Op deze pagina vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over de natuurontwikkeling in de Voorveldse Polder.
De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vier thema's:
Natuur
Waarom natuur in de Voorveldse Polder?
Het hoofddoel van de natuurontwikkeling is de kwaliteit van de natuur verbeteren en het leefgebied voor dier- en plantsoorten vergroten. Dit is cruciaal voor het behoud en de versterking van kwetsbare dier- en plantensoorten. Met de realisatie van de natuurontwikkeling in de Voorveldse Polder wordt het Natuurnetwerk Nederland (NNN) groter, robuuster en worden omliggende natuurgebieden met elkaar verbonden.
Daarnaast werken we ook aan de volgende doelen:
- Versterken van de natuur door het NNN uit te breiden (vooral in het oosten) en het bestaande NNN (in het westen) te verbeteren zodat het voldoet aan de doelstellingen van het NNN.
- Versterken UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies.
- Realiseren van het Gebiedsplan Voorveldse Polder.
- Op zorgvuldig geselecteerde plekken ruimte voor recreatie creëren, zonder dat de natuur wordt verstoord.
- Het realiseren van de maatregelen die beschreven worden in het project Groenblauwe Linten en Scheggen en Boerensloten, Noorderpark, Voorveldse Polder.
- Realisatie van agroforestry in de vorm van een voedselbos.
- Aanleg van nieuwe natuur als compensatie van woningbouw elders in de gemeente De Bilt.
Welke werkzaamheden en of maatregelen zijn nodig om het gewenste eindresultaat te bereiken?
De werkzaamheden in het westen zijn al uitgevoerd. In het oosten van de Voorveldse polder worden verschillende werkzaamheden uitgevoerd en maatregelen genomen om het gewenste resultaat te bereiken.
- Het aanleggen van verschillende soorten graslanden, zoals vochtige heischraallanden en kruidenrijke graslanden. Deze graslanden dragen bij aan het vergroten van de biodiversiteit en het NNN.
- Het aanleggen van natuurvriendelijke oevers langs de huidige effluentsloot en elders in het gebied. Daarbij worden oevers breder gemaakt door de oevers minder steil te maken. Zo ontstaat een geleidelijke overgang van land naar water. Dit versterkt de biodiversiteit en creëert extra waterberging.
- Vanuit cultuurhistorie, wordt het historische ‘Centenlaantje’ weer zichtbaar gemaakt.
- Het aanleggen van een voedselbos waardoor duurzame voedselproductie mogelijk is. Dit is goed voor de grond en de biodiversiteit.
Meer informatie over de plannen voor Oost kunt u vinden op de webpagina van de Voorveldse Polder.
Welke planten en dieren gaan wij zien in het gebied?
Na afronding van de natuurinrichting wordt verwacht dat de volgende dieren en planten kunnen worden waargenomen in het gebied. In het ontwerp zijn de volgende elementen opgenomen:
- Nat schraalland: Dit ligt aan de westzijde van het gebied. Het is en bestaat uit nat en vochtig grasland met veel bloemen, zoals verschillende soorten orchideeën, klokjesgentiaan en blauwe knoop. Hier komen vervolgens veel soorten dagvlinders en wilden bijen op af, maar ook sprinkhanen, vogels en amfibieën.
- Bos: In het westelijke deel is langs de A27 op twee locaties bos aangeplant. In het oostelijke deel worden de restanten van kwekerijen (uitgegroeid tot bos) opgeruimd en wordt een voedselbos aangelegd.
- Natuurvriendelijke oevers: Op enkele plekken langs de Biltse Rading zijn aan de westzijde natuurvriendelijke oevers gegraven en ook in het oosten liggen plannen voor natuurvriendelijke oevers. Natuurvriendelijke oevers verbeteren de ecologische waterkwaliteit. In natuurvriendelijke oevers is er een geleidelijke overgang van water naar land, waar het water verschillende dieptes krijgt. Dit geeft variatie in groeiomstandigheden zodat oeverplanten en waterplanten weer verschillende dieren en vissen aantrekken.
- Kruiden- en faunarijk grasland: Dit natuurtype is aan de westzijde aanwezig op de percelen die niet zijn afgeplagd of die zijn opgehoogd. Kruiden- en faunarijk grasland bestaat uit graslanden die kruidenrijk zijn. De vegetatie behoort tot allerlei soorten van graslandvegetaties; zoals kamgrasvegetaties of de meer algemene witbolgraslanden.
