Natuurmonumenten, het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente De Ronde Venen.
Beheerplan
Om de natuur van Botshol te behouden en te verbeteren is een beheerplan opgesteld. Het unieke natuurgebied bevindt zich tussen Amsterdam, Abcoude en Vinkeveen, een omgeving met veel economische mogelijkheden. Hierdoor is het natuurgebied onder druk komen te staan.
In het beheerplan staat wat de kwaliteiten van dit gebied zijn en wat ervoor nodig is om het te behouden. Maar er is ook in opgenomen welke economische ontwikkelingen nog mogelijk zijn in de omgeving. Dit beheerplan is samen met het Waterschap en Natuurmonumenten opgesteld.
Zie ook: Natura 2000 beheerplannen Botshol