In het gebied Botshol vormden zich in het verleden moerassen en daarin ontstond een dik veenpakket. Net als in andere delen van Nederland nam rond 1700 de vraag naar turf als brandstof toe en werden grote delen van Botshol intensief afgegraven. Zelfs onder zeespiegelniveau. Botshol veranderde hierdoor in een gevarieerd gebied, met grote verschillen tussen diep en ondiep water, verlande petgaten, legakkers, rietlanden en moerasbos. Door de behoefte aan landbouwgrond rond 1850, werd een deel van de plassen en meren in de omgeving van Botshol drooggemalen. Zo ontstond de polder Groot Mijdrecht ten zuiden van Botshol dat zes meter lager ligt dan Botshol.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de landbouw toe en ook de bemesting van het gebied. Om de natuurwaarden te behouden, werd eind jaren tachtig het watersysteem van Botshol geïsoleerd van de omliggende polders en werden maatregelen genomen om het water dat het gebied werd ingelaten te zuiveren. Toch nam de druk op natuurgebied door economische activiteiten en landbouw steeds meer toe. De instroom van fosfaat en stikstof heeft gevolgen voor de waterkwaliteit. Vanwege de hoge ligging ten opzichte van de omliggende lage polders, moet er constant water van minder goede kwaliteit worden ingelaten omhet water op peil te houden.
Doelsoorten
In Botshol komen de volgende habitattypen en doelsoorten voor die beschermd moeten worden:
• Kranswierwateren
• Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
• Moerasspirea
• Glanshaverhooilanden
• Veenmosrietlanden
• Hoogveenbossen
• Galigaanmoerassen
• Kleine modderkruiper
• Meervleermuis
Beheerplan
Voor Botshol is net als voor andere Natura 2000-gebieden een beheerplan opgesteld. Daarin staat welke maatregelen nodig zijn om de bijzondere natuur te herstellen en om de natuurdoelen voor het gebied te halen. Het beheerplan loopt van 2018-2024.
Beheerplan Botshol
Actualisatie beheerplan
Het huidige beheerplan Botshol verloopt binnenkort. Daarom wordt het beheerplan geëvalueerd en geactualiseerd. Dit gebeurt in samenspraak met de relevante partijen in en rond het gebied, via een klankbordgroep en een projectgroep. Het nieuwe beheerplan moet in het eerste kwartaal van 2026 klaar zijn.
Planning
Evaluatierapport huidig beheerplan: 3e kwartaal 2025
Deze fase is bijna afgerond. Voor alle vijf gebieden zijn concept evaluatierapporten gemaakt. Deze worden de komende weken in alle klankbordgroepen besproken. De reacties worden voor zover mogelijk verwerkt in de definitieve evaluatierapporten. De evaluatierapporten bieden belangrijke informatie voor de nieuwe beheerplannen.
Opstellen beheerplan: 4e kwartaal 2025/1e kwartaal 2026
In deze fase worden de maatregelen die nodig zijn voor het gebied in kaart gebracht. Hiervoor maken we gebruik van de evaluatierapporten die voor de gebieden zijn gemaakt. Het eerste concept ontwerpbeheerplan wordt gedeeld met de klankbordgroepen.
De feedback wordt verwerkt. Daarna volgt een tweede concept ontwerpbeheerplan. Dit wordt eveneens in de klankbordgroep besproken. Daaruit volgen de eindversies van het ontwerp beheerplannen. Deze worden gepubliceerd in het digitale loket DSO voor de inzageperiode.
Vaststellen beheerplan: 1e kwartaal 2026
De ontwerp beheerplannen komen minimaal 6 weken ter inzage. In deze periode kunnen zienswijzen worden ingediend. Na het verwerken van de zienswijzen worden de ontwerp beheerplannen vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Voor gebieden waar ook andere overheden bevoegd gezag zijn, geldt dat ook zij moeten instemmen met het betreffende ontwerp beheerplan.
Neem voor meer informatie contact op met N2000-beheerplannen@provincie-utrecht.nl.