- Ruig grasland: In het oostelijke deel wordt ruig grasland aangelegd. Dit type natuurgebied bestaat uit grote velden met wilde planten. Deze velden ontstaan vaak na grote veranderingen, zoals drooglegging of minder intensief gebruik van grasland en akkers. De bomen blijven hier vaak lang weg. Soms groeien er struiken zoals vlier of wilg, maar deze kunnen later weer verdwijnen en plaatsmaken voor nieuwe ruigte. Er kunnen ook grasachtige plekken zijn, vooral als er dieren grazen. In droge gebieden kan riet de overhand krijgen. Deze ruige velden zijn belangrijk voor insecten en, bij begrazing, ook voor verschillende kruiden. Ze vormen een goede leefomgeving voor vogels zoals de blauwborst, sprinkhaanzanger en soms de velduil.
- Natuurakker: In het oosten wordt een natuurakker aangelegd. Kruiden- en faunarijke akkers zijn akkers met veel verschillende planten en dieren. Tussen de gewassen groeien kruiden en grasachtige planten, maar er is weinig gras. Dit type akker kan bestaan uit akkerranden, stroken met kruiden of hele akkers. Het hoofdgewas wordt met veel ruimte ertussen geplant, zodat er open plekken ontstaan. In deze open plekken kunnen eenjarige planten groeien. Dit noemen we pioniervegetatie: planten die als eerste groeien op open plekken. De open structuur van de akker en de planten die hier groeien, maken het een goede plek voor insecten, muizen en akkervogels. Na de oogst blijven sommige delen van de akker leeg, waardoor dieren hier in de winter kunnen schuilen en voedsel vinden.
- Klavergrasland: In het oosten wordt klavergrasland aangelegd. Dit gebeurt door graslanden extra klaver te geven. Dit kan door klaver te zaaien, de grond los te maken en lage kruiden te laten groeien. Het is belangrijk dat het gras laag blijft, zodat de das makkelijk bij de grond kan komen.
- Vochtig hooiland: In het oostelijke deel wordt vochtig hooiland aangelegd. Vochtig hooiland bestaat uit bloemrijke graslanden, vaak geel van kleur met soorten als ratelaar, gewone rolklaver, moerasrolklaver, geel walstro, scherpe boterbloem, kruipende boterbloem of dotterbloem.
Wordt er aandacht besteed aan de ligging van UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinie?
Het gebied is onderdeel van UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. In het ontwerp wordt rekening gehouden met unieke waarde van dit Werelderfgoed zoals de openheid van de schootsvelden en de inundatiegebieden (een inundatiegebied is een gebied dat ten behoeve van de verdediging enkele decimeters onder water kan worden gezet door het openzetten van sluizen of het doorsteken van dijken). In het oostelijke deel worden de restanten van kwekerijen (uitgegroeid tot bos) opgeruimd om de openheid meer terug te brengen.
Hebben de maatregelen of de werkzaamheden effect op de grondwaterstand in het gebied?
De maatregelen in het project hebben niet als doel het oppervlaktewaterpeil of het de grondwaterstand te wijzigen. Het afgraven van de toplaag op verschillende percelen is bedoeld om kwelnatuur te bevorderen. Door de bovenste grondlaag af te graven krijgt het al aanwezige kwelwater juist op die plekken de ruimte om in het gebied te komen (kwelwater is grondwater dat door druk omhoogkomt). Het afgraven kan ertoe leiden dat de grondwaterstand, daar waar de werkzaamheden plaatsvinden, licht kan variëren. Tijdens het gehele proces, van ontwerp tot uitvoering blijven we de waterhuishouding in het gebied en de directe omgeving nauwkeurig volgen.
Wat gebeurt er met de grond die wordt afgegraven?
De grond wordt zoveel mogelijk in het gebied hergebruikt, grond die over is wordt eventueel afgevoerd.
Wat is een faunapassage?
In de provincie Utrecht lopen veel snelwegen, spoorlijnen en kanalen dwars door de natuur. Daardoor kunnen dieren niet goed van het ene naar het andere gebied komen. Voor veel plant- en diersoorten is dit een probleem, want in kleine en geïsoleerde natuurgebieden kunnen zij niet overleven. Om de dieren te helpen, legt de provincie daarom ecoducten, faunatunnels en andere faunapassages aan. Dat zijn bruggen en tunnels speciaal voor dieren. Zo verbinden we natuurgebieden en kunnen dieren makkelijk naar andere gebieden gaan. Ook zijn er zo minder aanrijdingen met dieren. Dat is veiliger voor de dieren én automobilisten.
Wordt er rekening gehouden met de bestaande faunapassages?
Er zijn meerdere grotere en kleinere faunapassages in het gebied aanwezig. Met de aanleg van de natuur kunnen de bestaande faunapassages onder de Utrechtseweg (N237), de Biltse Rading en de A27 beter functioneren. Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met de geleiding van soorten naar de passages.
Recreatie
Wordt het gebied toegankelijk voor recreanten?
Er wordt gekeken of het gebied toegankelijk kan worden gemaakt voor wandelaars.
