Door de ontwikkeling van rietland zullen er wel meer muggen en knutten komen. Wat doen jullie daar aan?
Steekmuggen ontwikkelen zich inderdaad in ondiep water. De muggenlarven die daar opgroeien worden echter graag gegeten door allerlei beesten zoals salamanders, kevers, libellenlarven en vissen. Die gedijen bij een goede waterkwaliteit. Door er voor te zorgen dat er geen bemesting meer plaatsvindt, dat het water goed kan doorstromen en door het instellen van een hoger waterpeil (met minder brakke kwel) verwachten we een goede waterkwaliteit in de rietlanden.
Ook leggen we vistrappen aan zodat de vissen het gebied kunnen bereiken en zorgen we er voor dat er altijd diepere stukken water zijn, ook als het waterpeil in de zomer zakt. De beesten die de muggenlarven eten blijven zo in leven. Tussen de rietlandblokken en de woonwijken komt verder een open terrein van ca 200 meter breedte dat regelmatig wordt gemaaid. Muggen steken zo’n winderig open terrein moeilijk over.
Steekmuggen ontwikkelen zich graag in kleine watertjes, bijvoorbeeld rondom huizen in regentonnen of in bloempotten en dakgoten waar water in blijft staan. Hier leven geen andere beestjes die de muggenlarven kunnen opeten. Door deze bloempotten op te ruimen, regentonnen goed af te sluiten en dakgoten te laten afwateren, kunt u zelf ook veel doen om overlast te voorkomen.
De maatregelen die werken tegen de muggen werken voor een groot deel ook tegen de knutten.
Rijkswaterstaat heeft een informatieve flyer over muggen en knutten uitgebracht.