Derk Dohle over mobiliteit in 2050

2050, mobiliteit als smeerolie voor de maatschappij en het belang van goede fiets- en wandelstromen

Derk Dohle werkt voor de provincie Utrecht. Hij vertelt tijdens het Open keukengesprek hoe de provincie zich voorbereidt op bereikbaarheid in de toekomst. In dit interview deelt hij zijn persoonlijke ideeën over 2050 en hoe hij nu en in de toekomst graag wil reizen.

Derk Dohle

Even voorstellen

Ik ben Derk Dohle. Ik werk als ambtelijk opdrachtgever bij de provincie Utrecht en ben inhoudelijk verantwoordelijk voor alles wat wij doen rond provinciale wegen, vaarwegen en verkeersveiligheid. Van studie, tot onderhoud en realisatie, al wat daarbij komt kijken.

Mobiliteit is natuurlijk enerzijds mijn werk. Op dit moment vooral de weg en het veilig gebruiken en uitvoeren van mobiliteit. Anderzijds kom ik mobiliteit ook tegen in mijn dagelijks leven. Want ik ben ook gewoon gebruiker van de weg, het fietspad en het openbaar vervoer, net als iedereen.

Lukt het jezelf ook als gebruiker te beschouwen?

Ik zeg altijd dat we onszelf als mobiliteitsprofessionals nooit als standaard moeten nemen. Je bent totaal niet representatief, omdat je er veel meer mee bezig bent dan iemand anders. Voor anderen betekent mobiliteit vooral reizen, een vrij onbewuste activiteit. Want ook al bedenk je hoe je ergens heen gaat, het grootste deel van het maken en uitvoeren van die keuze gebeurt onbewust.

Hoe reis jij op dit moment het liefst?

Met de fiets. Ik woon in de stad waar ik werk en ik fiets graag. Lekker buiten bewegen.

Als jij je 2050 inbeeldt, hoe ziet mobiliteit er volgens jou dan uit?

Ik hoop dat ik dan nog steeds fiets. En ik hoop van harte dat actieve modaliteiten niet verdwijnen. Mensen hebben echt een inherente behoefte aan beweging, dat is goed voor henzelf en voor de wereld. Want al wat wijzelf kunnen aandrijven doet weinig kwaad aan het milieu.

Mobiliteit moet eerlijk verdeeld worden

Maar wat eigenlijk het belangrijkste is: mobiliteit moet eerlijk verdeeld worden. Het is een soort smeerolie van de maatschappij. Als je alleen een bepaald deel van de motor olie geeft, draait dat deel als een malle en de rest niet. Zo vergroot je de ongelijkheid steeds verder.

Je ziet het overal ter wereld: waar je geboren wordt, bepaalt je kansen in de toekomst. Dus hoe eerlijker je mobiliteit verdeelt, hoe eerlijker je kansen verdeelt over het land. De hoeveelheid plekken die je makkelijk kan bereiken, bepaalt echt wel of iemand kan excelleren in school, hobby’s en werk.

Welke trends hebben volgens jou potentieel?

Ik zie momenteel vooral veel ellendige trends. Denk aan ons elektrisch autobeleid. Dat is rijden voor de rijken vol gas. Knettergek vanuit een sociaal standpunt en volstrekt onnodig. We zijn vooral de groep aan het helpen die het het minst nodig heeft. Rijke mensen kunnen heus zelf een elektrische auto betalen.

Het is super dat fietsen en lopen weer genormaliseerd en geaccepteerd zijn in het straatbeeld.

Ik ben wel superpositief over de revival van de fiets en de hernieuwde focus op actieve modaliteiten in het algemeen. Lopen is nog gezonder dan fietsen. Het is super dat dat weer genormaliseerd en geaccepteerd is in het straatbeeld. Ik ben ook blij dat we steeds meer barrières uit de weg ruimen voor fietsen en lopen, zowel mentale als fysieke. Een goede fietsvergoeding is heel normaal geworden. En als je als werkgever geen goede fietsenstalling biedt, kan je vragen van werknemers verwachten.

Hoe kijk jij naar deelstepjes, -fietsen en -auto’s?

Dat is een grote farce. Er is namelijk weinig delen aan. Het is eigenlijk niet-plaatsgebonden verhuur. Die auto’s of fietsen zijn niet van jou, ze zijn van grote bedrijven die ze zonder winkel verhuren en daar de openbare ruimte voor gebruiken.

En wat vervangen ze écht? Wandelingen en fietsritten. Ze zorgen er vooral voor dat mensen die dat eerder niet deden, gaan rijden met een stepje. Ze gebruikten het openbaar vervoer en kwamen te voet. Dit soort initiatieven zorgt netto voor meer kilometers en vervangt gezonde alternatieven. Twee dingen die je niet moet willen. Als je als groepje buren samen een auto koopt en die deelt, krijg je een heel ander verhaal. Dat doe je dan samen en zo ruim je meteen acht auto’s op. De kans dat je dan meer gaat rijden, is heel klein.

Geldt dat ook voor de OV-fiets?

De OV-fiets is een verlengde van het OV. Dat is plaatsgebonden verhuur en daarmee ook legaal en gewoon fijn. De NS heeft een locatie gekocht, ze stallen de fietsen netjes, er is een persoon aanwezig die de fietsen uitgeeft... Dat is allemaal beter dan de openbare ruimte vol gooien met ellendige materialen, hopen dat iemand ze gebruikt en jou er nog voor betaalt ook.

Zulke initiatieven zijn pure marketing en heel veel ambtenaren trappen daar met open ogen in. Ik ben heel blij dat de gemeente Utrecht streng is en haar openbare ruimte niet zomaar laat gebruiken.

Als we ons gewoon minder zouden verplaatsen, zou dat een hoop oplossen. Maar wat is daarvoor nodig?

Ik denk eerlijk gezegd niet dat dat gaat gebeuren. Mensen reizen op dit moment als een malle, want mensen hebben het gemist. We zijn nu eenmaal kuddedieren, we zijn een groep die behoefte heeft aan verbinding, we zijn graag bij elkaar. Elkaar spreken via een scherm is niet hetzelfde als een echt gesprek met een lekker kopje koffie en een koekje.

We moeten kijken hoe we dit beter kunnen geleiden, inrichten en maken, zodat reizen goed, gezond en prettig kan verlopen.