Hoe wordt gezorgd voor een balans tussen natuurbehoud en recreatie?
Er wordt gekeken hoe en of het gebied toegankelijk wordt gemaakt voor wandelaars. Rust in het gebied is een belangrijk aspect, daarom mogen er ook geen honden het gebied in.
Wordt het gebied opengesteld voor honden?
Nee, het gebied wordt niet toegankelijk voor honden. Ook niet aangelijnd.
Planning en proces
Moet de huidige bestemming gewijzigd worden of moet er een omgevingsvergunning aangevraagd worden?
Voor de meeste maatregelen uit het ontwerp is een omgevingsvergunning nodig en moet de huidige bestemming aangepast worden. Hiervoor volgen we verschillende procedures. Dit kan een aanpassing van het Omgevingsplan of een andere, passende ruimtelijke procedure zijn. De omgeving en andere belanghebbenden houden we hiervan op de hoogte.
Hoe worden omwonenden geïnformeerd over de ontwikkelingen?
De omwonenden worden via de volgende kanalen geïnformeerd:
- Informatiebrief: we houden de omwonenden op de hoogte via digitale informatiebrieven. U kunt zich hiervoor aanmelden via ons mailadres voorveldsepolder@provincie-utrecht.nl
- Via onze website: de pagina Voorveldse Polder
- Bij belangrijke wijzigingen informeren we de omgeving ook via een brief en kondigen we eventuele informatieavonden aan.
In welke delen van het gebied zijn werkzaamheden afgerond?
De natuurinrichting in het westelijk deel van de Voorveldse polder is in december 2024 voltooid. In dit gebied is de bovenlaag van de weilanden afgegraven, waardoor het terrein lager ligt. Het gebied is losgekoppeld van omliggende voedselrijke sloten om schoon water en kweltoevoer te bevorderen, wat ideale omstandigheden schept voor nat schraalland. Dit natuurtype, waardevol op Europees en nationaal niveau, ondersteunt zeldzame plantensoorten. Ondieper gemaakte sloten stimuleren de opwaartse kwel, wat bijzondere flora zoals fonteinkruiden ten goede komt.
Aan de westkant is een vlonder aangelegd, bereikbaar via de Utrechtseweg (N237), zodat bezoekers van het landschap kunnen genieten.
Hoe ziet het participatietraject eruit bij dit project?
Eigenaren en omwonenden zijn via verschillende participatierondes betrokken:
- Bij het opstellen van het Gebiedsplan Voorveldse Polder zijn eigenaren en omwonenden betrokken via twee participatierondes, waarin zij actief konden meedenken over de inhoud. Dit heeft geleid tot een plan waarin de hoofdlijnen voor de realisatie van natuur zijn vastgelegd.
- Presentatie van het schetsontwerp tijdens een open informatieavond (23 januari 2025) aan betrokkenen, belanghebbenden en een bredere groep omwonenden. Tijdens de avond konden deelnemers vragen stellen en wensen uiten aan inhoudelijke specialisten.
Wat is de planning?
Voor de plannen in het oostelijk deel streven we ernaar om het ontwerp in 2025 klaar te hebben. Daarna worden de vereiste vergunningen aangevraagd met de bijbehorende procedures (2026). Als alles voorspoedig verloopt kan in Q4 2026 de uitvoering starten. Op de webpagina van de Voorveldse Polder vindt u meer informatie over de actuele planning voor het oostelijke deel.
Waar kan ik terecht als ik vragen heb?
U kunt uw vraag sturen naar voorveldsepolder@provincie-utrecht.nl. Wij nemen dan contact met u op.
Kan ik bezwaar maken tegen de plannen?
Binnen de geldende wettelijke termijnen van de diverse vergunningen kunnen belanghebbenden bezwaar aantekenen. Informatie over de lopende vergunningprocedures en bezwaartermijnen vindt u op onze website.
Beheer
Hoe wordt het gebied onderhouden na afronding van de werkzaamheden?
De ingerichte gronden van de provincie worden uiteindelijk verkocht aan een
natuurbeheerorganisatie. Bij de verkoop worden er eisen gesteld aan zowel de beheerder als aan de wijze waarop het gebied beheerd wordt.
Welke partijen werken in dit project samen en wat is hun rol, belang en verantwoordelijkheid?
- Gemeente De Bilt is naast bevoegd gezag ook partner en heeft eigendom/percelen in het project die worden ingericht als natuur.
- Utrechts Landschap (UL) heeft eigendom/percelen in het projectgebied die worden ingericht.
- Provincie Utrecht heeft eigendom/percelen in het projectgebied en het eerste aanspreekpunt en trekker van het project
- Waterschap Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden (HDSR) is betrokken vanwege het watersysteem en het natuurbeheer in en aan het water.