Utrecht dient Provinciaal Programma Landelijk Gebied in bij het Rijk

De provincie Utrecht heeft de conceptversie van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) ingediend bij het Rijk. In dit document staan de opgaven waar de provincie voor staat en de doelen die Utrecht wil bereiken om het landelijk gebied in de toekomst leefbaar, gezond en economisch rendabel te houden.

Knotwilgen aan de Kromme Rijn

De provincie Utrecht kent een gevarieerd landschap met veel unieke eigenschappen. De prachtige natuur- en recreatiegebieden, fraaie cultuurlandschappen, centrale ligging en mooie kunst en cultuur zorgen ervoor dat er veel mensen willen wonen, werken en recreëren. Tegelijkertijd heeft de provincie met grote uitdagingen te maken; de verschraling van de natuur en de biodiversiteit én de klimaatverandering vragen om actie. De urgentie is groot, ook in het landelijk gebied. Daarom wil Utrecht werken aan een vitaal landelijk gebied, waarin een gezonde natuur, een klimaatbestendig landschap en een economisch rendabele en duurzame landbouw hand in hand gaan. Alleen zo kan het Utrechts landelijk gebied aantrekkelijk zijn en blijven om te wonen, te werken, om voedsel te produceren en om te recreëren.

Perspectief voor landbouw als vierde doel

Het UPLG is in lijn met de doelen zoals beschreven in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Hierin wordt uitgegaan van een integrale aanpak voor de verbetering van natuur, water en klimaat. De provincie stelt het realiseren van een toekomstbestendig en vitaal platteland, met blijvend ruimte voor een duurzame en rendabele landbouw, als belangrijke randvoorwaarde om het UPLG te kunnen realiseren. Om die reden voegt de provincie landbouw (naast natuur, water en klimaat) als vierde doel voor het UPLG toe. Op die manier werkt Utrecht toe naar een circulaire, natuurinclusieve en klimaatneutrale landbouw die economisch rendabel is en door de maatschappij wordt gewaardeerd.

Indeling naar landschapstype

Utrecht kent verschillende landschapstypen. Om de doelen zo goed mogelijk te kunnen halen, is een gebiedsgerichte aanpak nodig, afhankelijk van de bodemopbouw en het gebruik van het land. De lage delen van de provincie (veenweiden en rivierengebied) vragen immers om een andere aanpak dan de hogere delen (heuvelrug en vallei met de beekdalen). Daarom is de provincie voor het UPLG in vijf gebieden ingedeeld: de veenweiden, de Utrechtse Heuvelrug, de Eemvallei, de Gelderse Vallei en het Kromme Rijngebied.

Van 'wat' naar 'hoe en waar'

Mirjam Sterk, gedeputeerde Natuur en Landbouw is blij dat dit UPLG er nu ligt, maar wil wel benadrukken dat dit plan een start-, en zeker geen eindpunt is: “Je moet dit UPLG als een ruwe schets zien. We gaan de komende periode verder om met alle partners een brug te slaan tussen de verschillende belanghebbenden in het landelijk gebied. Dat kun je alleen bereiken door samen te werken, te luisteren naar elkaar en in gesprek te blijven met elkaar. In deze conceptversie van het UPLG is daarom te lezen wat we moeten doen om de doelen van het NPLG te halen. Hoe en waar we dat gaan doen, dat gaan we in de gebieden met onze gebiedspartners bespreken, tot aan de keukentafel. Zodat we samen kunnen werken aan de toekomst.”

Het UPLG zal, na diverse participatiemomenten voor de belanghebbenden en besluitvorming door Provinciale Staten, in het voorjaar van 2024 definitief worden vastgesteld. 

Transitiefonds

Om de doelen te behalen vraagt de provincie 3,7 miljard euro uit het Transitiefonds aan het Rijk, met een bandbreedte van 25 procent. Volgens Sterk zal er echter veel meer geld nodig zijn: “Het geld uit het Transitiefonds is een incidentele bijdrage om de natuur te herstellen. Maar voor het duurzaam en langdurig beheer van de natuur zal het Rijk structureel geld moeten vrijmaken.”

Voor persinformatie:

jytte.reichert@provincie-utrecht.nl06 18 54 01 37